Met mijn vrienden E. en M. loop ik over een festivalterrein. Het is avond en nog warm, zand hangt als stof in de lucht, overal klinkt geluid van mensen die praten en lachen en soundchecken. Ik ben blij, een beetje verbrand, een beetje dronken, wat is dit voor prachtig leven, denk ik. We zuigen met rietjes sangria uit een emmer en blijkbaar stoot ik bij elke slok een verheugde kreet uit.
‘Jezus Iduna,’ zegt E. ‘Doe eens niet zo dankbaar de hele tijd.’
Toen ik nog bij mijn moeder woonde, las ik op de wc geregeld de Happinez. Vrede in jezelf, liefde in je hart, lichtheid in de ziel – terwijl mijn blaas en darmen zich leegden heb ik heel wat issues in handen gehad. Het themanummer over ‘dankbaarheid’ bleef me achtervolgen. ‘Je bent niet dankbaar omdat je gelukkig bent, maar gelukkig omdat je dankbaar bent,’ zo werd de Benedictijnse monnik en schrijver David Steindl-Rast geciteerd. Ik moest aan mijn oma denken, die zei altijd: ‘Iduna wordt al blij van een plakje kaas.’ Ik besloot dat het eens afgelopen moest zijn. Dankbare mensen waren net als ik slome weekdieren die om alles glimlachten. Donker wilde ik worden, en mysterieus en afstandelijk.
M. neemt een grote slok uit de emmer. ‘Ja,’ zegt hij, ‘Iduna is echt zo’n dankbaar type. Heerlijk.’
‘Heerlijk?’ zegt E. ‘Het is fucking irritant. Alsof we met een kleuter op pad zijn.’
‘Lieve mensen,’ zeg ik. Ik sta stil op de stoffige weg. ‘Kijk om je heen. We zijn in een paradijs. De zon heeft de hele dag geschenen, we zijn op weg naar een concert van Kraftwerk, dat verdorie al de boeken ingaat als legendarisch nog vóór het überhaupt begonnen is, we zijn gezond, we hebben geld. Beter gaat het niet worden. Dus als we ergens mogen wenen van geluk, dan hier.’
M. en E. zeggen even niets.
‘Wisten jullie trouwens,’ ga ik verder, ‘dat het wetenschappelijk bewezen is dat dankbare mensen gelukkiger zijn? Daarom houden sommige mensen een gratitude journal bij, om dagelijks in op te schrijven waar ze allemaal dankbaar voor zijn. Razend populair, die dagboeken. Sommige mensen raken zelfs verslaafd aan dankbaarheid, is het niet schitterend?’
Ik moet denken aan een vak dat ik tijdens mijn studie volgde. Het was een keuzevak over Nobelprijswinnaars, we bespraken de Amerikaanse schrijver William Faulkner. ‘Is dat die kwal met die walgelijke quote over dankbaarheid?’ zei Ludo, die zelf de grootste kwal van de werkgroep was.
‘Die uitspraak wordt inderdaad vaak geciteerd,’ zei de docent.
‘Veel te toegankelijk,’ zei Ludo. ‘Echt zo’n Loesje. Gatver.’
Toen ik thuiskwam googelde ik de uitspraak. 'Dankbaarheid is een kwaliteit die vergelijkbaar is met elektriciteit,' las ik, 'het moet worden geproduceerd en ontladen en opgebruikt om überhaupt te kunnen bestaan.' Ik vond de verhalen van Faulkner moeilijk te doorgronden, in tegenstelling tot Ludo, dus ik was van de werkgroepbijeenkomsten behoorlijk onzeker geworden, maar dit raakte me direct. Het was alsof Faulkner al die Happinez-artikelen in één klap goedmaakte. Ontladen en opgebruiken – dat stond me te doen. Ik besloot het streven naar een donker karakter voorlopig uit te stellen en voortaan dankbaar te glimlachen wanneer me dat uitkwam.
‘Als ik ooit een gratitude journal ga bijhouden mogen jullie me in een schimmelige jutezak stoppen en levend begraven,’ zegt E.
‘Deal,’ zegt M.
We lopen naar het podium, Kraftwerk is inmiddels begonnen. De jaren-70-bliebjes trillen onze oren in, er komt een schreeuwende man langs. ‘FUCKING KRAFTWERK!’ brult hij. ‘REVOLUTIE!!!’ We dringen naar voren en zetten onze 3D-brillen op, de animaties op de beeldschermen komen langzaam naar ons toe. De lucht is helder donkerblauw, de zon lijkt er nog niet helemaal uit verdwenen te zijn. Alsof iets elektrisch wordt geladen om ons heen.
‘Oké, dit is best vet,’ zegt M.
‘Dit is leuk, dit is leuk!’ zegt E. Ze begint te springen. Ik wacht op meer verheugde kreten, die inderdaad snel volgen.
Iduna Paalman (1991) is al bijna vier jaar columnist voor Hard//hoofd. Haar poëziedebuut ‘De grom uit de hond halen’ verscheen in het najaar van 2019 bij Querido. Ze won er de Poëziedebuutprijs 2020 mee. Ze publiceerde onder meer in De Gids, De Revisor, De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad.
Debora Westra is freelance illustrator, onderwijzer en organiseert kunstprojecten op het asielzoekerscentrum Ter Apel.