Elke dag verschijnt op Hardhoofd het fameuze woord van de dag. Bij één van deze woorden zoekt Mila elke maand een passend beeld uit de kunstgeschiedenis.
Deze keer de eigenzinnige kunstenaar Yves Klein, die immateriële zaken zichtbaar trachtte te maken.
Yves Klein, Saut dans le Vide (De mens in de ruimte. De schilder van de ruimte stort zich in de leegte), 1960. Foto: Harry Shunk
In de fotomontage “Sprong in de Leegte” onderzoekt Yves Klein (1928-1962) het niets. Le vide noemde hij dat niets; voor hem was deze leegte een andere realiteit, vrij van vorm en materie en onzichtbaar, maar met daarbinnen een constante beweging van energie. Klein wilde in die wereld stappen, of in dit geval vallen. Hij wilde in alle vrijheid vliegen, opgaan in le vide, verlost van ieder gewicht. Ook in veel van zijn andere werk wil Klein het immateriële zichtbaar maken.
Hoe kwam deze fotomontage tot stand? Er werden van twee situaties foto’s gemaakt; eerst van de lege straat, op de fietser na, en vervolgens van Klein die zich van een muur af liet vallen en op een stapel matrassen landde. Vervolgens werden deze twee beelden samengesmolten en werd deze illusie geschept.
Behalve dat hij veelzijdig kunstenaar was, was Klein ook judoka. Hij had zelfs de zwarte band! Hij woonde meer dan een jaar in Japan om judo te beoefenen en zich in Zen-filosofie te verdiepen. Ook schreef hij na zijn terugkeer in Frankrijk een judohandleiding en gaf hij judoles. Zijn judoschool bevindt zich aan de overkant van de straat op de foto. De leegte waar het Klein om te doen is verbonden met judo (als de sport van het vliegen), met de oosterse Zen-filosofie die hij beoefende en met meditatie. Over judo zei Klein: “Judo is in fact the discovery of the body of a spiritual space.” En door deze spirituele ruimte was hij zo gefascineerd.
Klein is vooral bekend om zijn ultramarijnblauwe schilderijen en beelden. In 1957 kreeg hij patent op ‘zijn’ kleur, het zogenaamde IKB (International Klein Blue). Hij maakte monochromen, schilderijen bestaande uit één kleur. Naast blauw gebruikte hij ook veel goud en roze. Toen hij voor het eerst zijn monochromen tentoonstelde, kreeg Klein een hoop kritiek. Er zou toch minstens een andere kleur of een lijn toegevoegd moeten worden, werd er gezegd, want dit is wel heel makkelijk. Maar Klein hield vast aan zijn idee dat kleur op zichzelf energie is en een enorm effect kan hebben op de toeschouwer. Met name zijn specifieke blauw, dat de kleur is van de hemel en de zee, de verre verte. Overigens kon de Russische astronaut Joeri Gagarin in 1961 bevestigen dat de aarde er vanuit de ruimte gezien als een diepblauwe bal uitzag. Klein liet tijdens een tentoonstelling in Milaan in 1957 elf blauwe monochromen zien die hij elk een andere prijs gaf. En de kopers betaalden die verschillende prijzen, omdat ze allemaal individueel verschillende ervaringen hadden.
Klein deed verder performances met naakte vrouwen door ze met INK-verf in te smeren en ze vervolgens op zijn aanwijzingen tegen het linnen te laten drukken, met als resultaat abstracte afdrukken van hun lichaam. Dit onder begeleiding van een orkest dat zijn monotone symfonie speelde, een stuk dat bestond uit één noot die 20 minuten werd aangehouden gevolgd door 20 minuten stilte. De figuren op het linnen lijken vaak te zweven (als ‘luchtmensen’), het verlangen naar gewichtsloosheid, bevrijding van ballast en daarmee psychische en spirituele vrijheid komt hier dus weer terug.
Ook nu nog, in dit digitale tijdperk, blijft Kleins fotomontage indrukwekkend. Op zijn 34-jarige leeftijd overleed Yves Klein aan een hartaanval, nadat hij er al eerder twee overleefde.