Asset 14

De onbegrepen schoonheid van de middeleeuwse stad

Ons beeld van de middeleeuwse stad als toonbeeld van viezigheid kan wel een correctie gebruiken. Janna Coomans legt uit hoe het er werkelijk aan toeging in vroeger tijden en vraagt zich in hoeverre we nu beter af zijn.

Wij moderne westerlingen zijn schoon. En daar zijn we trots op. Zeker in vergelijking met de sloppenwijken van miljoenensteden in derdewereldlanden zien we onze steden graag als het toppunt van hygiëne en properheid. En ook de levenswijze van onze voorgangers in de vieze middeleeuwen, die afval en eigen uitwerpselen onbekommerd op de straat lieten slingeren, steekt schril af tegen ons moderne bestaan. Wij creëerden voor onszelf een schone leefomgeving, waaruit het afval is weggevoerd of vakkundig verborgen en waar geen industrie is maar alleen consumptie. Om in deze omgeving succesvol te functioneren moet je wel voldoen aan bepaalde hygiënische normen. Dat zijn geen strakke regels, het zijn de dingen die we van kind af aan hebben aangeleerd en de normaalste zaak van de wereld vinden. We zijn gewend aan een dagelijks gedoucht lijf en reukloze collega’s, aan rechte witte tanden en schone kleren zonder gaten, en steeds meer aan mensen zonder lichamelijke afwijkingen of schoonheidsfoutjes. Maar al die ingehamerde ideeën over wat schoon en vies is bepalen in grote mate ook wat überhaupt als normaal wordt beschouwd. Een ordelijke samenleving is misschien wel boven alles een schone samenleving. Het verdwijnen van reinheid leidt vaak razendsnel tot ontregeling. Denk maar aan de ophef die een vuilnisstaking veroorzaakt of de persoonlijke psychologische malaise bij een verstopt toilet. Iemand hygiëne ontzeggen is zo ook een manier om hem of haar te onderwerpen of te desoriënteren, ingezet in zowel beruchte gevangenissen als bij ontgroeningen van studenten.

Iemand hygiëne ontzeggen is zo ook een manier om hem of haar te onderwerpen of te desoriënteren, ingezet in zowel beruchte gevangenissen als bij ontgroeningen van studenten.

Onze hygiënische successen hangen nauw samen met de ontdekking van micro-organismen en de (preventieve) bestrijding van bacteriën, de scheiding van riolering en drinkwater, maar ook met een sterke centrale overheid die haar burgers van deze faciliteiten kan voorzien. Zowel de vuile derdewereldsloppen als de vieze middeleeuwse steden vormen dus een prachtig tegenbeeld van onze westerse utopie van properheid, waaraan wij moderne stede- en dorpelingen tegenwoordig zo gewend zijn. De situatie in de hedendaagse sloppenwijken lijkt daarmee een fase in de ontwikkeling van hygiënestandaarden die wij al een paar eeuwen voorbij zijn. Maar vallen die twee eigenlijk wel met elkaar te vergelijken? Dharavi, een van de grootste sloppenwijken van Mumbai, heeft tussen de 600.000 en 1 miljoen inwoners. Utrecht, de grootste Middeleeuwse stad boven de rivieren, telde rond 1450 ca. 17.000 inwoners en Gent, Brugge, en Antwerpen, de metropolen van de middeleeuwse Lage Landen, iets meer dan het dubbele. Zulke relatief lage inwonertallen leverden natuurlijk minder afval op. Daarbij laat een stadsbewoner door de introductie van plastic, verpakkingen, en elektronica tegenwoordig ook gewoon veel meer rotzooi achter. Een immense, niet te overziene vuilnisbelt kón een middeleeuwse stad dus niet eens zijn. Bovendien waren er wel degelijk regels en voorschriften om schoon van vies te onderscheiden. Steden hielden streng toezicht op voedselkwaliteit, wezen vervuilende ambachten zoals leerlooierijen en slachters bepaalde plekken toe, en namen quarantainemaatregelen tegen pestlijders en leprozen.

Illustratie: Liesbeth de Feyter

Desondanks kampten veel steden met dezelfde, terugkerende problemen. Veel huizen leken op kleine boerderijen, waar stedelingen een groot arsenaal aan dieren als kippen, knaagdieren, ganzen, geiten, honden, katten, en varkens hielden. Al die beesten, met name loslopende varkens, veroorzaakten de nodige stank en vernieling. Illegaal gebouwde varkensstallen, toilethuisjes, of schuurtjes blokkeerden doorgangen, en afval, stro en bouwmaterialen verstopten goten en grachten, essentieel voor het wegspoelen van vuil water. Aan de andere kant probeerde men al dat beestengeweld en wegverspreidende rommel wel wat aan te pakken. Zo bond de Amsterdamse stadsraad rond 1520 de strijd aan tegen de varkenskotten en pishuysen die tegen de stadsmuur aan gebouwd waren. En ten tijden van (pest)epidemieën moesten niet de ratten maar vooral de honden het ontgelden. In 1550 maakte de door de stad Amsterdam ingehuurde hontslager zonder pardon circa driehonderd honden af.

In 1550 maakte de door de stad Amsterdam ingehuurde hontslager zonder pardon circa driehonderd honden af.

Ook op de plaatsen waar men het vuil probeerde weg te houden, ontstonden zo nu en dan problemen. Onbebouwde plekken in de stad, zoals rondom kloosters, kerken, kerkhoven en stadsmuren, waren samen met singels en grachten de favoriete illegale dumpplaatsen voor afval. Daarbij moet je denken aan etensresten, as, slachtafval, bouwpuin, en krengen: dode katten en honden. Grote en kleine boodschappen werden gedaan in po’s en geleegd in beerputten. De inhoud daarvan werd 's nachts opgehaald - overdag zou de stank teveel overlast veroorzaken - en als mest verkocht aan boeren uit de omgeving, maar steeds meer latrines werden via riolen door de gracht gespoeld. In Amsterdam, dat vanaf de zestiende eeuw snel groeide, leidde dat ertoe dat de grachten razendsnel vervuilden en tijdens hete zomers flink moeten hebben gestonken. Niet alleen met verboden en straffen werden vuilproblemen aangepakt. Steden probeerden ook actief een vuilophaaldienst in de vorm van een kar of vuilnisschuit op gang te brengen, en plaatsten vulnisvaten en openbare latrines op centrale pleinen en bruggen.

Normen waren er ook voor wat als een schoon lichaam werd gezien. Dokters schreven voor om dagelijks in ieder geval gezicht, handen, en voeten te wassen. Gebaad werd er in meertjes, in rivieren en zelfs in de stadswateren. Veel steden hadden daarnaast openbare badhuizen (stoven), al blijft het onduidelijk welke sociale klassen daar toegang toe hadden. Hoewel de meesten voor dagelijkse lichaamsreiniging aangewezen waren op een waterteil, hadden sommige kloosters, kastelen en grote stadshuizen hun eigen watervoorzieningen en badkamers gebouwd, waarin zij ook gasten met een warm bad konden onthalen.

Veel van onze huidige smetvrezen hadden onze premoderne voorgangers dus net zo goed, zoals een afkeer van stank, dode dieren, en uitwerpselen en een angst voor besmette etenswaren. En ook middeleeuwse beleidsmakers zagen wel degelijk het belang in van openbare voorzieningen, zoals een goede infrastructuur en zieken- en armenzorg. Zij richtten zich daarbij niet alleen op het materiële, maar ook het ‘morele vuil’: wat of wie vies is, kun je daarom heel breed opvatten. Discriminatie en racisme werden soms (en worden nog steeds) geformuleerd als een vorm van besmetting of vervuiling voor de samenleving. De middeleeuwse stad stond wantrouwend, zo niet vijandig, tegenover bepaalde groepen zoals prostituees, etnische minderheden (waaronder Joden), en ‘vreemdelingen’ van buiten de stad, in het bijzonder degenen met weinig geld of fysieke defecten.

De moderne (Nederlandse) schone samenleving heeft ook specifieke schaduwkanten. Nu de verwerking van het waarneembare vuil grotendeels buiten ons blikveld blijft, zijn we vooral bang voor het onwaarneembaar kleine. We vertrouwen bijvoorbeeld ons eten niet meer en schakelen massaal over naar biologisch voedsel, en we vrezen de schade van CO2-uitstoot. Bovendien is er sprake van een angstaanjagende schaalvergroting. In plaats van het dumpen van afval net buiten de stadsmuren of in de rivier, storten wij datgene wat wij niet kunnen hergebruiken het liefst zo ver mogelijk weg. Wij zijn gewend geraakt dat van al ons voedsel en al onze gebruiksvoorwerpen de productie, het gebruik, en de afvalverwerking op verschillende plekken in de wereld plaatsvinden. Binnen deze cyclus willen we alleen de middelste keten, de consumptie, zichtbaar in onze omgeving. We hebben daarmee nauwelijks meer beeld van omstandigheden waarin bijvoorbeeld telefoons zijn gemaakt, en waar ze belanden als we erop uitgekeken zijn. Deze scheiding is uiteraard alleen houdbaar als er plekken op de wereld zijn die de andere schakels voor hun rekening nemen.

Ten slotte vergeten we soms dat er niet één universele standaard of ideaal bestaat voor wat vies en schoon is. Wij (als Nederlanders, als westerlingen) voldoen uiteraard het beste aan de standaarden en regels die we zelf hebben gesteld. “Schoon zijn” is een idee over orde en gezondheid. Het zou goed zijn te beseffen dat er in andere tijden andere conventies golden: een set aan gewoontes en regels die misschien in onze ogen uit balans is, maar voor anderen een leefbaar evenwicht was. Als we dit met een open blik onderzoeken, wordt het ook mogelijk om kritisch naar onze eigen reinheidsidealen en smetvrezen te kijken. Want hoewel de premoderne stad zeker niet zonder ongemakken en gevaren was, zijn er ook elementen, met name in onze omgang met afval, de belasting van de natuur, en de middelen die we nodig hebben voor ons dagelijks leven, die nu problematischer zijn dan toen. Daarin schuilt de vaak onbegrepen schoonheid van de middeleeuwse stad.

-

Dit is een gastbijdrage van Janna Coomans.

Mail

Liesbeth de Feyter studeerde schilderkunst en beeldverhalen aan Sint Lucas in Brussel. Ze werkt als freelance illustrator en striptekenaar en maakt poëtische beelden met een luguber kantje.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer