Het is weer zo rottig stil in ‘onze kamer’. De stilte slurpt alle lucht weg. Er is sowieso iets geks met de samenstelling van de lucht hier in huis sinds de uitvaart, alsof er meer stikstofgas in zit. Zonder Agatha is het iets minder erg, maar ik krijg nog steeds niet genoeg zuurstof binnen.
Ik stop In Utero in de cd-speler. Vanaf het allereerste akkoord klaart het op. Kurt Cobain schreeuwt dat hij geen dienaren dient en iets over een legendary divorce en het maakt niet uit wat precies, het gaat erom dat hij het meent. Hij meent het tenminste. Hij schijnt altijd maagpijn te hebben gehad, misschien dat je daar oprechter van wordt, kwader, geen bullshit. Hij kon ook net zo kijken als mijn vader op zijn foto in de uitvaartruimte. Alsof ze iets zien wat gewone stervelingen niet zien. Ik hoop dat het niet gewoon de drugs zijn.
Terwijl Kurt de kamer ontgift, eet ik een banaan. De schil laat ik op de eettafel liggen. Ik voel een drang om de schil in het tafelblad te wrijven, met mijn knokkels flink in het hout te masseren. Maar ik zie het mezelf doen en het ziet er debiel uit, dus laat ik de tafel verder met rust, pak een fles cola, zet de computer aan, steek een sigaret op. Het kost me moeite om niet weer Diablo te gaan spelen, te proberen act 4 te halen, me te verstoppen in die veilige hel, alleen omringd door monsters die ik zelf tot leven kan wekken. Ik spreek mezelf streng toe: Je hebt verdomme eindelijk een vader. Dit is een serieuzere quest.
Ik weet dat wel, ik weet alleen niet of ik die quest wel wil. Hoe meer ik straks weet van mijn vader, hoe minder ik nog kan invullen. En hoe minder ik kan invullen, hoe minder hij van mij is. Hoe doder hij wordt. Letters op papier. Zoiets.
Maar ik ben ook bang dat als ik nu niets doe, ik hem op een of andere manier tekortdoe. Alsof hij nu nog ergens staat met open armen, maar dat-ie elk moment zijn rug naar me toe kan draaien en weg kan lopen. Nog verder weg.
Niet te lang nadenken, gewoon gaan zoeken.
AltaVista, Ilse, Google. Ze zeggen niet veel over Lucas Brandmeester. Er is niemand die een site voor hem heeft gemaakt. Nu.nl is nog te druk met de homo met de hondjes om het over andere dode mensen te hebben. Die begrafenis is vandaag, met bloemenzeeën en mensenmassa’s als voor een heilige. Whatever.
Ik vind wel een paar foto’s. Behalve de foto die ik zag tijdens de uitvaart is er een handvol andere waar hij op staat, jonger. De meeste zijn van de performances waar die Diederik het over had. In zwart-wit, dat ziet er artistieker uit, met nietszeggende genummerde titels. Op werk #4 zit mijn vader tot aan zijn neusvleugels in een witte substantie, zand denk ik, maar misschien ook sneeuw, of poedersuiker, of als ze echt ruig wilden doen is het misschien wel coke, al lijkt me dat te duur. De foto is onscherp. De vrouw met het getoupeerde zwarte haar staat klaar om meer wit spul over hem uit te strooien. Op werk #6 ligt hij op een rechthoekig blok ijs in een donkergrijze zee, de Noordzee misschien. Het is een serie van foto’s, als zo’n fotostrip uit de Hitkrant of zo, maar zonder tekstballonnetjes en uitgezoomd. Ze slepen met z’n tweeën dat blok ijs over het strand, lopen net zo ver de zee in tot het grotendeels onder water staat, mijn vader klimt erop en dan zie je beurtelings hem en de vrouw op het blok liggen, terwijl het steeds verder onder water komt te staan. Op werk #8 zitten hij en de vrouw ieder op een paal, een tafel met eten net buiten bereik. Het lijken momentopnames van een hele verknipte vakantie.
Ik vind maar één foto waarop hij lacht, een klein beetje. Het is een opening van een expositie en hij staat voor een schilderij van een gesluierde vrouw. Alleen haar ogen zijn zichtbaar. Hij kijkt schuin, zo vanuit zijn ooghoeken, naar zijn eigen schilderij en hij lijkt er tevreden mee. Die foto print ik. Ik plak hem op de deur van mijn kamer.
Agatha is nu vast zitting aan het houden, aan het beslissen wie er schuldig is en wie niet, wie een goede ouder is en wie een slechte. Alsof zij recht van spreken heeft. Nu ze weg is kan ik in haar spullen kijken, misschien heeft ze wel iets bewaard. Ik ga naar haar studeerplek, rommel door haar ladenkast, kniel neer bij haar geheime la. Haar geheime la is niet werkelijk geheim, het is de geheime la omdat hij op slot kan als dat zou moeten. Het kost wat gewrik om ‘m open te krijgen, hij is zwaar, hij klemt, maar ze heeft hem niet op slot gedaan.
Eigenlijk zitten er in haar geheime la vooral spullen van mij. Mapjes met foto’s, oude tekeningen, folders van vakantiebestemmingen, mijn veterstrik- en zwemdiploma’s. Ik blader erdoorheen tot ik iets zie wat ik niet ken: een krantenpagina, de kunstsectie van 6 mei. Een dag na Lucas’ overlijden. Ik krijg het helemaal warm, op een goede manier voor de verandering. Dit is iets.
Hij staat tussen een blij bericht dat bijna de helft van de jongeren tot en met 15 jaar nog wordt voorgelezen en een column over het Songfestival:
Ik lees het artikel drie keer helemaal door. Dan vouw ik het in vieren, en dan nog eens, en nog eens, maak scherpe vouwen met mijn nagels, stop het weg in mijn broekzak. Mijn kop ruist zich te pletter. De bananenschil op de eettafel is inmiddels bruin-zwart gespikkeld, alsof iemand er as overheen heeft geknoeid. Eigenlijk komt de as van binnenuit, de cellen van de schil die zijn gebroken doordat ik het vruchtvlees uit zijn huid heb gerukt, de enzymen die zoveel zuurstof niet aankonden. Alle bruine plekken zijn hoopjes dode cellen. Al dat sterven in die kleine schil.
Kurt zingt onverschillig en woedend tegelijk, over een steeds herhaalde gitaarriff, ‘All Apologies.’ Nu erger ik me aan ‘m, met z’n ongewassen haar en z’n domme lubbertruien en z’n kutverslaving en z’n stomme stomme weggeschoten hersens.
Ik til hem met cd-speler en al hoog boven mijn hoofd en ik smijt hem op de grond.
Even een bevredigend kabaal.
Dan weer de stikstofgasstilte.
Ik moet naar buiten.
Je las een fragment uit Emy Koopmans debuut Orewoet, een roman over waanzin en verlangen, ontbrekende vaders en de antipsychiatrie van de vroege jaren zeventig. Orewoet heeft drie vertellers; dit was een stukje vanuit Alex. Ben je benieuwd hoe het verdergaat met hem? Orewoet is te koop in onze //winkel.

Emy Koopman was jarenlang Hard//hoofd-redactielid en is literatuurwetenschapper, psycholoog en schrijver. Ze debuteerde in 2016 met de roman Orewoet. Haar meest recente boek Tekenen van het universum verscheen in januari 2022 bij uitgeverij Prometheus.

Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.