Geen veroordelende activist, maar een meedogende arts schoof gisteravond aan bij Janine Abbring. Wanda de Kanter deed er alles aan om ons duidelijk te maken dat patiënten nooit schuld hebben aan hun ziekte. De schuld van de vele slachtoffers van tabak legt ze neer bij een nalatige overheid.
Waar het bestaande vooroordeel over artsen luidt dat zij vooral geïnteresseerd zijn in de technische kant van hun beroep en niet in de mensen, liet longarts Wanda de Kanter gisteravond precies het omgekeerde zien. Echte dokters huilen ook, aldus de titel van een boek van een collega die de inzichten op zijn eigen functioneren en zijn beroepsgroep deelt nadat hij zelf kankerpatiënt in zijn eigen ziekenhuis was geworden. Uiteraard is De Kanter ook geïnteresseerd in de technische kant van haar vak, wat spreekt uit haar keuze voor een fragment over internationaal toponderzoeker René Bernards en haar bewondering voor hem (“de Johan Cruijff van de wetenschap”, nog een held van De Kanter). Maar de nadruk van de avond ligt op de achtergrond en beleveniswereld van de patiënt.
De Kanter scheidt werk van privé, ze moet wel. Daardoor lukt het haar om ’s nachts niet wakker te liggen van al het leed dat ze overdag ziet, ook al heeft ze alle gesprekken die ze ooit met patiënten gevoerd heeft nog steeds in haar geheugen. Haar grootste angst is om tekort te schieten, in haar diagnose, in haar ‘kwartiertje’ met de patiënt, waarin zij een slechtnieuwsgesprek voert of een behandelplan doorneemt.
Als René Bernards de Johan Cruijff is, is De Kanter de Paul de Leeuw van de medische wetenschap
Ze heeft ‘het kwartiertje’ zelf ook meegemaakt als naaste van haar jongere broer Wieger, die de kanker uiteindelijk niet zou overleven. Wat kan er dan in godsnaam troosten? Voor haar was dat onder andere de documentaire van Nick Cave, One More Time With Feeling. Cave verloor zijn tienerzoon en spreekt intens en waarachtig over rouw, hoe die je terugtrekt als een elastiek. Maar breder dan deze documentaire zit troost voor De Kanter in de kracht van muziek. We zien een fragment van Ramses Shaffy, die door de gevolgen van Korsakov zeer is aangedaan, maar door muziek weer haarscherp zijn eigen liederen prachtig ten gehore kan brengen. De Kanter vertelt erbij dat uit onderzoek is gebleken dat in ons geheugen muziek het langst bewaard blijft, en dat er goede aanwijzingen zijn dat muziek ons minder depressief en zelfs gelukkiger maakt. In een fragment uit De schreeuw van de Leeuw (1992) zien we de kracht van muziek verbeeld door aidspatiënt René Klijn bij Paul de Leeuw, die samen het lied Mr. Blue ten gehore brengen.
De Kanter uit haar bewondering voor Paul de Leeuw, die in de aflevering niet alleen het stigma op de ziekte beetpakt, maar ook oprechte interesse toont in René en compassie heeft. Om vervolgens weer de brug naar haar beroep te maken: mensen hebben nooit schuld aan hun ziekte. Niet aan hiv, niet aan longkanker. En: “Artsen hebben ook compassie.” Waar De Kanter De Leeuw mee complimenteert is wat haarzelf typeert. Als René Bernards de Johan Cruijff is, is zij de Paul de Leeuw van de medische wetenschap.
Als arts moet je je verdiepen in de mens achter de patiënt. De Kanter vindt dat palliatieve zorg hierin tekortschiet. Hoe houd je het vol, de spanning van elke drie maanden weer een scan? De combinatie van je ziekte met je privéleven? Dat zouden, naast ‘heb je pijn’, structurele vragen aan (ex-)patiënten moeten zijn. Haar zorgen hierom nemen toe nu de druk op verpleegkundigen toeneemt, ziekenhuizen soms zalen of bedden moeten sluiten en diensten niet gevuld krijgen met personeel.
Sigaretten zijn verslavend ‘by design’
Niet alleen zorg schiet tekort, maar meer nog de bestrijding van het ontstaan van de ziekte. Het grote aantal slachtoffers van roken kent meerdere structurele oorzaken. Dit begint al in ons DNA: verslavingsgevoeligheid is erfelijk bepaald. Maar meer nog dan dat is onze achtergrond bepalend, wat De Kanters eerste fragment uit Over de Streep van Jessica Villerius (2010) illustreert. De Kanter vult aan: er is een kloof tussen hoog- en laagopgeleid Nederland. Daarom geldt het credo It takes a village to raise a child. Er zijn mensen die minder goed voorbereid zijn verstandige keuzes te maken. Zelf begon De Kanter op haar twaalfde met roken toen zij, uit het zicht van haar ouders, op kostschool terechtkwam. Haar roken werd wel bestraft, maar niet de straf van het in alle zwaarte voelen van de teleurstelling van je ouders. En dat opvoeding bepalend is, illustreert ze met het welbekende hilarische fragment uit Little Britain waarin een andere orale verslaving aan bod komt. Het “bitty-effect”, blijft dit heten in de rest van de uitzending.
De Kanters activistische leven komt eigenlijk pas in de tweede helft van de aflevering uitgebreid aan bod. Het voelt inmiddels niet meer als een verrassing hoe de arts naar de tabaksindustrie kijkt: het activisme vloeit voort uit haar visie op mens en gezondheid, het past bij haar. Vrijwel moeiteloos somt ze het ene na het andere alarmerende feit op: kinderen kennen op hun negende al drie sigarettenmerken. Philip Morris lobbyt met succes onder Europarlementariërs, die je in debatten hun argumenten hoort echoën. Er zijn in Nederland 60.000 verkooppunten van tabak en nog geen aanwijzingen dat dit er minder gaan worden. Elke dag beginnen zeventig kinderen met roken. Twee op de drie rokers sterft aan de gevolgen van roken. En tegelijkertijd verandert er al decennia vrijwel niets.
Sigaretten zijn verslavend ‘by design’: de industrie voegt welbewust stoffen toe met dit doel. Dit is legaal, zo werd onlangs teleurstellend genoeg bevestigd door een uitspraak van het hof. Wanda de Kanter is hierdoor van mening dat de staat medeplichtig of op zijn minst nalatig is, en daardoor schuldig aan de dood van rokers. Hoe blijf je gemotiveerd om deze strijd te blijven voeren? vraagt Abbring. Het antwoord van De Kanter: haar patiënten. Niet alleen omdat zij bij bosjes blijven sterven. Maar omdat zij zichzelf de schuld blijven geven. Dát is waar zij zich niet bij neer kan leggen. Uit compassie.