Eén van de leukste onderdelen van een vliegreis vind ik nog altijd het vliegveld. Het heeft waarschijnlijk te maken met het supersonische wandelen over de automatische rolbanden, en het avontuurlijke gevoel mezelf in een vacuüm getrokken gebied te bevinden, zonder werkverplichtingen, regels en belasting (maar mét taxfree tandenborstels van 18 euro). Toch is er al die jaren één ongemak gebleven: het fouilleren bij de douane.
Dit feit lijkt misschien triviaal. De fouilleerbeurt is immers slechts een kleine handeling, deels bedoeld om me met een veilig gevoel het vliegtuig in te laten stappen. En dat gevoel was ook oprecht prettig geweest, als beide partijen hier niet absoluut tegen hun wil in aan meededen.
In mijn leven zijn maar drie categorieën personen geweest die mijn billen hebben betast. 1. Mijn moeder (toen ik baby was) 2. Een handjevol onenightstands (dat moet een flink aantal jaren later zijn geweest) en 3. douaniers. Hoewel ik altijd open sta voor nieuwe contacten, had ik het toch graag bij die eerste twee gehouden. Ik bied vreemden over het algemeen niet zo graag mijn billen aan, zeker niet in het openbaar.
De vraag is dan ook: hoe kom je zonder kleerscheuren (figuurlijk dan - hartstochtelijke fouilleerbeurten niet meegerekend) de douane door? Het mooiste zou natuurlijk zijn als de bodyscan nooit meer piept, zodat je geen vervolgcontrole hoeft te ondergaan. Maar op die metaaldetectoren is nogal lastig grip te krijgen, is mijn ervaring. Meestal zit er nog wel een vergeten horloge, eurocent of ijzermolecuul in mijn broekzak. En dat terwijl de halve liter shampoo in mijn tas (waarschijnlijk omdat de fles in een afgesloten zakje zat – ook goed bestand tegen explosieve vloeistoffen, schijnt het) soms gewoon door de kofferscan heen komt.
Twee weken terug heb ik me, in een uiterste poging ongeschonden door de detectiepoortjes te komen, thuis al gestript van al het mogelijke metaal en daarmee gepaard zelfrespect. Ik kwam in knalrood fleecevest en pyjamabroek naar Schiphol. Dat was niet zo slim. De massage was des te intiemer.
Aan de omstandigheden valt dus niet zoveel te doen. De enige mogelijke oplossing is dus: mijn instelling veranderen. En misschien is het ook wel zo simpel. Op zich, als je de context weglaat, is zo’n procedure immers gewoon een gratis full-bodymassage. Het effect van fouilleren komt qua gevoel ook best in de buurt van het tintelende gevoel van een haarwasbeurt bij de kapper. Zolang je geen intiem oogcontact maakt met de douanier valt die instelling best vol te houden.
Dat is dus wat ik bij de volgende beurt ga doen. Ontspannen zijn, geen oogcontact maken, niet per ongeluk harde tepels krijgen. En de ongemakkelijkheid voor de douanier erkennen. Hij zal immers ook een rijtje voorkeuren hebben wiens billen hij aanraakt, en daar sta ik hoogstwaarschijnlijk niet tussen.
Beeld: Wikimedia