‘Doe alsof je kruin vastzit aan een touwtje dat uit het plafond hangt. Trek je kin in, duw je schouders naar achteren’, zei de lerares van een ontspanningstraining ooit. ‘Dit is sowieso een goede manier om te staan en lopen, het straalt zelfvertrouwen uit.’ Ik zat op mijn kussen en maakte me verschrikkelijk druk over op welk punt het touwtje dan precies vast moest zitten en daarmee in welke hoek mijn hoofd dan moest staan. Ik zag er zo krampachtig uit dat de lerares achter me kwam zitten en mijn schouders masseerde. Daar werd ik nog ongemakkelijker van en uiteindelijk liet ze me maar zitten, in mijn rare hoek, met mijn kin zo ver ingetrokken dat ik er inmiddels drie van had.
Ontspannen zitten heb ik opgegeven, zelfverzekerd staan en lopen lijken me wel wat. Tijdens de hiphopdansles die ik krijg van een vriend, wil ik aanwijzingen kunnen opvolgen als: ‘Oké, loop op me af, met zelfvertrouwen, doe alsof je me omver gaat lopen.’ Nu loop ik steeds bijna bibberend de vier passen en probeer naar een punt op de muur te kijken, maar faal daar steeds in en laat mijn ogen rondschieten als een bang prooidier.
Het zit niet in mijn karakter om over straat te paraderen als iemand die weet waar ze naartoe gaat en waarom ze daar loopt, in die kleren, met die schoenen aan. Die een goedkeurende blik van een voorbijganger kan opvangen met een vriendelijke glimlach, en hem dan gelijk weer kan vergeten als ze haar denkbeeldige hoofdtouwtje aan het plafond vastklikt.
Maar ik ben ermee bezig. Een paar weken terug zat ik in zo’n YouTube-wormhole waar het moeilijk uitkomen is. De suggesties die ome Google voor me uitzoekt zijn grofweg onder te verdelen in twee categorieën: tutorials en drag queens. Je zou verwachten dat de oplossing voor mijn probleem te vinden zou zijn in de eerste categorie, maar niets is minder waar. Ik bekeek een video van Violet Chachki, de winnaar van RuPaul’s Drag Race seizoen 7. Als een jonge fan aan haar vraagt hoe ze het zelfvertrouwen kreeg om in drag het podium op te klimmen, zegt ze: ‘Just do it every night in your room, until you are confident enough to do it outside.’
Nu wil ik benadrukken (voordat ik de hoofdredactie aan de lijn krijg) dat dit advies niet geldt voor alles wat je in je kamer doet. Maar je zou me moeten zien paraderen, in mijn kamer. En soms op de gang, als mijn huisgenoten slapen. En heel soms, heel misschien. Een paar passen na het sluiten van het hek van de voortuin.
Beeld: Jan Hoek / Duran Lantink / SistaazHood
Het bovenstaande gelezen en getroffen door inspiratie? Altijd al op Hard//hoofd willen publiceren? Stuur je stukje op naar tommy@hardhoofd.com!