Hard//hoofd heeft een nieuwe columnist! Na het open einde van Kasper van Royen hebben we eindelijk een geschikte opvolger gevonden. Wij verwelkomen dichter, (toneel-)schrijver, winnaar van de Lowlands Schrijfwedstrijd 2016 en docent Duits Iduna Paalman. Om de woensdag zal zij haar woorden laten dansen op onze website, met illustraties van Tsjisse Talsma.
Mijn neefje werd geboren in een unwashed spijkerbroek. Het was een badbevalling dus het water kleurde direct paars van het bloed en de blauwe verf. De vader van mijn neefje, mijn broer, schepte behoorlijk op. ‘Ik wist dat dit zou gebeuren, ik wist alleen niet dat het zo mooi zou zijn.’ De moeder, mijn schoonzus, leek ook tevreden. ‘Ik vind ‘m echt stoer zo’, zei ze, ‘anders dan al die andere baby’s.’
Op kraamvisite lieten wij ons vertellen dat unwashed jeans, ook wel untreated, rigid of raw denim, precies was wat de baby aan omhulling nodig had. Raw denim was in staat naar de baby te luisteren zoals mensen dat niet konden. ‘It allows the wearer’, zei mijn broer die lesgeeft op een fashioninstituut, een eigen jeansmerk runt en zowel met zijn studenten als met zijn denimgezellen in het Engels converseert, ‘to personalize the pants for his unique shape, with creases and fade marks forming to his body type.’ Het leek of mijn neefje ons even bevestigend toeknikte.
Het baby’tje sliep en dronk goed en ook zijn stoelgang kwam al snel op gang. De spijkerbroek bleek op de groei en veerde dus mee als er een luier onder moest worden gepropt. Er was een oma die gymschoentjes breide, ikzelf kwam aan met een wollen hemdje en zo werd de broek opgenomen in een natuurlijk geheel. Maar toen ik na een paar weken eens op mocht passen en voorstelde het broekje mee te wassen met een boel rompertjes en spuuglappen vloog mijn broer op. ‘Wassen?’ zei hij, ‘ben je helemaal krankzinnig geworden?’ Raw denim bleek zelfreinigend en onder geen enkele voorwaarde geschikt voor de wasmachine. Een wasbeurt zou alle magie verdrijven. De kleine keek me met een opgetrokken frons aan. Jezus, leek hij te zeggen, dat weet ik zelfs.
Mijn neefje groeide en begon zijn gelaatstrekken te ontwikkelen. Als mijn broer hem ontwerpen voor nieuwe broeken liet zien was het alsof ze een druk gesprek voerden waarin ze discussieerden en elkaar advies gaven. Er werd een hele raw garderobe voor de baby aangelegd; een mobile met figuren van spijkerstof en een denim kruipdekentje vormden de kopstukken. Het rauwe blauw overstemde alle andere kleuren in huis.
Op een dag – mijn broer was met zijn gezellen naar een weverij in Pisa om stoffen te checken – ging ik theedrinken bij mijn schoonzus. Ik zag al in de deuropening dat er iets niet in de haak was.
‘Het lukt me niet meer’, zei ze toen we op de bank zaten. Ze wreef met haar handen langs haar slapen en over haar oogleden. Mijn neefje lag in een wiebelwagen onrustig de pasvorm van zijn broek te controleren. ‘Die denim achtervolgt me. Het is een monster, een donkere tunnel, het slokt me op. ’s Nachts is het niet de baby, maar die verduvelde spijkerbroekjes die god weet waarom op de stoel liggen te krijsen.’
‘Je bent jezelf kwijt’, zei ik.
‘Ik word geleefd, ik voel me versleten, kapot. Het neemt ons over, het drijft ons uit elkaar.’ Ze nam een slok thee, haar hand trilde. Ik stond op en liep naar mijn neefje, zijn gezichtje vertoonde een blauwige gloed. ‘Er is een oplossing’, mompelde ik. Ik trok de broek van zijn beentjes en rukte de mobile weg. Er daalde al direct een vreemd soort rust op hem neer. Ik opende de trommel van de wasmachine en samen met alle andere raw denim gooide ik het broekje naar binnen. Ik voegde wasmiddel toe, draaide de knop naar veertig graden en drukte op start. Mijn schoonzus keek sprakeloos toe. Het water werd rochelend aangevoerd, de was lag weerloos als geschoten wild op een hoopje achter het glas.
Iduna Paalman (1991) is al bijna vier jaar columnist voor Hard//hoofd. Haar poëziedebuut ‘De grom uit de hond halen’ verscheen in het najaar van 2019 bij Querido. Ze won er de Poëziedebuutprijs 2020 mee. Ze publiceerde onder meer in De Gids, De Revisor, De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad.
Tsjisse Talsma gaat het liefst met zijn schetsboek de wereld rond.