April 2023, ik zit in de nachttrein van Messina naar Milaan. Halfduister, palmbomen, warme bries, sprezzatura. Ik kom net terug van een week varen op een piepklein zeiljacht met drie Italianen die geen woord Engels spreken, maar dat is een whole nother story. Wat je moet weten is dit: Soms, als je dubbel slecht nieuws ontvangt en je leven is een puinhoop, dan wil je die niet opruimen, dan wil je alleen maar weg. Ver weg. Heb je zojuist gehoord dat de ene persoon van wie je houdt, dood gaat of, for that matter, ben je ontslagen, failliet, is je huis tot de vliering overstroomd? Ga naar Sicilië. Dat kan, we kunnen reizen zonder visum; dit is Europa. Je kunt elke dag - net als ik - denken: Wat is het verste dat ik kan komen met weinig geld zonder te vliegen? En dan kun je gaan. Voor je het weet zit je aan boord van jacht Wedruje, langs een vulkanisch eiland te dobberen, waar je een andere taal spreekt en niemand je naam kent. Joost Klein zei het al: Ik ben echt alles kwijt, behalve de tijd. Dus ben elke dag op reis, want de wereld is van mij.
De trein schommelt alle kanten op. Door de dunne wanden heen ben ik getuige van gesprekken: in het Engels, Duits, Frans, Italiaans (wat ik net niet voldoende versta om mij uit mijn slaap te houden), Spaans (wat ik woordelijk versta, en mij uit mijn slaap houdt) en in een soort pan-romaanse mengvorm, van een Italiaan die net ontdekt heeft dat hij ook een aardig woordje Spaans tot zijn medepassagier spreekt (dit is het punt waarop ik inslapen maar opgeef). ‘¿Como estazze? Biene?’
Een chocoladecroissant en zwarte koffie. Dit is Europa, denk ik.
Wist je dat er een tijd was dat mensen zo optimistisch waren over Europa, dat een joodse oogarts een pan-Europese taal ontwierp, Esperanto? Makkelijk ging het niet: een verbrand woordenboek uit angst voor oprukkend antisemitisme, ruzies, censuur van de Russen en bureaucratie. Europa in een notendop dus. Mijn medereizigers en ik moeten, ondanks verschillende slaapritmes, nog vele kilometers met elkaar door. Morgen krijgen we allemaal hetzelfde ontbijt: een chocoladecroissant en zwarte koffie. Dit is Europa, denk ik.
Ik deel mijn coupé met Antonio, een spraakzame Italiaanse pensionado terug van familiebezoek, die elk uur met zijn vrouw belt (‘Carissima! Sono sul treno con la ragazza Martha!’). En met Traoré, een zwijgzame Malinees-Franse jongeman die terugkomt van zijn seizoensarbeidersbaan in de visfabriek. ‘Traoré,’ vraag ik, ‘come il attacante de Ajax?’ (Zoals die Ajax-aanvaller?) ‘Si,’ glimlacht hij. De Europa League, 2-1 tegen Panathinaikos. Deze Traoré oogt moe. Ramadan was zwaar, zegt hij, zeker tijdens werk. Het contrast met mij en Antonio is groot.
Ook dit is Europa. De gastarbeiders die het ene seizoen in een fabriek garnalen pellen en vervolgens asperges oogsten - beide tegen lage lonen - zodat de veel welkomere rijke toeristen ze kunnen consumeren, zo authentiek. Hoe ik voor de lol een boot vaar op de Middellandse Zee, waar vluchtelingenboten omslaan. Hoe Europa zich vestigde in Mali, Congo, Zuid-Afrika, Rwanda, Tunesië, Marokko en Palestina. Waar niet? Hoe de EU deals sluit met dubieuze Tunesische bestuurders om zich van hoopvolle nieuwkomers, die ook op de trein willen meereizen, te ontdoen. Hoe de een eersteklas zit en de ander niet eens mee mag.
Na gulle gebaren alle drie in vrijheid ons eigen eten opeten. Ook dit is Europa.
We proberen elkaar op ons gemak te stellen. Voel ik me als vrouw wel oké hier, vragen de twee heren. 'Si, molto bene.' Antonio’s vrouw brult vanaf de telefoon dat hij goed op mij, la ragazza Martha, moeten passen. Het avondeten blijft uit.
Antonio biedt zijn eten aan: ciabatta’s met ham uit een trommeltje. ‘I am a vegetarian’, verontschuldig ik me. ‘Sono musulmano’, zegt Traoré.
Traoré biedt ons zijn chipszak aan: cheese onion. ‘I am a vegan’, verontschuldig ik me weer. ‘I have-a, I have-a’, zegt Antonio wijzend naar zijn ham. Nu is het mijn beurt: veganistische crackers zonder smaakstoffen (EU-keurmerk!). Het zal niemand verbazen, die worden beleefd afgeslagen.
Daar zitten we na gulle gebaren alle drie in vrijheid ons eigen eten op te eten. Ook dit is Europa.
Traoré en ik delen een oplader bij het stopcontact, met een universeel USB-C-kabeltje, daar heeft de EU toch maar weer voor gezorgd. We praten over werk, religie en de economie. Antonio's vader was katholiek, maar is van zijn geloof gevallen in de oorlog, vertelt hij. Zijn vader was een 'partigiano': een verzetsstrijder tegen de opgekomen, fascistische Italiaanse dictator Mussolini. Antonio’s vader had té gruwelijke dingen gezien om nog in een God te geloven; God was dood. Antonio praat met veel armgebaren. Het is even alsof we in deze trein de halve Europese geschiedenis langs denderen.
Ik zit hier gewoon met de zoon van een partizaan in de trein, denk ik. Iemand wiens familie letterlijk heeft gevochten voor de vrijheid. Een vrijheid die wij nu verkwanselen aan algoritmes die bij voorkeur conservatieve podcasts voorschotelen en die benadrukken dat je vooral níet vrij moet zijn; aan multinationals die onze bodem, drinkwater en luchten besmeuren en schaamteloos wat van onze levensjaren afsnoepen, want het vestigingsklimaat is een Minotaurus waar we allemaal aan geofferd moeten worden; aan dierenbeulen met megabedrijven die door shit en asbest te smijten hun democratische zin krijgen, precies zoals de oude Grieken het bedoelden zullen we maar zeggen; aan een vrije markt waarin je dropshipper kunt worden, contenttijger of wellnessrechtse kwakzalver, en aan de opkomst van nieuwe, daadwerkelijke fascisten. Antonio senior draait zich om in zijn graf. Antonio, de zoon, is weer katholiek. Hij gelooft in geesten. ‘Aha, come i djinn’, knikt Traoré instemmend. Ja precies, zoals de djinn, de heren zijn het hartgrondig met elkaar eens. En ik dan? Ik ben atheïst, zeg ik. Nou ja, het belangrijkste is il rispetto voor elkaar, zegt Antonio. Hij en Traoré knikken tot ze knikkebollend in slaap vallen.
Ja, dit is Europa: een Hollandse atheïst, een Malinees-Franse moslim en een Italiaanse overtuigd katholiek samen vredig in een treincoupé
Ja, dit is Europa: een Hollandse atheïst, een Malinees-Franse moslim en een Italiaanse overtuigd katholiek samen vredig in een treincoupé, op weg naar het onbekende. We delen maar een stukje van onze reis. In elke coupé vinden andere talen elkaar. Dit is Europa; hoe verschillend we ook zijn, we zijn samen aan boord van die trein, we hoeven niet hetzelfde te eten of te bidden om in vrede voort te gaan. En zoals gezegd: die Europese trein rammelt aan alle kanten. Dat bedoel ik ook letterlijk, want ik heb het nog helemaal niet over de abominabele staat van ons Europees treinnetwerk gehad, dat niet aansluit en astronomische prijzen hanteert.
Veel hobbels op de weg: ik heb afscheid genomen van Antonio en Traoré en zit in de trein naar België. Dit ritje is heel anders dan de gladgestreken Italiaanse ervaring, waarachter ergens vluchtelingen de zee ingeduwd worden. Overal in Europa is extreemrechts groot in de parlementaire politiek, België is een uitzondering. Anton Jäger beschrijft in zijn boek Hyperpolitiek (2024) hoe België extreemrechts met de pers eensgezind geen podium heeft gegeven, met succes.
Dit is waarom je moet gaan stemmen op 6 juni. Dit is Europa: een gammele trein, die velen voorbijrijdt en elk moment kan ontsporen. Sta op zoals de Belgische pers deed: geen gratis rit meer voor politieke schreeuwers die de democratie ondermijnen, die een spaak in het wiel steken. Die verwachten dat zij nog mee mogen rijden op wat ze zelf laten ontsporen. Wij, Europeanen, zijn elkaars medereizigers. Maar wij, stemmers, zijn ook de conducteurs. Zo lang iemand een spaak in het wiel steekt, heeft diegene geen recht op een kaartje. Sta op, ga stemmen, en bescherm radicaal de allerzwaksten. O bella ciao, bella ciao, bella ciao ciao ciao, questo è il fiore del partigiano, morto per la libertà.
Welkom in Europa
De rest mag naar de klote gaan
Euro-popo, Europopo
Dit is Fort Europa
De rest mag naar de klote gaan
Euro-popo, Europopo
Euro-po-po-po-po-po-politiek
Treur niet om ze, nee, hey!
Zeur niet, pau-pau-pau-pau-pau paupers,
pleur op in de zee, hey!
Welkom in Europa, jongen!
[instrumental break]
[dansje: de pushback]
Euro-po-po-po-po-po-politiek
Treur niet om ze, nee, hey!
Zeur niet, pau-pau-pau-pau-pau paupers,
pleur op in de zee, hey!
Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.
Jasmijn ter Stege (zij/haar) is illustrator werkend vanuit Den Haag. In haar werk laat ze graag kleurrijke metaforen, zachte vormen en stevige verhaallijnen het woord voor haar overnemen.