De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Het traditionele economische model, waarin de vraag het aanbod bepaalt, is niet meer van deze tijd, betoogt Lotte Akkerman. Commerciële bedrijven vragen ons allang niet meer wat we willen, zij bepalen het voor ons.
Als het gaat om kapitalisme en keuzevrijheid is een van de meest onvolprezen filmscènes uit de recente geschiedenis één uit The Devil Wears Prada (2006). Protagonist en beginnend journalist Andy wil graag schrijven voor The New Yorker, maar komt terecht op de hoofdredactie van een groot modetijdschrift. Als haar bazin Miranda Priestly (Meryl Streep) moet kiezen tussen twee vergelijkbare broekriemen kan Andy haar lachen niet inhouden. Wat volgt is een vernietigende blik van de hoofdredactrice en een preek over hoe de jonge vrouw kan denken dat ze niks te maken heeft met de in haar ogen oppervlakkige industrie, maar er in werkelijkheid onlosmakelijk mee verbonden is. Haar niet-over-nagedachte blauwe trui is niet zomaar blauw, maar ceruleumblauw. De kleur werd in 2002 geïntroduceerd door een duur modehuis waarna anderen volgden. ‘It filtered down through department stores, and then trickled on down onto some Casual Corner where you no doubt fished it out of some clearance bin’, aldus Meryl.
Iedere keer als ik deze scène zie, probeer ik me aan Andy’s zijde te scharen en haar afkeer van de consumptiemaatschappij te delen. Tevergeefs, want Meryl overtuigt me steeds weer met haar betoog. Zij dwingt ons om na te denken over de ideeën en keuzes die we in een kapitalistische samenleving hebben en maken. Welke daarvan komen van onszelf en welke krijgen we ongemerkt opgelegd?
Onze vluchtpogingen worden opgeslokt, geïncorporeerd en op den duur vormgegeven door het systeem zelf.
In het tweede jaar van de middelbare school leerde ik van mijn economiedocent dat onze vrijemarkteconomie werkt volgens het principe van vraag en aanbod. Bedrijven leveren producten waar onder consumenten vraag naar is en de wisselwerking tussen deze twee partijen beïnvloedt de prijs van die producten. Als ik naar die blauwe trui kijk, de preek van Meryl aanhoor en het beteuterde gezicht van Andy zie, raak ik er echter steeds meer van overtuigd dat het aanbod de vraag bepaalt in plaats van andersom. Tegenwoordig beïnvloedt het aanbod van producten onze manier van denken zo sterk en tegelijk onopgemerkt, dat we denken dat we onze eigen authentieke vraag ontwikkelen terwijl we in werkelijkheid een speelbal zijn van het kapitalisme.
Dit economische systeem speelt niet alleen met de kleur van je trui, maar ook met je sneakers, je bril, je al dan niet zichtbare sokken, je ontharingsrituelen, de inrichting van je huis – met alle ideeën over wat we denken nodig te hebben, wat we moeten doen of zijn. En het gaat nog een stap verder dan dat, want iedere keer als we denken te kunnen ontsnappen aan de constructie van aanbod en vraag, heeft het systeem dat binnen no time door. Onze vluchtpogingen worden opgeslokt, geïncorporeerd en op den duur vormgegeven door het systeem zelf. Minder tijd doorbrengen op je telefoon? Los het op met een (betaalde) app. Niet meer bijdragen aan de vleesindustrie? De supermarkt voegt bloemkoolrijst toe aan het assortiment. Er zijn genoeg andere voorbeelden die in deze richting wijzen: tiny houses, normcore, niet-westerse vormen van denken en ontspannen, analoge fotografie enzovoort.
Eigenlijk zitten we met zijn allen in The Truman Show (1998). We zitten samen met Jim Carrey in zijn bootje, op de vlucht voor het onechte leven. Alleen zullen wij met onze boeg nooit de rand van de bubbel doorboren en de deur naar buiten vinden. De grens verschuift namelijk steeds verder. We zitten in een zeepbel die heel langzaam groter wordt doordat iemand er voorzichtig, bijna onmerkbaar zacht in blaast. Wanneer knapt een zeepbel?
Lotte Akkerman schreef deze bespiegeling op de werking van het kapitalisme in aanloop naar de voorstelling JR van het Vlaamse theatercollectief FC Bergman (‘een satire op de vernietigende aard van het kapitalisme’ – De Standaard). JR is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Amerikaanse schrijver William Gaddis. Het is het verhaal van een meedogenloze nieuwe speler in het New Yorkse beurswezen medio jaren zeventig: JR Vansandt, elf jaar oud. De voorstelling is op 16, 17 en 18 juni te zien in de Centrale Markthal/Food Center Amsterdam in het kader van Holland Festival.