Een merkwaardig toeval wil dat Kerst en afscheid bij mij vaak hand in hand gaan. Zodra de boom vol ballen hangt emigreert een vriendin, verlies ik mijn baan of mijn lieve moeder. Ook verhuizingen lijken alleen in december te kunnen plaatsvinden, evenals het sterven van hond, poes of kat. Een langdurige relatie loopt bij mij steevast rond Kerst op de klippen, al moet ik er eerlijk bij zeggen dat dit slechts twee keer is gebeurd. Tot nu toe.
Om het een beetje gezellig te houden doe ik hier alleen die eerste keer uit de doeken.
Ik was 22. Mijn toenmalige verloofde was na het smeden van onze trouwplannen naar het buitenland vertrokken, waar hij binnen twee jaar zijn studie zou afronden. Ik was er niet blij mee, maar het had ook iets romantisch. E-mail, app en smartphone moesten nog worden uitgevonden, dus schreven we elkaar lange brieven die, telkens als ik weer zo’n lichtblauwe, met de hand beschreven envelop op de mat vond, voor het hoogtepunt van mijn dag zorgden. Alle vakanties brachten we samen door. Zo ook die bewuste kerstvakantie - was de bedoeling.
Een paar dagen voordat ik hem van de trein zou halen werd er echter dringend aan mijn deur gebeld: de postbode. Hij overhandigde me een onheilspellende expresbrief, zo’n exemplaar met linksboven een groot, roze zegel. Ik wist meteen: van hem. Zie je wel. Hij had het ook gevoeld. De laatste keer dat ik bij hem was, had er voor het eerst iets tussen ons gestaan - een gevoel van vervreemding, waardoor we elkaar niet meer konden bereiken. We hadden er niet over gepraat. Hoe kon je praten over iets dat je niet kon benoemen? Maar nu had hij er kennelijk woorden voor gevonden, ik wist het zeker, en hoewel ik ze vreesde zouden ze me ook opluchten. Ook dat wist ik zeker. Nooit eerder had ik zo helder in mijn binnenste gekeken.
‘Ik kan en wil niet met je trouwen’, las ik even later. Ik zat op de rand van mijn bed en wat ik voelde was geen verpletterend verdriet. Ook geen angst, alleen spijt, machteloosheid omdat ik het mooiste wat me ooit was overkomen niet had kunnen vasthouden.
Toen ik hem twee dagen later van de trein haalde, vielen we elkaar zwijgend in de armen. ‘Het hele leven is afscheid nemen’, zei hij tenslotte, ‘maar dan komt er een nieuw begin. Altijd weer’. De gedachte aan een nieuw begin, met geheel nieuwe mogelijkheden, beurde mij een beetje op. En hem ook. Ik zag het.
'Hoe doen we dat nu met Kerst?’ doorbrak ik de stilte. We lagen al een tijdje op de vloer van mijn studentenkamer. Dicht tegen elkaar aan, om beurten huilend om het moois tussen ons dat nu kennelijk voorbij was. Het was donker en mijn maag begon te knorren.
Zijn antwoord kan ik me niet herinneren. Ook niet hoe leeg of hoopvol de kerstdagen waren, zonder hem. Het is een halve eeuw geleden, niet mijn toekomst maar mijn verleden hult zich steeds meer in nevelen.
Volgende week vier ik voor de tweede keer Kerst in mijn zoveelste nieuwe leven. Altijd afscheid, altijd tranen, maar steeds weer een nieuw begin. Ook middenin de winternacht.
P.S. Dit was mijn laatste column voor Hard//Hoofd. Drie jaar lang heb ik ze met veel plezier geschreven, maar eens moet je stoppen. Bedankt voor je aandacht, lieve lezer. Het ga je goed.

Trudy Kunz werd in de jaren tachtig en negentig bekend door haar werk voor Libelle en Marie Claire. Voor Plus Magazine was zij bijna vijftien jaar columniste. Zij publiceerde meerdere interviewbundels en in 2013 verscheen haar eerste roman, Kroniek van een bange liefde. Als pensionado zonder pensioen verdeelt zij haar tijd, net als daarvoor, tussen schrijven, schilderen en ander (on)nuttigs.

Myrthe Denkers houdt van tekenen en van praten. Ze besloot haar twee favoriete bezigheden te combineren en is nu naast illustrator ook docent beeldende kunst. Ze is net verhuisd naar Utrecht maar stiekem mist ze Groningen.