Mijn goede vriend E. heeft een kookclub: Eetgenootschap De Vleeslul. Eens in de maand komen hij en vier van zijn mannenvrienden samen - vrouwen zijn niet welkom - en wordt er gekookt met een verplicht ingrediënt. De laatste keer was dit drop. Ik geloof dat ze tamme eend hebben gemaakt met een jus van de nostalgische doch intens foute likeur dropshot. Al komt het nu misschien niet zo over, het is een hoogst culinair genootschap, die kookclub De Vleeslul. Voor zijn laatste verjaardag kreeg E. exorbitant duur kookgerei; hij was er verschrikkelijk blij mee. Net als met zijn nieuwe vlinderdasjes en satijnen onderbroeken.
Een vriend van mijn broertje heeft sinds een jaar of wat met een aantal vrienden een herenclub, of een gentlemen’s club zoals ze het zelf noemen. Eens per maand drinken ze samen whisky, roken ze sigaren of gaan ze jagen (ja echt) of in een louche club op de Wallen gratis of voor geld vrouwen versieren. Daarnaast hebben ze een loods waar inmiddels een auto en een tractor in staan en bezitten ze samen een boot. De jongens zien er stuk voor stuk uit als galante Engelse dandy’s, inclusief wandelstok, hoed en lange, groene trenchcoat.
Vriend R. vertelde me over een kapsalon in Rotterdam: Schorem. De kappers noemen zichzelf liever ‘Haarsnijder en Barbier’, lees ik op de website. Ik zie foto’s van de medewerkers: in zwart-wit, tegen een gestreepte muur, als zijnde het politiefoto’s. Hun witte jassen zijn besmeurd met bloed (?), hun baarden en snorren zwart en stoer, de blikken in hun ogen gevaarlijk of juist verveeld. Ook lees ik de volgende tekst:
Eindelijk is het zover, Leen en Bertus openen de deuren van de enige vrouwvrije zone in Rotterdam. Dames, we zijn gek op jullie, maar wij zijn van mening dat elke man recht heeft op een plek waar hij even man kan zijn, en daarom hebben wij besloten het oude ambacht van barbier nieuw leven in te blazen. Geen gezeik, knippen en scheren!
Ik ken Rotterdam niet zo goed, maar blijkbaar is het een stad waar mannen in de openbare ruimte heel moeilijk "even man kunnen zijn", en waar bij gewone kappers met veel gezeur wordt geknipt en geschoren. Bovendien is dit allemaal te wijten aan de aanwezigheid van vrouwen. Je kunt denken dat het een slechte grap is, maar vrouwen mogen écht niet naar binnen bij de salon. R. vertelde dat toen zijn vriendinnetje een Schorem-cadeaubon voor hem wilde kopen, zij buiten op de stoep moest blijven wachten terwijl binnen de bon werd ingepakt. Zelfs de financiële afhandeling vond buiten op straat plaats.
Een nieuw soort mannelijkheid dient zich aan, eentje die aan de ene kant extreem masculien en aan de andere kant juist über-metroseksueel is. Bij De Vleeslul wordt gekookt en gehakt met grote en gevaarlijke messen; het vlees wordt in kilo’s ingeslagen. Vervolgens tafelen de heren uren met elkaar en bespreken ze de nieuwe inrichting van ieders huis. De barbiers van Schorem zien er misschien uit als woeste criminelen met hun tatoeages en messen waarmee ze iedereen - ik bedoel iedere man - te lijf gaan, de zaak ziet er ondertussen tot in de puntjes verzorgd uit. De klanten gaan met een hip rockabilly kapsel naar buiten en kunnen niet stoppen met naar zichzelf turen. En de jongeheren van de gentlemen’s club lijken met hun verfijnde outfits rechtstreeks afkomstig uit een modetijdschrift.
Het gaat al deze heren om de details, zoveel is duidelijk. Met heel veel liefde en aandacht worden hun clubjes vormgegeven, verzorgd en in stand gehouden. Dat is die welbekende vrouwelijke touch.
Noor Spanjer (Amsterdam, 1982) is freelance journaliste en mediawetenschapper. Als nieuwerwetse minstreel is zij altijd op zoek naar persoonlijke verhalen en daarnaast is ze ideologisch inzetbaar voor feministische zaken en andere nature-nurture kwesties.
Aart-Jan Venema is freelance illustrator en verhalenverteller. Hij werkt onder andere voor NRC.next, de Groene Amsterdammer en hard/hoofd.