Iedereen heeft er weleens last van: het gevoel vast te zitten in de dagelijkse sleur. Tijdens een bezoek aan de plaatselijke supermarkt besluit Hilde om de teugels van haar leven eens flink te laten vieren.
Mijn leven is een appel, dacht Hilde Hartsuikers toen ze met haar boodschappen naar huis terugfietste, rond en saai, een doodgewone Elstar. De gebeurtenissen van zojuist in de Jumbo hadden haar wakker geschud, het had allemaal best langer mogen duren. Haar oren suisden nog na en ze kon wel wat lipgloss gebruiken, maar ze zat op de goede weg: haar leven zou snel weer een passievrucht worden. Of een banaan desnoods.
Op de smalle gangpaden tussen de schappen had het gekrioeld van de mensen. Ze graaiden naar de producten alsof er over een uur niets meer te krijgen zou zijn. Vandaag eens geen doperwten, dacht Hilde, vandaag moet alles anders. Mandarijnen en witlof dus. Dat at ze normaal gesproken nooit.
Ze had niet meteen een net met mandarijnen kunnen pakken: een vrouw versperde haar de weg terwijl zij het etiket van de bio-sinaasappels probeerde te ontcijferen. Toen Hilde wilde omlopen, moest ze bij de weegschaal wachten op een jongen met dopjes in zijn oren. Het was hier ook allemaal zo krap.
Ze herinnerde zich hoe ze het liedje samen hadden geluisterd. En hoe het weer zou moeten worden, nu het nog kon, nu ze nog aan de jonge kant was.
‘Groente wordt tegenwoordig bij de kassa gewogen,’ zei Hilde. Ze tikte op zijn rug en wees op de broccoli in zijn handen. ‘De weegschaal print geen etiketjes meer.’
De jongen haalde een dopje uit zijn oor en keek haar geërgerd aan. De muziek die hij tussen duim en wijsvinger hield, loste op tussen de groente. Op zijn T-shirt stond met grote letters Lost Highway. ‘Ik wil gewoon weten hoeveel ik koop,’ zei hij. ‘Heeft u daar last van, of wat?’
Op dat moment spatte achterin de winkel glas uiteen op de tegels. Tegelijkertijd veranderde er iets in de omgeving. De lucht leek te trillen, een zacht zinderen dat Hilde alleen kende van strandvakanties met parasols en bruine lichamen in de discotheek. Ze glimlachte. De jongen haalde ook het andere dopje uit zijn oor.
Uit de intercom klonk de muziek boven hun hoofden steeds harder, een keyboard, een achtergrondkoortje. Het hoofd van de puberjongen nam het ritme over. Hij pakte de broccoli van de weegschaal, gooide hem ritmisch dansend in de lucht, een keer, twee keer, drie keer, steeds hoger, tot de broccoli op de grond terechtkwam. Een kind van een jaar of zeven griste de stronk als een rugbybal mee en verdween achter het vlees. De kip was in de aanbieding.
Een donkere mannenstem zette het eerste couplet in. Sea, Sex and Sun. Gainsbourg. Jeanine. Ze herinnerde zich hoe ze het liedje samen hadden geluisterd. En hoe het weer zou moeten worden, nu het nog kon, nu ze nog aan de jonge kant was. Met of zonder Jeanine, dat maakte niet uit. Ze moest weg van de appels, weg van de bureaustoel, weg van lekker even met de poes op schoot terwijl de doperwten ontdooien.
Ze voelde haar oorschelp heet worden van zijn adem, en ook een beetje vochtig. ‘Er is nog plek tussen het brood.’
‘Ik wil er graag langs,’ riep Hilde, ‘Ik moet verder. Naar de witlof.’
De bio-vrouw stond vlak achter haar met de mandarijnen in haar mand. ‘Verder?’ vroeg ze terwijl ze met haar wijsvinger haar brilletje terug omhoog duwde. ‘Willen we dat niet allemaal?’ Ze schudde haar grijze haren los, bewoog haar heupen op het ritme van de muziek. Hilde kon haar nauwelijks verstaan, zo hard zong het achtergrondkoortje nu.
Een blozende man met bananen in zijn mandje knikte: ‘Gaat u maar lekker. Het is voor mij ook spannend.’
‘Hopla!’ riep de puberjongen. ‘Ik begin wel! Ik was toch al warm.’ Hij ritste zijn jas open, kwam dicht op Hilde staan en stak zijn armen in de lucht. Zijn ongetemde zweetlucht vermengde met de geur van appels. Voor haar gezicht begonnen de letters Lost Highway op het T-shirt te dansen. Ze merkte dat ze naar hem toe bewoog. Sea, Sex and Sun klonk vanuit het plafond. Eerst het achtergrondkoortje met het Engelse refrein. Toen Gainsbourg: Le soleil au zénith, vingt ans, dix-huit, dix-sept ans à la limite, je ressuscite, sea, sex and sun, toi petite, tu es de la dynamite.
Normaal deed Hilde het niet met mannen, maar voor vandaag maakte dat niet uit.
‘U durft niet hè?’ vroeg de bananenman. ‘Komt u maar, ik help u wel.’ Hij nam haar hand, trok haar bij de bio-vrouw en de puberjongen vandaan, leidde haar langs de tomaten en de witlof. Bij de kruidenplantjes hield hij stil, zijn arm stevig om haar middel.
‘Ik zou graag ruige seks met u willen,’ fluisterde hij in haar oor. Ze voelde haar oorschelp heet worden van zijn adem, en ook een beetje vochtig. ‘Er is nog plek tussen het brood.’
Ze keek opzij, naar zijn blozende gezicht en de bananen in het mandje. ‘Tussen het brood?’ vroeg ze.
‘Of wilt u liever op de kazen?’ Hij wees naar de ijskast met de Camembert en de Bleu d’Auvergne. ‘Maar daar liggen wel al mensen.’
‘Nee.’ Hilde glimlachte, schudde haar hoofd. ‘Tussen de broden lijkt me prima.’
Sea, sex and sun. De man pakte haar hand en trok haar mee naar de bakkersafdeling. Le soleil au zénith, zong Gainsbourg, me surexcitent, tes p'tits seins de bakélite, qui s'agitent. Normaal deed Hilde het niet met mannen, maar voor vandaag maakte dat niet uit. Twee vrouwen lagen al te vrijen op de vleeswaren, ze hadden de salami opzij geschoven. Op de kazen knuffelde de bedrijfsleider van de supermarkt met iemand die onzichtbaar onderop lag en de vakkenvuller stond bovenop de chips-stelling te zoenen met het meisje van de kassa, terwijl de puberjongen met zijn broek op de enkels toekeek hoe hun tongen als naaktslakken om elkaar heen kronkelden.
Langzaam kleedde ze zich uit, eerst haar panty, toen haar jurk.
Hilde ging op de manden liggen. Het brood onder haar hoofd was warm en rook heerlijk vers. De bananenman trok playbackend zijn jas uit, daarna ook zijn trui, schoenen en broek. Zijn ruitjesblouse hield hij aan.
‘Wacht,’ riep Hilde over de muziek heen. Ze kwam overeind. ‘Het is misschien handiger als ik me ook uitkleed.’
‘Dat lijkt me wel,’ riep de bananenman terug. Hij stak zijn armen in de lucht, gooide zijn hoofd achterover, danste het refrein mee. Hilde zong Sea, Sex, and Sun en draaide uitdagend om de bananenman heen. Langzaam kleedde ze zich uit, eerst haar panty, toen haar jurk. De bananenman glimlachte. Ze kuste hem, hij smaakte naar rauwe wortel en aubergine. Ze haalde haar lippen van de zijne en veegde ze af. Hij maakte meteen een zak met croissants open en begon te eten.
‘Wil je niet verder dan?’ vroeg ze.
Het omaatje jongleerde met eieren en zigzagde in een steunonderbroek tussen de lichamen door terwijl ze af en toe iemand op zijn billen petste.
Hij knikte. ‘Jawel. Ik dacht: met haar zou ik wel een beschuitje willen eten, alleen bij deze muziek horen geen beschuitjes. Wél croissants. Wil je er ook een?’
Ze schudde haar hoofd. De vrouwen uit de vleeswaren kwamen swingend op haar af, trokken aan haar armen, duwden haar weg van de broodmanden. De puberjongen ging bij de bananenman liggen. Samen aten ze van hetzelfde croissantje, terwijl de bio-vrouw giechelend onder hun voeten kietelde met een afwasborstel.
Hilde danste. Ze voelde haar borsten deinen en haar billen trillen. Het kassameisje met de zware wimpers bewoog zwoeler dan zij en de vrouwen uit de vleeswaren konden niet van elkaar afblijven, maar het maakte niet uit, want Gainsbourg bleef zingen. De bio-vrouw stak de afwasborstel in de lucht, zwaaide ermee in het rond terwijl ze haar heupen van links naar rechts zwiepte. Vanuit het gangpad met de pasta kwam een sliert lichamen in polonaise tevoorschijn. Alleen de wat oudere mensen hadden hun ondergoed aangehouden.
Ik heb het gevoel dat u misschien niet helemaal aan uw trekken bent gekomen.’
Een rollator stond behoorlijk in de weg, het omaatje jongleerde met eieren en zigzagde in een steunonderbroek tussen de lichamen door terwijl ze af en toe iemand op zijn billen petste. Gainsbourg bleef maar door de speakers hijgen. Hilde zwaaide met haar armen, deed iets wat op een pirouette moest lijken. Ze had het warm en kuste in het rond, tussen haar borsten parelde zweet. Ze voelde zand tussen haar voeten, de bries in haar haar, en hoorde de zee ruisen. De zee, die met de stem van Jeanine in haar oor fluisterde dat het zo goed was, dat dit de goede weg was en dat ze vooral dóór moest gaan. Hilde pakte het hoofd van het kassameisje tussen haar handen, sloot haar ogen en kuste haar lippen, proefde zilte chips.
Het ruisen zwol aan, Gainsbourg verdween langzaam naar de achtergrond tot ze hem niet meer hoorde. Hilde stak haar handen vooruit, zocht met haar lijf, met haar armen, met haar lippen in de ruimte om zich heen naar huid, naar warmte, naar zweet, naar iets om tegen aan te dansen, maar vond alleen leegte.
Ze opende haar ogen.
De dansvloer lag er stil bij. Mensen trokken mandjes achter zich aan. Het omaatje met de rollator was al op weg naar de kassa, het jongetje legde snel de stronk broccoli tussen de kazen.
Hilde raapte haar kleding bij het brood vandaan. De bananenman knikte beleefd. Hij had zich al aangekleed en stond met twee zakken oerbrood in zijn handen. Bij de wijn stond de bio-vrouw zich nog aan te kleden, half verscholen achter een stelling met borrelnootjes. Toen ze Hilde zag kijken, wenkte ze.
Hilde moest over een rode plas met scherven heen stappen om bij de borrelnootjes te komen. ‘Het is tijd om af te rekenen,’ zei de bio-vrouw terwijl ze samenzweerderig Hildes arm pakte. ‘Heeft u genoeg plezier gehad? Ik heb het gevoel dat u misschien niet helemaal aan uw trekken bent gekomen.’
‘U bedoelt: what the fuck was dat?’
Hilde kleedde zich giechelend aan. Haar handen trilden, het lukte niet om haar jas dicht te knopen.
‘Laat mij maar,’ zei de bio-vrouw.
Hilde liet haar armen langs haar lichaam zakken. De vrouw wurmde de knopen behendig in de gaten. Met haar gezicht heel dicht bij dat van Hilde fluisterde ze: ‘U bedoelt: what the fuck was dat?’ Ze legde haar hand op Hildes schouder. ‘Het is ook vreemd. De volgende keer zal u sneller contact leggen.’
‘Is het echt al voorbij?’
‘Tot het weer opnieuw begint.’
‘Ik ga nu boodschappen doen,’ zei Hilde en ze liet de bio-vrouw achter bij de wijnen.
Bij de kassa stond een rij. De bananenman was aan de beurt en rekende af terwijl hij op het scherm van zijn telefoon keek. Hilde sloot aan achter de puberjongen, de dopjes zaten weer in zijn oren. Het kassameisje met de zware wimpers keek haar niet aan toen ze de groente woog. De witlof was goedkoper dan Hilde had gedacht. Het was het seizoen.
Michelle van der Kind is docente Nederlands en schrijft korte verhalen. Ze publiceerde o.a. in De Optimist, Hoogtelijn, tijdschrift van de NKBV, in ‘Zin en waanzin’ van literairwerk.nl en in ‘Het debuut’ van de Dordtse boekenmarkt. Ze won de schrijfwedstrijd van het Haarlems Dagblad en werd geselecteerd voor Scheltema’s schrijversacademie in samenwerking met literair tijdschrift De Gids. Op dit moment werkt ze aan haar literaire debuut.
Friso Blankevoort (a.k.a. Freshco) is een illustrator/designer die woont en werkt in Amsterdam. De skateboardcultuur heeft een grote invloed op zijn werk, dat ook beïnvloed wordt door de traditie van grafisch ontwerp in Nederland.