‘David moet uitkijken’, zegt de vader van David tegen de moeder van David.
‘Ik denk dat David dat zelf ook voelt’, zegt de moeder van David.
‘Ze is negentien, hè Annechien. Negentien. Dan koop je net je eerste beha. David viert over twee maanden zijn zesendertigste verjaardag. Zesendertig. Dat is een verschil van..’
‘Een yoghurtshake’, die met bramen graag.’ Annechien heeft de serveerder opgemerkt. Snel bestelt de vader van David een espresso.
‘Een dubbele’, fluistert hij, alsof hij het alweer over leeftijd heeft.
‘…een verschil van zeventien jaar. Zeventien!’
Annechien zucht. ‘Ik kan rekenen Frank.’
Ik herken deze mensen. Ze behoren tot de categorie ‘gescheiden ouders van volwassen kinderen’. Mensen uit deze categorie zijn in een café gemakkelijk op te merken. Ze zijn vertrouwd met elkaar maar doen toch een tikkie onwennig. Ze zijn nieuwsgierig maar stellen elkaar geen vriendschappelijke vragen. Sinds de kinderen het huis uit zijn hebben ze geen reden meer elkaar regelmatig te zien, maar als er iets aan de hand is weten ze instinctief dat ze elkaar op moeten zoeken.
‘Hij is er tegen mij heel open over’, zegt Annechien. Ze lepelt de bramen uit haar shake.
‘Daar gaat het niet om’, zegt Frank. ‘Hij is tegen mij ook open. Je weet hoe David is. Juist die openheid maakt hem zo weinig weerbaar.’
‘Weinig weerbaar? David is een beer! Die weet wat hij doet.’
‘O ja? Denk je dat? Vraag dat maar eens aan dat meisje.’
‘Sofie, Frank, ze heet Sofie. Ze schijnt politicologie te studeren en programmamaakster te zijn bij een filmhuis.’
Ik schat ze beide eind zestig maar nog lang niet aan pensioen toe. Ze hebben hun agenda’s op tafel liggen. Zouden ze een lijstje hebben opgesteld met gespreksonderwerpen? Zouden ze meer kinderen hebben? Ik neem aan dat ze hun gemeenschappelijke rekening al lang geleden hebben opgezegd, maar dat weet je nooit bij gescheiden ouders van volwassen kinderen. Geen categorie waarin mensen zo dichtbij en tegelijkertijd zo ver van elkaar verwijderd zijn.
Frank zucht en draait zijn koffiekopje in het rond. ‘Ik hoopte dat we misschien binnenkort grootouders zouden worden’, fluistert hij. ‘Maar ik denk dat Sofie – ’, hij spreekt de naam uit met een gek stemmetje en opgetrokken wenkbrauwen ‘– daar nog niet helemaal aan toe is.’
Op dat moment kijkt hij mijn kant op en duik ik in mijn telefoon. Mijn ouders behoren ook tot deze categorie, zouden zij net als Frank en Annechien in een café dit soort zaken met elkaar bespreken?
Mam! stuur ik mijn moeder. Als ik nu iets opvallends deed hè. Als ik nou bijvoorbeeld zomaar iets zou krijgen met een man van twintig jaar ouder. Zou jij het daar dan met papa over gaan hebben?
Ze is online en typt: Heb jij iets met een man van twintig jaar ouder????
Ik pak de dingen met mijn moeder altijd net verkeerd aan. Ik leg uit dat het hier om een hypothetische situatie gaat. Mama typt: Ik zou ‘m wel willen ontmoeten dan, die man. En papa ook denk ik. En daarna zouden we misschien een beetje roddelen. Maar wel leuk roddelen hoor!!! Ze sluit af met emoticons van een lachende maan, een bos tulpjes en een tomaat.
Annechien buigt naar voren en sist iets naar Frank. Ik kan het niet helemaal verstaan maar volgens mij zegt ze dat hij niet alleen maar aan zichzelf moet denken. Misschien fluistert ze er ook nog achteraan dat hij een egoïst is die niet met zijn tijd meegaat. Maar het kan ook zijn dat ze hem begrijpt en dat ze samen even rouwen om de kleinkinderen die nog niet gaan komen. Kan allebei. In de categorie gescheiden ouders van volwassen kinderen is eigenlijk alles mogelijk.
Iduna Paalman (1991) is al bijna vier jaar columnist voor Hard//hoofd. Haar poëziedebuut ‘De grom uit de hond halen’ verscheen in het najaar van 2019 bij Querido. Ze won er de Poëziedebuutprijs 2020 mee. Ze publiceerde onder meer in De Gids, De Revisor, De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad.
Tsjisse Talsma gaat het liefst met zijn schetsboek de wereld rond.