Asset 14

8 + 5 + 36 + 9

8 + 5 + 36 + 9

'Terwijl de kamer om me heen tolde en jouw krullen en Jasons lach bij elk rondje langs flitsten in een waas van wijn, muziek en liefde, leek het leek alsof er nooit iets zou veranderen.' Een kort verhaal van Nora van Arkel.

Onze vriendschap duurde 8 jaar. We woonden samen in een klein appartement aan de Lijnbaansgracht, een plek die jij vond na maar één dag zoeken, waardoor ik vermoedde dat je het aanbod al geaccepteerd had voordat je mij erover vertelde. Ik maakte er geen probleem van, want vanaf het begin regelde je van alles voor me en mijn leven werd er alleen maar beter op. Toen jij voor het eerst je zorgverzekering zelf moest regelen van je ouders, zocht je alles uit – ook voor mij. Het enige wat ik nog hoefde te doen was tekenen, en betalen. Je kocht een nieuwe dekbedhoes voor me om onze verhuizing te vieren, en een nieuw bureau. We fietsten samen naar mijn eerste college, zodat ik de weg niet kwijt zou raken. Toen mijn opa binnen een week ziek werd, in het ziekenhuis belandde en overleed, bakte je pannenkoeken voor me. Dat was het enige eten dat ik binnen kon houden als ik me slecht voelde, en dat wist je. Ik zat op een van de vier krukken aan onze hoge IKEA-bartafel en keek toe hoe je eieren, melk en bloem op gevoel door elkaar mixte. Ik heb je nooit een weegschaal of maatbeker zien gebruiken. Toch smaakte alles wat je maakte altijd precies zoals het bedoeld was. Wanneer ik kookte overheerste de smaak van houtskool, zout, of een willekeurig kruid waarmee ik uitgeschoten was. Je glimlachte altijd als je mijn eten at, alsof iemand iets grappigs in je oor fluisterde. Je klaagde nooit.

Toen ik een week wegging op veldwerk, ontdekte ik, terwijl ik mijn rugzak op het krakerige stapelbed aan het uitpakken was, dat je een foto tussen mijn kleren had gestopt. Het was een polaroid waar we samen opstonden, jij met je handen in de lucht en je krullen in mijn gezicht, ik met een grote grijns en mijn ogen dicht. Het was de eerste avond die we samen doorbrachten, het soort avond waar er nog vele van volgden. Ik dacht dat de foto kwijt was, verloren, maar in die week zonder jou vond ik hem elke avond opnieuw in mijn handen.

Ik had het naar mijn zin in de kleine, veilige wereld die we met zijn drieën gebouwd hadden, inclusief de eindeloze voorraad aan bubbeltjeswijn – totdat onze stufi op was.

Vanaf het moment dat jij Jason leerde kennen was ik bang dat het minder zou worden. Dat onze avonden samen op de bank of aan de bar verruild zouden worden voor iets romantischer, iets beters. Maar in plaats daarvan maakte je ruimte voor mij in jullie prille relatie. We gingen met zijn drieën uit eten, naar de film. In het donker hield je mijn hand vast. Nooit had ik het gevoel dat ik te veel was, ongewenst. Als jullie tijd alleen nodig hadden, dan zei je: ‘Het is tijd voor seks, Sanne,’ en stuurde luchtkusjes mijn kant op en aaide over mijn hoofd, net zo lang tot ik in mijn kamer verdween. Daar luisterde ik glimlachend naar het kraken van jouw bed, blij dat je iemand gevonden had met wie je dat kon delen.

Soms kwam je ’s avonds mijn slaapkamer in en kroop je, zonder iets te zeggen, naast me onder de dekens. Dan legde je zo zacht mogelijk een arm om me heen en viel vrijwel meteen in slaap. Ik bleef dan nog een hele tijd wakker en genoot van jouw lichaam, zo dicht bij het mijne. Je rook naar kamille, door de olie die je voor het slapengaan zorgvuldig in je haar masseerde. Ik keek naar de orchidee naast mijn bed en probeerde zo stil mogelijk te liggen, om je niet wakker te maken. Als ik dan vervolgens toch wakker werd in een lichte, lege kamer, was jij al bezig met ontbijt maken, voor ons.
8 + 5 + 36 + 9
Toen het einde van je bachelor eindelijk in zicht kwam, plande je de anderhalf jaar erna vol met stages, maar allemaal in Nederland, zodat je niet hoefde te verhuizen. Je zei dat je nooit zonder mij zou willen wonen, en zonder Jason, natuurlijk, want hij zat naast je op de bank. Na al die jaren waren jullie nog steeds samen en was ik nog altijd niet klaar met sommige vakken uit het eerste jaar. Het stoorde me niet, ik had het naar mijn zin in de kleine, veilige wereld die we met zijn drieën gebouwd hadden, inclusief de eindeloze voorraad aan bubbeltjeswijn – totdat onze stufi op was.

We vierden dat we vier jaar in ons appartement woonden door een groot feest te geven voor al onze vrienden. Je zag het als een excuus om een deel van de meubels die ik mee had gebracht te vervangen door nieuwe en alles zag er spic en span uit. Jason stond al vanaf het begin van de avond achter een klein tafeltje naast de deur, waar hij cocktails schudde voor iedere nieuwe binnenkomer. Uiteindelijk kende ik maar de helft van de gezichten en had het geregend buiten, waardoor niet alleen het trappenhuis maar ook de vloer van ons appartement met modder bekleed raakte. De kamers stonden vol met mensen en jij leek het enorm naar je zin te hebben. Je had een kort, strak jurkje aan en je krullen golfden over je schouders bij elke stap, van het ene sociale praatje naar het andere. Ik zat op de bank en keek toe hoe mensen die ik nog nooit eerder had gezien het laatste van de sterke drank inschonken, die ik had uitgezocht en jij had ingeslagen. Ik vroeg me af waarom ik hier nog was, maar bedacht dat jij de reden was, en bleef zitten. Een paar jaar later gingen we voor de zoveelste keer met zijn drieën op vakantie. Je kocht interrailkaartjes – het laatste jaar dat we daar gebruik van mochten maken voor we te oud waren, dat mocht maar tot je 26e – en stippelde een route uit. Jason zat naast mij op de bank, terwijl jij aan de keukentafel zat met je laptop.

‘Milaan?’ vroeg je, ogenschijnlijk aan niemand in het bijzonder, maar ik ging er vanuit dat je het alleen hardop zei om Jason erbij te betrekken. Het antwoord dat telde was het mijne.
‘Ik heb gehoord dat Milaan saai is, als je niet van fashion houdt,’ zei hij.
‘Dan doen we Florence,’ zei je beslist. Zonder mij ergens om te vragen.
Jason boekte het hostel met één hand aan de computer, en zijn andere arm om jouw schouders.

Een minuut duurt nog steeds even lang, of de klok nu goed staat of niet.

In de trein sliep jij met je hoofd op mijn schoot en je benen uitgestrekt over Jason. Af en toe keken Jason en ik elkaar kort aan, maar dan richtten we ons snel weer op het deel van je lichaam dat je ons toebedeeld had. Zachtjes aaiden we je en jij sliep alsof je in jaren niet geslapen had. Florence bleek prachtig, maar ons hostel krakkemikkig. Je zei tegen mij dat we het verdomme hadden kunnen weten en ik knikte, ook al wist ik niet precies wat je bedoelde. Jason keek je die eerste avond amper aan en voor het eerst had ik het gevoel dat ik iets miste, dat jullie iets zonder mij hadden, maar de gedachtes werden verdreven door jouw armen om mijn schouders, jij die op mijn rug sprong en me gierend van het lachen aanspoorde om over de pleinen te rennen, door de Italiaanse nacht. Toen jij al was gaan slapen stond ik op het balkonnetje van onze hostelkamer, enigszins bang dat het me niet zou houden, maar gerust met het idee in deze tijdloze stad te pletter te vallen. Jason kwam naast me staan en keek naar boven, naar de sterren. Even voelde ik zijn zachte hand om de mijne, maar voor ik het wist was hij weer binnen, zijn tanden aan het poetsen. Ik ging in het kriebelige bed liggen en keek naar de onderkant van het matras boven me, waar jij op lag, onzichtbaar maar toch dichtbij, tot lang nadat het om ons heen stil was geworden.

Jouw werk bracht je door heel Nederland, maar altijd sliep je thuis. Soms was Jason er, soms niet, maar alle dagen dronken we thee voor het slapengaan, ook al was je er pas om drie uur ’s nachts. Als ik op de bank in slaap was gevallen, de bank die je lang geleden in plaats van de mijne had gezet, die veel lekkerder sliep, maakte je me wakker met een zachte aai over mijn wang, een lok haar achter mijn oor. Ik werkte vlakbij huis, nog altijd hetzelfde huis, en stapte elke dag op de fiets, hoewel ik net zo goed had kunnen lopen. De dagen waarop we alle drie samen waren, brachten we door met eten, films, cava en dansen in de woonkamer. Terwijl de kamer om me heen tolde en jouw krullen en Jasons lach bij elk rondje langs flitsten in een waas van wijn, muziek en liefde, leek het leek alsof er nooit iets zou veranderen.

*

Vijf korte, ongemakkelijke minuten duurde de seks met Jason. We waren op weg om een cadeau voor je te halen, voor je 27e verjaardag, dat peperdure servies dat ze alleen in Utrecht verkochten en dat je al zo lang wilde, omdat je het mijne niet mooi genoeg meer vond. Toen we op de trein stonden te wachten, zag ik in Jasons ogen die blik die hij normaal alleen voor jou bewaarde. Ik keek naar beneden en ja, daar was de karakteristieke bolling in zijn broek. Ik kon het niet helpen en maakte – midden op het perron – de beweging die ik jou al zo vaak had zien maken, mijn vingers omsloten de stof van zijn broek. Bij de aanraking sloot Jason zijn ogen, drukte mijn hand steviger tegen zich aan en liet al zijn adem in één zucht lopen.
8 + 5 + 36 + 9
Eenmaal in de wc, bleef zijn been vastzitten in zijn broekspijp, wat zeker een minuut gekost moet hebben. Uiteindelijk besloten we het gewoon te doen met zijn broek op de vloer van het toilet. Achter de muur waar mijn wang tegenaan gedrukt zat – precies naast de witte spoelknop – reden de treinen voorbij. Ik voelde de trillingen door de muur, tussen de stoten van Jason door, waarbij zijn bovenbenen tegen mijn billen kletsten. Hij kreunde veel te luid voor een openbare plek, en ik sloeg naar achteren, raakte op goed geluk zijn been, wat hem alleen maar aanmoedigde. Hij kwam niet veel later en ik voelde hoe wat in jou hoorde te zitten in mij leegliep, pulserend als een langzaam stervend hart.

De ruzie tussen jou en Jason duurde 36 minuten. De ovenklok liep verkeerd, maar toch keek ik er nog op. Het was fijn om een soort houvast te hebben, ook al wist ik dat het niet gebaseerd was op de waarheid. Een minuut duurt nog steeds even lang, of de klok nu goed staat of niet.

Toen we binnenkwamen zonder cadeau, wist je dat er iets mis was, want je wist wat we gingen doen – we hadden immers geen geheimen voor elkaar. Ik kon je  niet aankijken en kroop weg in het hoekje van de bank, de bank die jij had gekocht omdat je na twee jaar uitgekeken was op de mijne. Intussen begonnen er gaten in de mooie stof te vallen, waardoor het lelijke, gele schuim eronder zichtbaar werd. Ik plukte aan de randen, waardoor er steeds meer uitpuilde. Ik herkende je stem haast niet, zo lelijk, zo jaloers. Je was er zo zeker van dat ik iets fout had gedaan.

Het koste me maar negen minuten om twee tassen in te pakken. De meeste van mijn spullen waren ingeruild voor beter, nieuwer. Geüpgraded, noemde je dat, alsof je een beter abonnement had afgesloten, nu met nog meer zenders waar je toch nooit naar ging kijken. Het enige dat ik je nooit had laten weggooien was mijn paars met witte orchidee, die ik tegen ieders verwachting in – ook die van mij – als sinds de dag dat ik uit huis ging zelf in leven hield. Elk jaar bloeide hij weer, niet uitbundig, maar gematigd, gedoseerd. Hij nam niet de ruimte over waar hij in stond, hij zette niet alles naar zijn hand. Hij was een subtiele aanwezigheid, met een schoonheid die pas opviel als je er lang genoeg de tijd voor nam om na te denken hoe zo’n bloem uit zo’n verkreukeld stokje kon groeien. Je had er niet één keer naar gekeken.

Mail

Nora van Arkel kan niet zonder kaasplankjes, genre-overschrijdende schrijfexperimenten, Ottolenghi en haar eeuwig uitdijende boekenkast. // nora@hardhoofd.com

Femme ter Haar is illustrator en animator. Ze fietst rond door haar woonplaats Utrecht met een schetsboek vol krabbels en een hoofd vol ideeën. In haar werk zoekt ze naar manieren om juist datgene dat moeilijk onder woorden is te brengen te verbeelden, om zo de onbegrijpelijke wereld om haar heen iets beter te begrijpen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer