37,5 miljard geeft de Nederlandse staat jaarlijks uit aan ‘fossiele subsidies’, aldus berekeningen die deze week werden gepubliceerd. Behalve verontwaardiging over de hoogte van dat cijfer zag Marte Hoogenboom ook een heilloze discussie over de term ‘subsidies’. ‘De grootste catastrofe in de geschiedenis van de mensheid is niet het moment voor afleidingsmanoeuvres.’
‘De banners moeten weer overgeschilderd worden’, schreef woordvoerder en boegbeeld van Extinction Rebellion (XR) Lucas Winnips maandagochtend op X/Twitter. Een drietal organisaties publiceerde die ochtend een nieuw onderzoek waaruit bleek dat de Nederlandse staat jaarlijks niet minder dan 37,5 miljard aan ‘fossiele subsidies’ verstrekt, grotendeels in de vorm van belastingvoordelen voor industriële reuzen. Om de overheid te dwingen te stoppen met zulke subsidies, wil Winnips vanaf zaterdag permanent de A12 in Den Haag blokkeren, samen met minstens tienduizend anderen. Zou de regering daar gehoor aan geven, dan zou Nederland in één klap zijn klimaatdoelen voor 2030 kunnen halen, denkt Milieudefensie, een van de opdrachtgevers voor het onderzoek en een van de ruim 170 organisaties die de blokkade steunen.
De cijfers over fossiele subsidies stijgen zo mogelijk nog sneller dan de zeespiegel
Het is niet voor het eerst dat onderzoekers uitzoeken hoeveel belastingvoordelen de Nederlandse staat aan de fossiele industrie geeft. De uitkomsten stijgen zo mogelijk nog sneller dan de zeespiegel: in 2019 sprak het kabinet nog van 4,5 miljard (met als kanttekening dat het een conservatieve schatting was), twee jaar later sprak XR zelf van 17,2 miljard (berekening door een oud-Europarlementariër), deze zomer van 30 miljard (nieuwe berekening, zelfde oud-Parlementariër) en nu dus 37,5 miljard. Minister Jetten van Economische Zaken en Klimaat (EZK) spreekt de cijfers niet tegen en zegt op Prinsjesdag met een eigen berekening te komen.
De banners moeten weer overgeschilderd worden. #StopFossieleSubsidies #A12blokkade https://t.co/nKhtKsgPmG
— lucas winnips (@LWinnips) September 4, 2023
Gifgroen en Shell-geel
Minder koelbloedig dan Winnips en Jetten reageerde VVD-Tweede Kamerlid Silvio Erkens, woordvoerder Energie en Klimaat namens zijn partij. Al was het niet de inhoud van het rapport die hem dwarszat. Erkens ergerde zich gifgroen en Shell-geel aan het achteloze gebruik van het woord ‘subsidies’ in het rapport en in de media. ‘Verbazingwekkend’, noemde hij het op X/Twitter.
Volgens Erkens zou er nauwelijks sprake zijn van echte subsidies, wel van ‘fiscale vrijstellingen of lagere belastingtarieven’, die in het leven zouden zijn geroepen om Nederlandse bedrijven te kunnen laten concurreren met het buitenland. (In elke VVD’er schuilt immers een vestigingsklimaatactivist. Oud grapje.) Verderop in zijn ‘uhm, actually…’-betoog stelt Erkens dat de focus zou moeten liggen op CO2-reductie, en dat een discussie over fossiele subsidies zou ‘vastlopen’.
Het IMF spreekt van 7 biljoen dollar per jaar aan – jawel – fossiele subsidies
Ook Nu.nl dook in de vraag of fossiele subsidies ‘echt subsidies’ zijn. De redacteur vond van niet: subsidies krijg je namelijk van tevoren, bijvoorbeeld voor je elektrische auto of je zonnepanelen, en in het geval van fossiele subsidies zou het gaan om ‘indirecte financiële voordelen’. Van de zucht die ik sloeg had je een klein windmolenpark draaiende kunnen houden.
Verbazingwekkend dat je nu overal leest dat er 37,5 miljard euro aan fossiele subsidies zou zijn. Verduurzaming heeft topprioriteit en waar perverse prikkels bestaan moeten ze verdwijnen. Het is dan wel van belang dat we bij de feiten blijven. Kort 🧵 https://t.co/RlYpPqrfI1
— Silvio Erkens (@SilvioErkens) September 4, 2023
200 duizend dollar per seconde
Valt er dan geen discussie te voeren over de vraag of je de forse belastingvoordelen, die het Rijk aan fossiele reuzen geeft, ‘subsidies’ kunt noemen? Zeker wel, en dat is gelukkig zelfs al voor ons gedaan door de Wereldhandelsorganisatie (WTO), in samenwerking met het VN-Milieuprogramma. De WTO hanteert een definitie van subsidies waarin ‘misgelopen belastinginkomsten’ als een expliciet voorbeeld worden genoemd. De onderzoekers van het rapport van 4 september hebben die definitie losgelaten op de Nederlandse situatie en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat hanteert voor haar Prinsjesdag-berekening dezelfde definitie.
In vrijwel elke publicatie over het rapport werd uitgelegd wat werd verstaan onder ‘subsidies’
Ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF), zeg maar het Vaticaan voor VVD’ers, stelde eind augustus in een rapport dat overheden wereldwijd jaarlijks 7 biljoen dollar (ruim 200 duizend dollar per seconde) uitgeven aan – jawel – fossiele subsidies. In haar rapport noemt het IMF het rekenen van minder btw over fossiele brandstoffen een ‘impliciete subsidie’, die niet mag worden genegeerd in een berekening van de kosten van de fossiele economie. De auteurs schrijven er zelfs achteraan dat de environmental costs – de prijs die het klimaat voor onze energie betaalt – minstens zo wezenlijk zijn als de materiële kosten van grondstoffen en aanvoer.
Afleidingsmanoeuvre
Je kunt natuurlijk denken: één X’er/Twitteraar die moeilijk doet over een term, waarom daar zo over vallen, ook al is hij toevallig Kamerlid. Maar Erkens’ pleidooi voor ‘zorgvuldig taalgebruik’ in het gesprek over de klimaatcrisis staat voor meer. Het lijkt me namelijk onwaarschijnlijk dat Erkens écht denkt dat de WTO, de VN, het IMF, het ministerie van EZK en gerenommeerde economen achteloos omspringen met de term ‘fossiele subsidie’. Ook journalisten deden hun plicht: vrijwel elke publicatie en uitzending die over het rapport van 4 september verscheen, legde bondig en duidelijk uit wat in het onderzoek werd verstaan onder ‘subsidies’. Als woordvoerder Energie en Klimaat moet Erkens die artikelen onder ogen hebben gekregen.
Een discussie over de term ‘subsidies’ lokt gesprekspartners in een heilloos achterhoedegevecht
Dat gekozen volksvertegenwoordigers, nota bene woordvoerders van de grootste partij op een thema dat zó urgent is als de klimaatcrisis, ervoor kunnen kiezen om in het gezicht van die crisis een sleetse semantische discussie te voeren, is beangstigend: het doet kwade trouw vermoeden en/of op zijn minst verwijtbare incompetentie (wat zou erger zijn?). Koste wat kost een discussie willen voeren over een term als ‘subsidies’ frustreert het gesprek over de radicale koerswijziging die nodig is om de ergste gevolgen van klimaatontwrichting te beperken, en lokt gesprekspartners in een heilloos achterhoedegevecht. De grootste catastrofe in de geschiedenis van de mensheid is niet het moment voor afleidingsmanoeuvres – als iets anders kan Erkens’ betoog namelijk niet worden geïnterpreteerd.
In zijn draadje roept Erkens ons op ‘bij de feiten te blijven’. Laten we dat doen. Laten we fossiele subsidies noemen wat ze zijn: laten we voortaan spreken van het op onvoorstelbare schaal financieren door overheden van de eerste door mensen aangedreven massa-extinctie in de geschiedenis van de planeet, waarbij inmiddels dagelijks rond de vijftig plant- en diersoorten uitsterven (conservatieve schatting) met een uiteindelijke geschatte uitsterving van tot wel een kwart van alle levenssoorten, het onomkeerbaar onleefbaar maken van volledige ecosystemen, het ontwrichten van gemeenschappen en economieën, het moedwillig verwoesten van de levens van miljoenen mensen, die westerse welvaart met de dood bekopen of noodgedwongen hun heil elders moeten zoeken. Of zeg gewoon subsidies, want dat past aanstaande zaterdag tenminste op een protestbordje.
Beeld: Marek Piwnicki/Unsplash