De vierde Zomergast van 2023 nam vanaf het eerste fragment de regie, maar schrijver Bibi Dumon Tak verloor haar kijker (en presentator) geen moment uit het oog. Marte Hoogenboom zag in haar de ideale Zomergast, die er niet op uit was briljant of eloquent over te komen.
De voice-over klinkt, het licht gaat langzaam aan en in de inmiddels bekende ‘loods’ waarin Theo Maassen zijn eerste Zomergasten ontvangt, zit hij tegenover Bibi Dumon Tak. Vóór deze zomer had hij nooit van haar gehoord, zo had hij op voorhand opgebiecht. Dat zal ook voor veel kijkers gelden, want hoewel Dumon Tak (Rotterdam, 1964) ook boeken schrijft voor volwassenen, geniet ze vooral bekendheid als een verdienstelijk schrijver van kinderboeken: dit jaar nog ontving ze twee vooraanstaande literaire kinderboekenprijzen. Maar juist voor kijkers die haar nog niet kenden, bleek Dumon Tak misschien wel de ideale Zomergast: innemend, enthousiast en bovenal menselijk.
Vanaf het eerste moment laat Dumon Tak zien dat ze een scherp oog heeft voor hoe mensen omgaan met elkaar en, zoals later op de avond blijkt, met dieren. Waar ze mensen zegt, bedoelt ze trouwens vaak mannen, want bij mannelijkheid kwam het gesprek steeds weer terug. Soms subtiel, zoals wanneer ze zich de getatoeëerde spierbundel herinnert die een verweesd baby-eendje onder zijn trui warm hield. Of minder subtiel, in een anekdote over de jagers die ze tegen het lijf liep tijdens een boswandeling (opgesteld op een weg, in afwachting van het wild dat door honden hun kant op werd gedreven). Vlak ervoor had een van hen een schot gelost in haar richting. Terwijl de adrenaline door haar lijf gierde, stak ze één voor één haar middelvinger op in hun gezicht. Jagen, zo zal ze even later stellen, is een hobby voor een kleine club elitaire, witte mannen, die beter wat anders met hun tijd kunnen gaan doen.
‘Toen ik vrouwen ging lezen, ging er een wereld open.’
Dat mannelijkheid op de pijnbank zal worden gelegd, weet de kijker al tijdens het allereerste fragment: Renate Dorrestein is te gast bij Adriaan van Dis in de IJsbreker (1991), die haar het vuur aan de schenen probeert te leggen over haar kritiek op beknellende schoonheidsidealen voor vrouwen. Daar hebben mannen toch ook last van, meent Van Dis? Dorrestein pareert Van Dis’ weerwoord vlijmscherp en eloquent, maar met respect voor haar gesprekspartner. ‘Schalks’ is het woord dat bij Dumon Tak opkomt. Dorrestein: ‘De werkelijkheid is een en al karikaturale stereotyperende geslachtelijke overdrijving, waar ik op fel-realistische wijze verslag van doe.’ 1-0 voor Dorrestein, constateert Van Dis.
Het vergt weinig fantasie om je voor te stellen dat de keuze voor dit fragment al láng geleden is gemaakt. Dumon Tak zegt zich de aflevering van ruim dertig jaar geleden dan ook goed te herinneren: twee mensen die zó met elkaar van mening kunnen verschillen zonder het respect voor elkaar te verliezen. En bovenal: een schrijvende vrouw. Lange tijd las Dumon Tak, die Nederlandse taal- en letterkunde studeerde en daarna aan de slag ging als docent, namelijk vooral mannen. Ze noemt er enkele op, van de negentiende-eeuwse Tachtigers tot nu, maar blijft niet al te lang bij hen hangen. Nee, dan de schrijvende vrouwen. ‘Toen ik vrouwen ging lezen, ging er een wereld open.’ Alsjeblieft, moet menig kijker, met Dorresteins vurige volzinnen in het achterhoofd, op dat moment hebben gedacht, neem mij mee in die wereld.
Misschien is dat wel wat Dumon Tak zo’n ideale Zomergast maakt voor wie haar vóór zondagavond nog niet kende: Dumon Tak doet niet aan name dropping of fame by association. Ze is er niet op uit briljant, eloquent of belezen over te komen. Integendeel: ze wil boven alles begrepen worden. Ze praat weliswaar snel, associeert zich een weg door haar gedachtes en maakt het haar interviewer wat dat betreft gemakkelijk, maar, en daar schijnt de schrijver in haar door, ze is zich altijd bewust van haar publiek. ‘Ben ik nou hak op de tak aan het doen?’ vraagt ze plots, en later: ‘Jij wou wat vragen.’ Als ze het idee heeft dat ze te lang op één gedachte doorgaat: ‘Hebben we een nieuw fragment?’
Dat een rat met het koekje aan de haal gaat, deert haar niet: ‘Ik ga niet het ene dier boven het andere stellen.’
Had Theo Maassen dan niets te doen? Het leek hem weinig moeite te kosten zijn spreker de regie te laten overnemen. Al moet ze niet denken dat hij er enkel zit om tegenaan te praten. ‘Oké!’ roept Dumon Tak direct, als hij haar uitdaagt voor een potje armdrukken. Ze wint het duel: 1-0 voor Dumon Tak. Tweeënhalf uur later maakt Maassen de gelijkmaker tijdens de aftiteling. Je kunt je afvragen wat de bedoeling van het wedstrijdje was. Wilde Maassen de menselijkheid van zijn gast benadrukken? Dan slaagde hij daarin. Als Maassen zijn jasje uittrekt en daarmee de verbinding van zijn microfoontje verpest, wat opgelost moet worden door een technicus die opkomt, lijkt er van een vierde muur helemáál niets meer over.
Waar de eerste helft van Dumon Taks Zomergasten-avond in het teken stond van hoe mensen met elkáár omgaan, daar stond de tweede helft in het teken van onze omgang met dieren. Dumon Tak – ooit vrijwilliger op de Dierenambulance – is een dierenliefhebber pur sang: ‘Ik heb elke dag een nieuw lievelingsdier. Gisteren zat er ineens een egeltje in mijn tuin. Dus ik heb meteen wat eten neergezet.’ Dat een rat met het koekje aan de haal gaat, deert haar niet: ‘Ik ga niet het ene dier boven het andere stellen.’
Met haar kritiek op de jacht (‘natuurbeheer’ zoals jagers het volgens haar noemen) had ze al moeiteloos een drie uur durende uitzending kunnen vullen. Ze hekelt hun sluwe taal: jagers ‘beheren plaagdieren’ en ‘maken wegen veilig’ tegen overstekend wild, net als het feit dat jagers – dixit Dumon Tak – in alle bestuurlijke organen aanwezig zouden zijn. Jagen, daar laat de schrijver geen twijfel over bestaan, is in de eerste plaats een elitaire, patriarchale hobby.
Maar wat doe je eraan? Ze weet dat de jagers bij haar in de buurt zich niet aan de regels en beperkingen houden (ze schieten dieren buiten ‘hun’ seizoen), maar de politie belt ze niet meer: die geeft haar naam door aan de jagers, die haar op hun beurt opzoeken op Google en aan haar kenbaar maken dat zij weten wie ze is. Wat rest: een kritisch boek over de jacht schrijven (In een groen knollenland (2021)). ‘Niet dat het helpt, maar ik dacht: het is goed als er tegengeluid komt.’
Is het dan niet érger een gelukkig dier te doden?
Na een Pauw-fragment (over vrouwelijke jagers uit 2016) beklaagt Dumon Tak zich over het aloude argument dat geschoten vlees ‘eerlijker’ zou zijn, omdat een dier gelukkig was. Is het dan niet érger een gelukkig dier te doden? Op dit moment hoop je als kritische kijker dat Maassen wat tegengas geeft, hij is tenslotte de interviewer. Hij doet een lauwe poging: misschien is een haas in het wild wel helemaal niet gelukkig? Daar blijkt Dumon Tak een prima antwoord op te hebben: uit onderzoek blijkt dat hazen véél meer stress ervaren tijdens het jachtseizoen. Geen jachtseizoen, geen stress en een gelukkige haas.
Langzaam maar zeker lijkt Maassen op dit punt in het gesprek te merken dat hij er niet echt deel meer van is. ‘Ik weet niet wat ik nu moet zeggen,’ zegt hij. En eerder al: ‘Ik ben het zo met je eens dat ik niet weet wat ik, wat ik… Je legt het zo goed uit.’ Dat is jammer. Had Maassen zijn gast vaker tegengesproken, zoals Van Dis in 1991 Renate Dorrestein durfde tegenspreken, dan had Dumon Tak als een moderne Dorrestein vlijmscherp en eloquent kunnen antwoorden, en was haar wereld nóg meer voor ons opengegaan.
Net als andere zomers bespreken we ook dit jaar de grootmoedige, strijdbare en soms stroeve gesprekken die in Zomergasten worden gevoerd. Lees hier alle besprekingen.

Marte Hoogenboom (Amersfoort, 1994 en Amsterdam, 2019) was eindredacteur, toen adjunct-hoofdredacteur, toen hoofdredacteur, toen magazinechef en nu weer eindredacteur bij Hard//hoofd. Tussen het uitstellen door schrijft ze aan haar debuut, dat in 2041 verschijnt.

Niek van Ooijen is stripmaker en illustrator. Zowel Nieks werk als zijn vrije tijd kenmerken zich door een voorliefde voor en interesse in de natuur en de mens in alle soorten en maten. Een goeie film en een speciaalbiertje op zijn tijd zijn ook niet mis.