Vriendin K. gaat op een date. Ze stuurt me een foto van een man die er prima uitziet, mooie blauwe ogen, vol grijs haar.
‘Wat denk je?’ vraagt ze.
‘Helemaal jouw type!’ stuur ik terug. Ik zoom nog eens in. Het is niet gelogen, maar mijn enthousiasme komt niet alleen door het uiterlijk van deze man.
K. en ik hadden namelijk een onuitgesproken pact gesloten. Ik was al sinds het moment dat we vrienden waren vrijgezel, en zij ook. Samen cultiveerden we onze haat-liefde verhoudingen met de datingapps en hielden we elkaar zorgvuldig op de hoogte van vorderingen, bevindingen, verrassingen en teleurstellingen.
Ik ben er bepaald niet trots op, maar het was uit eigenbelang dat ik soms, als ik wist dat ze op een date ging, hoopte dat het geen leuk persoon zou zijn. Dat ze hem niet lekker zou vinden ruiken, dat ze geen interessante gesprekken met hem kon voeren, of dat de seks zeer teleurstellend zou zijn. Dan zou ik het geruststellende appje krijgen de volgende ochtend: ‘het was best leuk, maar ook weer niet zó leuk.’ Ze zou niet verliefd worden op deze man. We konden samen blijven klagen over de hoeveelheid tijd die het kostte om te swipen, over dat alle vegaburgers per twee verpakt waren en dat we op een verjaardagsfeest omgeven waren door stelletjes die praatten over baby’s en hypotheken.
Maar ik was jaloers, en bang om in mijn eentje achter te blijven.
Maar toen kwam ik iemand tegen die ik leuk vond, en bij wie ik ook graag wilde zijn. Misschien wel voor langere tijd, misschien wel ‘gewoon’ in een monogame relatie, in ieder geval voor nu. Het pad waar K. en ik samen jaren met een schuin oog naar hadden gekeken, lachte me ineens toe. Ik wist ongeveer hoe dat voor haar zou moeten voelen. Toen een andere vriendin een paar jaar geleden plotsklaps smoorverliefd werd en een jaar later een huis met drie slaapkamers kocht in een dorp, probeerde ik blij voor haar te zijn. Maar ik was ook jaloers, en bang om in mijn eentje achter te blijven. Hoe dat scenario er precies uit zou zien, wist ik niet helemaal. Iets met vrienden met partners die mij als ‘oude vrijster’ zielig zouden vinden. Waarschijnlijk had ik iets te vaak de Linda gelezen en slechte romcoms gekeken, en ook gewoon onbewust ‘het gezin als hoeksteen van de samenleving’ opgeslagen. Het missen van die partnerboot knipperde als een alarmlicht in mijn achterhoofd.
Nu ik haar oprecht motiveerde iets leuks van haar date te maken, de positieve kanten van de man met de blauwe ogen in te zien, schrok ik van mezelf. Mijn heimelijke hoop op een mislukte date had dus iets te maken gehad met mijn eigen angsten. Maar het werkte ook de andere kant op. Nu kon ik even hard hopen op iemand die haar zo gelukkig maakte als mijn partner mij.
De volgende ochtend zet ik mijn telefoon aan. Een bericht van K.: ‘Ik geloof dat ik voor hem gevallen ben.’ Ik stuur een groot, rood en kloppend hart terug.
Eva van den Boogaard is literatuurwetenschapper, docent en onderwijsinnovator bij St. Joost School of Art & Design en eindredacteur bij Hard//hoofd. Haar verborgen talent is slapen en haar minder verborgen talent twijfelen. Ze rent graag langs de Vecht, zingt met karaoke het liefst George Michael en droomt van een Heilige Birmaan als huisdier.
Twinkel Achterberg (1997) is freelance illustrator en woont in Utrecht. Ze maakt speelse illustraties waarin kleuren overlappen en texturen stralen. Inspiratie haalt ze uit kleine bijzonderheden in de wereld om ons heen.