Het zag er lang naar uit dat hij nooit zou komen, zóveel moeite kostte het me de oude te verwerken. Maar op een dag, kort na mijn zeventigste, was ik min of meer klaar voor hem. Ik stond op, poetste mijn tanden en liep de deur uit - regelrecht in de armen van mijn nieuwe man.
Ja, dat zou mooi zijn. In werkelijkheid stond ik op, poetste mijn tanden en dacht: 'als ik het nú niet probeer, hoeft het niet meer. Hoeveel jaar heb ik nog? Moet ik wachten tot ik achter een rollator loop? Tot ik mijn huis heb opgegeten? Nou dan!'
Nu moest ik doorpakken, voordat mijn bangere ik weer zou tegenwerpen dat mijn huidige leven juist zo prettig was omdat er geen man was die mijn plannetjes dwarsboomde en duizend andere ongemakken met zich meebracht. Ik liep naar mijn laptop, opende een datingsite en schreef een tekst die erop neerkwam dat ik niet meer zoveel hoefde en dat ik nieuwsgierig was naar een man die ook zo in het leven stond: tevreden met weinig, best gelukkig maar niet echt compleet.
Ik zag hem niet meteen als kanshebber toen hij, op een kalme zondag in oktober, met een wat pluizig voorkomen en in nonchalance gedrenkte blik voor mijn neus stond. ‘Eerst maar een eindje lopen?’ sprak hij na een afstandelijke begroeting. Wat hij niet wist, was dat twee kandidaten hem waren voorgegaan, van wie de eerste mij al meteen als zijn huishoudster had willen inlijven en de tweede vooral een mantelzorger in mij zag – in beide gevallen inclusief seksuele dienstverlening. Deze ervaringen stemden mij net zo gereserveerd als nummer drie kennelijk was.
We waren nog maar net op pad toen er iets wonderlijks gebeurde. Hij pakte mijn hand - in deze tijden van #MeToo een overmoedige actie. Zijn hand voelde warm en stevig en op een vreemde manier vertrouwd. Ik had geen enkele aanvechting de mijne terug te trekken. Ook zijn stem beviel me: een veilige bas, die als hij iets geks zei zomaar een octaaf omhoog kon schieten. Een paar keer stonden we op hetzelfde moment stil om naar een buizerd, elfenbankje of mooi vergezicht te kijken. Dit alles - maar misschien was het ook iets anders, iets onbenoembaars - brak mijn eerste weerstand. Ik begon zijn warrige baardgroei al grappig te vinden. We eindigden met bier en bitterballen in een oude molen, en toen hij wegliep om te betalen keek ik hem na en wist: de rest is een kwestie van tijd.
Binnenkort vieren we voor de tweede keer Sinterklaas, de nieuwe man en ik. Met z’n tweetjes, want voor maneschijn en een hart dat vol verwachting klopt hebben we genoeg aan elkaar. Ik meen dat het La Rochefoucauld was die ooit zei: liefhebben is niet in elkaars ogen, maar beiden dezelfde richting uit kijken. Zoals we tijdens die eerste wandeling al deden. En nog steeds doen.

Trudy Kunz werd in de jaren tachtig en negentig bekend door haar werk voor Libelle en Marie Claire. Voor Plus Magazine was zij bijna vijftien jaar columniste. Zij publiceerde meerdere interviewbundels en in 2013 verscheen haar eerste roman, Kroniek van een bange liefde. Als pensionado zonder pensioen verdeelt zij haar tijd, net als daarvoor, tussen schrijven, schilderen en ander (on)nuttigs.

Myrthe Denkers houdt van tekenen en van praten. Ze besloot haar twee favoriete bezigheden te combineren en is nu naast illustrator ook docent beeldende kunst. Ze is net verhuisd naar Utrecht maar stiekem mist ze Groningen.