Vanaf vandaag is Sara van Gennip de Zondagsschrijver. Zeven weken lang ziet Hard//hoofd zich iedere zondag gezegend met een kort verhaal van haar hand. Over geloof, en het gebrek daaraan. Vandaag deel één: Begin.
De waarheid is dat ze met vele mannen sliep voordat er een kind begon te groeien in haar buik. Ze sliep met mannen in bedden van hotels zonder ontbijt. Ze liet zich tegen muren drukken in steegjes. Ze sleurde jan en alleman mee richting toilet. Ze werd verliefd, een paar keer, maar als hij binnen een half jaar niet raak schoot trok ze verder. Voorbij de grenzen van de stad waar ze groot geworden was, voorbij de grenzen van de vrouw die ze ooit had willen zijn.
De man die Louise uiteindelijk gaf wat ze hebben wilde was een zevenenveertigjarige toerist uit Israël. Hij verbleef in een jeugdhostel in Amsterdam en ze ontmoette hem bij een coffeeshop waar ze vaker kwam. Niet om wiet te halen, ze blowde nooit, maar voor de zeven roodwangschildpadden in het grote terrarium achterin.
Op de dag dat ze hem ontmoet liggen vier van de diertjes op elkaar gestapeld onder de warmtelamp. De andere drie zwemmen traag door het laagstaande water. Louise zit op haar knieën voor de bak en kijkt een vol uur naar de zwijgende schildpadden tot de man naast haar komt zitten. Louise start haar routine ietwat verveeld, als de veiligheidsinstructies van een stewardess op een vlucht tussen Eindhoven en Luik. Haar lachjes, haar blik die ze diep in zijn ogen boort, haar hand op zijn been, haar bewondering voor zijn reis, zijn baard, zijn geur. De blosjes op haar wangen komen vanzelf. Zijn pupillen verwijden zich als ze hem plots haar borsten toont. Dan staat ze op, zonder hem aan te kijken, en loopt de deur uit. Ze weet dat hij volgen zal.
Wanneer ze klaar met hem is, rolt ze zich van hem af. Haar benen steekt ze de lucht in terwijl ze haar rug met beide handen ondersteunt. Hij kijkt naar haar, glimlacht en valt in slaap. Op het bovenste bed van een stapelbed in een jeugdhostel te Amsterdam zoekt zijn zaad zich een weg in haar lijf. Een vrouwenlijf is een vijandige omgeving voor mannelijke cellen en veel van hen sterven voor ze de eileiders bereiken. Slechts enkele overwinnaars bereiken de poort. Ze wachten. Morgen zal er een eitje springen: de eerste zaadcel die zij binnenlaat zal zijn kop verliezen en versmelten met haar kern. Louise blijft een half uur liggen terwijl ze met haar tenen tegen het systeemplafond aan tikt. De platen zijn gebroken wit en ze probeert vormen te ontdekken in de vlekken. Het lukt haar niet. Via het laddertje klautert ze uit het bed en trekt haar spijkerbroek weer aan. Buiten is het donker en haar haren regenen nat wanneer ze terugloopt naar de coffeeshop, waar ze Elias ontmoet. Elias is zesentwintig en eigenaar van een ICT-bedrijf in Rotterdam. Hij biedt haar koffie aan en droogt haar haren met een handdoek uit zijn sporttas. Die avond komt hij klaar op haar buik, waardoor hij onmogelijk de vader van haar kind kan zijn.
Wanneer Louise haar jong ter wereld werpt, scheurt ze uit tot aan haar navel. Vakkundig wordt ze dichtgestikt terwijl een verpleger het rood aangelopen ventje in doeken wikkelt en op haar buik legt. Sporen bloed en resten slijm drogen op en koeken vast. Zijn moeder slaat de doek open en bekijkt hem van top tot teen. Hij is het mooiste dat ze ooit zag en zo helemaal van haar. Voorzichtig legt Louise haar kin op zijn kruin, waardoor zijn zachte adem tegen haar hals blaast. ‘Zo voelt het dus, ergens bij te horen,’ denkt ze voordat ze in slaap valt met het kindje op haar borst. Later zal ze hem Justus noemen. En nog weer later zal ze een steen plaatsen op zijn graf.
Sara van Gennip schrijft verhalen waarin mensen discussiëren, liefhebben en geloven tegen beter weten in. Ze studeerde in 2012 af aan de (drama)schrijfopleiding van de HKU en schreef sindsdien o.a. theater voor Oerol, Over het IJ, Festival Boulevard en het Kameroperahuis, en korte verhalen voor ShortReads. Ze won diverse prijzen voor haar werk.
Lune van der Meulen is illustrator, schilder en schrijver. In haar werk staat de mens en zijn onvermogen vaak centraal. Ze weet eigenlijk nog niet precies wat ze wil, dus doet ze maar zoveel mogelijk van alles.