de dagen waren voorbijgegaan
hier bekomen we van het werken op het land
de Airbnb is wit en vochtig
ingericht met plastic schelpen en polyester bloemen
het raam beloofde in de advertentie uit te kijken op zee
maar kijkt uit op een volgend raam
dan de zee
Pygmalion keek
het is stil
in het midden van een kaal stuk land
hadden we al zoveel tegen elkaar gezegd
ik stap het terras op
de schommelbank piept met de kustwind landinwaarts
perfect als standbeeld onopgesierd
uit hardnekkig ivoor kerfde Pygmalion het
we wandelen de steile wandeling naar beneden richting de kust
een autoweg laat ons niet dichterbij
dus zoeken we naar de brug
gedragen door gewapend beton bereiken we de kant van de zee
na een aantal minuten in het kustbeloop komt een luid gezoem ons tegemoet
La Araña cementfabriek
door geen enkele vrouw ooit geëvenaard
bewegingsloos ging ze de wereld in
een stil instrument
de beweging die het materiaal nodig heeft krijgt gedaante in het bouwwerk
aan de oever stuwt het industriële geruis
in de vorm van trillingen en aflandige wind
richting de zee
en de zee duwt terug
met haar eigen wind en golven
handen
om indruk te maken op de delen die ze aanraakten
zo echt dat hij bang was
dat zij blauwe plekken kreeg
door zijn gretige aandrang
voorzichtig benaderen we de uitstulpingen van de wandelroute tot de waterlijn
de kustrotsen zijn niet meer los van elkaar te onderscheiden
hebben één moeiteloze oppervlakte
ingesmolten liggen een groene glazen flesopening en een rood plastic dopje
niet meer weg te gooien in de recyclebak verderop de boulevard
door lieve meisjes
zoals gladde stenen schelpen vogels
en geurige bloemen in duizend tinten
en geschilderd glas
amberkleurige tranen van Heliads
het fijne cementstof kruipt
overal
tussen onze vingers
in de verloren klippen aan de rand van de stad
een geruïneerde uitkijktoren
de apertura van sommige schelpen
in de rib van een schelpsculptuur zit plastic
de volgende ving de brandvertragers
voor het altaar
een offer gebracht met zijn wens
van steen naar vlees en bloed
hij stelde zijn hoop op de proef
door een aanraking
aderen klopten onder zijn gerichte vinger
zowel de zee als haar randen worden een standbeeld van onze sporen
wat gebeurt hier met de bewegenden
rotsen als stil beschouwd
ik weet niet hoe naar de natuur te kijken
aandacht komt uit het Latijn ad tenere en betekent zich uitstrekken naar
hoe houdt iemand je zonder je te weerhouden
en blozend sloeg ze haar ogen op
zodat ze het licht en de lucht erboven zag
evenals een verheugde minnaar
vasthoudend aan haar wakker worden
we zitten op een rots en het ebt en vloedt
om tot rust te komen
met een wakker lijf de zee uit te stappen
schelpen te verzamelen
me beter te voelen
terwijl de fabriek achter ons gonst
met zijn handen betaste hij haar borsten
ze keek en wachtte
zijn vervulde wens
het was een lichaam
zijn handen gleden rond haar hals
hij voelde haar
ze keek en wachtte
en ze wachtte
of hij zag
ondoorzichtig keek hij terug en zei
Andrea Koll schrijft, tekent en verzamelt. Ze beschouwt haar eigen werk als een visueel essayistisch onderzoek waarbij ze houtskool, collage en taal gebruikt om een onderwerp te benaderen. Haar werk verscheen oa. bij Kluger Hans en Glean.
Andrea Koll is kunstenaar, schrijver en docent in Amsterdam. Ze beschouwt haar eigen werk vaak als een visueel onderzoek waarbij ze houtskool, collage en taal gebruikt. Daarmee onderzoekt ze verschillende thema's. Op dit moment is ze gefascineerd door liminaliteit, vooral wat het betekent je in een fysieke en mentale tussenruimte te bevinden.