Op een warme zondag maken mijn vriendin K. en ik een boswandeling. Ze vertelt me over haar arrestatie op de A12. Dat het orkest Dies Irae speelde, wat prachtig was, en dat ze zich vervolgens voor het eerst de politiewagen in had laten tillen. Dat het lomp was, en dat ze angst had gevoeld. Terwijl we tussen de rood- en oranjegekleurde bladeren lopen, houdt K. me ineens stil.
‘Kijk,’ zegt ze en ze wijst naar een hoopje langs het pad. Het duurt even voordat tot me doordringt dat ik naar het halfvergane karkas van een dood hertje kijk. Nadat ik van de schrik bekomen ben, bestudeer ik de morbide massa van bot en vacht en rottend vlees. Het dier is gestorven, niemand heeft zich erom bekommerd en nu ligt het hier langzaam te vergaan. K. trekt me aan mijn mouw.
‘Zullen we doorlopen? Het is vies. En het stinkt ook.’ Ik maak nog snel een foto terwijl ik door mijn mond adem.
K. legt me uit dat een testament schrijven voor haar een manier is om vrede te sluiten met haar eigen sterfelijkheid.
‘Heb je mijn e-mail nog gekregen?’ vraagt K. Een paar dagen geleden was er inderdaad een e-mail van haar binnengekomen. Ze vroeg me om mijn volledige naam, geboortedatum, geboorteplaats en BSN-nummer. Even dacht ik dat het spam was, tot ik doorlas en onderaan de mail zag staan: ‘Dan kan ik je opnemen in mijn testament.’
Ik zeg van ja, maar ook dat ik het geen leuk idee vind dat ze die informatie daarvoor gaat gebruiken. ‘Ik wil daar gewoon liever nog niet over nadenken, dat jij doodgaat.’
K. legt me uit dat een testament schrijven voor haar een manier is om vrede te sluiten met haar eigen sterfelijkheid. Ze doet het ieder jaar.
Hoewel ik veel nadenk over de dood, heb ik nog nooit nagedacht over mijn eigen nalatenschap. Dat komt waarschijnlijk doordat ik ook niet zoveel na te laten heb, wat voor K. anders ligt. Het is misschien geen toeval dat ze nu met dit verzoek komt: de zomer ten einde, verval treedt in clichématige vormen in, wie denkt dezer dagen niet aan het einde van het bestaan.
Ik zie de erfgenamen van de beschaving als ik langs de speeltuin loop.
Het is makkelijker om je het einde van de wereld voor te stellen, dan het einde van het kapitalisme, stelden Jameson en Žižek. Ik zat niet op de A12, maar na een compleet overweldigend besef van de toekomstscenario’s probeer ik me te verhouden tot de dood van de beschaving zoals ik haar ken. Voor mijn eigen dood kan ik van alles bedenken, maar in dit geval weet ik eigenlijk niet hoe ik het moet doen. Het lijkt een einde waarvan ik de gevolgen niet kan overzien en het komt onverbiddelijk op me af, ieder toekomstscenario van klimaatwetenschappers als een van de paadjes achter een dichte muur van mist waarin ik niet zal kunnen navigeren zoals ik gewend ben.
K. en ik lopen verder. Welke erfgenamen had het hert langs het wandelpad? Vliegen, maden, vogels, en de paar geschrokken wandelaars die ernaar omkeken. De erfgenamen van de beschaving ken ik ook. Ik zie ze als ik langs de speeltuin loop, ik zie ze op tv, ik zie ze in de supermarkt en op de 3+-afdeling in de bieb op zaterdagmiddag. Ik zie ze als ik bij mijn zus op bezoek ga en met mijn neefje en nichtje in de zandbak speel. Beneficiair zullen zij de erfenis niet kunnen aanvaarden.
Thuis kijk ik op mijn telefoon nog eens naar de foto die ik maakte van het dode hert, ik zoom in op de krioelende massa. De oogkassen al leeg gepikt, ik stel me voor hoe de hongerige dieren graaiden. In dit verontrustend warme najaar verteert het vlees misschien sneller. Ik open de e-mail van K. en stuur haar alle gegevens waar ze om vraagt.
Eva van den Boogaard is literatuurwetenschapper, docent en onderwijsinnovator bij St. Joost School of Art & Design en eindredacteur bij Hard//hoofd. Haar verborgen talent is slapen en haar minder verborgen talent twijfelen. Ze rent graag langs de Vecht, zingt met karaoke het liefst George Michael en droomt van een Heilige Birmaan als huisdier.
Eline Veldhuisen (1999) is illustrator. Inspiratie voor haar werk haalt ze uit haar directe omgeving, variërend van haar eigen gedachtes tot de verhalen van andere mensen. Met zo min mogelijk middelen brengt ze deze verhalen op een heldere manier in beeld.