Asset 14

Huilen

Het cadavre (XVI): Huilen

In het Cadavre staren schrijvers nooit naar een leeg vel papier. Ze gebruiken de laatste zin van hun voorganger als begin voor iets nieuws. Zo spelen ze een woordspelletje dat al jaren geliefd is bij verveelde kinderen en Parijse surrealisten.
Vandaag schrijft Daan Steinebach verder met de famous last words van Dorien Dijkhuis.

Zelfs de kinderen, die toch altijd al behoorlijk sprankelen, stralen als sterren. Ik geef me over. Tranen rollen langzaam over mijn wangen. Het Gregoriaans – ‘Da pacem domine/in diebus nostris/quia non est alius’ – heeft me gebroken. God is misschien de laatste die je in deze door god verlaten wereld om vrede kunt vragen.

Ik was alleen op zoek naar een beetje stilte. Oorlog is lawaai. Niet alleen van het monster zelf, geweren en bommen, maar ook van mensen; schreeuwen, huilen, krijsen. De chaos verplaatst zich door de lucht. Het klooster, waar eeuwen monastieke stilte de dienst uitmaakte heeft nu meer weg van de Albert Cuypmarkt op zaterdag, maar dan in twintig talen. De Albert Cuyp van voor de oorlog, voordat Amsterdam een grote modderpoel werd.

Ik was op een van de houten banken gaan zitten en staarde naar de attributen van de voor mij vreemde religie. Het is toch mysterieus: het houten lichaam van die verlosser dat zo levenloos boven alles zweeft, een gruwelijk symbool, het goud van het tabernakel, waar datzelfde lichaam in zou zitten, maar dan in de vorm van brood.
Ik moest denken aan wat een oude schrijver ooit tegen me zei: ’Uiteindelijk zijn alle schrijvers katholiek. Als je kunt geloven dat jouw verzonnen held zijn grote liefde copuleert, dan kun je ook geloven dat wijn in bloed verandert als de priester dat zegt. Dan zegt de priester, om te verklaren wat niet kan: mysterium fideii. Het mysterie van geloof is hetzelfde als het mysterie van de taal.’

Dat was in Amsterdam geweest, op het kantoor van de uitgeverij waar we allebei aan een lange tafel op een redacteur zaten te wachten. Er had ook nog een redactrice aan die tafel gezeten, gebogen over een manuscript, maar die leek ons niet op te merken.
Kort daarvoor had ik een verhaal gepubliceerd over een schrijver die zich bekeerde, niet om geloof, maar om een punt te maken. Het atheïsme begon in die dagen steeds militanter te worden en dat beviel me niet. Het stonk naar een laatste stuiptrekking van een beschaving op weg naar zijn eigen ondergang.

Dat wilde natuurlijk niet zeggen dat ik zomaar zelf was gaan geloven. Dat leek me wat drastisch, alleen om mijn gelijk te halen. De oude schrijver had zijn hoofd geschud. ‘Schrijven is een daad van geloof, daar kom je nog wel achter.’

Ik had niet echt geluisterd en een grap gemaakt over echte copulatie en dat die, ik beloofde het hem, toch beter was dan nepbloed. De redactrice had gelachen. Dat was wat ik me herinnerde van die hele gebeurtenis, die lachende ogen, die me nog zo vaak en van veel dichterbij aan zouden kijken.

Maar nu, midden in de chaos is het anders. Alles wat toen zo echt leek is nu onvoorstelbaar geworden. Amsterdam, die ogen (au, die ogen), de uitgeverij, de Prinsengracht: allemaal definitief verpulverd. Maar de woorden van de oude schrijver, toen abstract en belachelijk, zijn nu helderder dan ooit. Het mysterie van de taal, dus toch?

Ik blijf zitten, het wordt donker en nog veel stiller. Het klooster slaapt. Heel in de verte klinkt de oorlog, die slaapt nooit. Ik blijf zitten in mijn kleine stille wereld en luister naar de orde die heerst in de afwezigheid van geluid. Nog precies zo zit ik er als de kapel de volgende ochtend volstroomt voor de mis en de leegte van de nacht plaatsmaakt voor de stilte van geloof. Plechtige handelingen: brood wordt lichaam, wijn bloed en de lichamen in de banken worden mens. Het koor zingt, kinderogen kijken me aan, ‘da pacem domine’, de ogen stralen, ik breek. Ik huil en ik blijf huilen, als een kind alleen op de wereld.

Over drie weken borduurt Emma Stomp verder op Daans laatste zin.

Mail

Daan Steinebach (Utrecht, 1995) is schrijver en begint het liefst over alles een discussie. Hij studeert internationaal recht, eerder Nederlands recht en filosofie.

Reinout Dijkstra is illustrator uit Zwolle. Hij maakt tekeningen, schilderingen, foto's en soms ook nog een klein tekstje. Zijn werk is geaard in zijn eigen ervaringen, hij geniet van dingen als lichtval, kleur en is niet vies van een grapje.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer