Er zijn veel dingen die ik vaker hardop zou willen zeggen: dat ik verliefd ben op iemand (het liefst tegen die iemand), dat ik me zorgen maak om mijn studieschuld, dat ik van mijn ouders houd, ook al zijn ze soms zo moeilijk, dat de meerderheid van de boeken in mijn huis ongelezen is, dat ik soms nog steeds verlang naar mijn ex, of dat ik graag naar huis wil.
Maar daar gaat het nu even niet om. Voordat ik ga proberen bovenstaande dingen vaker hardop uit te spreken, wil ik eerst heel graag leren om bepaalde dingen vooral níet te zeggen.
Toen ik nog studeerde, zocht ik een baantje. Op een goede dag zat ik tegenover een vrouw in een klein Amsterdams theater. Ze zocht iemand die tijdens avondprogramma’s het overzicht kon houden over de foyer, die het publiek via een omroepsysteem kon laten weten dat de zaal geopend was, dichtging of dat de pauze bijna voorbij was. Het leek me leuk werk: precies de goede hoeveelheid inhoud en uitdaging maar niet te veeleisend. Het gesprekje ging goed. Ik zag mezelf daar al staan op een avond in de nabije toekomst: zicht op de entree en de deur van de zaal, oogcontact met de mensen achter de bar, hoe laat is het, oké, we gaan beginnen.
‘Wil je na je studie ook graag aan de slag in de theaterwereld?’ was de laatste vraag van het sollicitatiegesprek. Niet per se. Ik wilde gewoon heel graag een baantje. Als ik dan toch moest werken, leek dit baantje me perfect. Dat was hoe ik erin stond en wat ik zei. Pas toen ik na het gesprek naar huis was gefietst en op mijn bed zat te overdenken hoe het was gegaan, besefte ik dat mijn laatste antwoord misschien iets te eerlijk was geweest. Niet geheel onverwacht kreeg ik het baantje niet.
Het was niet de eerste keer dat ik te eerlijk was en ook zeker niet de laatste. Er zijn talloze andere voorbeelden: die keer dat ik solliciteerde naar een baantje in een soepwinkel en toegaf dat ik niet echt ambitie had om later te werken als (soep)kok, die keer dat ik me gedwongen voelde om de jongen met wie ik een paar keer had afgesproken te vertellen dat ik met iemand anders had gezoend, die keer dat ik onder een verkeersboete uit had kunnen komen als ik had kunnen doen alsof ik niet wist dat het op die plek verboden was om te fietsen.
Over de jaren heen heb ik door schade en schande geleerd dat eerlijkheid niet altijd het langst duurt. Dat de sociale regels omtrent zeggen wat waar is en krijgen wat je wilt soms helemaal niks te maken hebben met eerlijkheid. ‘Lotte,’ zeggen mijn vrienden, ‘Je hoeft niet alles te zeggen, degene met wie je praat weet niet wat je níet vertelt.’ Nee, dat klopt in feite, maar dat klopt volgens mijn morele kompas niet en daar gaat het mis. Goed, het is duidelijk dat het aan mij ligt. Daarom wil ik alle andere te eerlijke mensen een hart onder de riem steken: het ligt aan jou, maar beter zeg je het gewoon niet.
Het bovenstaande gelezen en getroffen door inspiratie? Altijd al op Hard//hoofd willen publiceren? Stuur je tip op naar lotte@hardhoofd.com!