Asset 14

Otto gaat ook eens naar het theater

Met hooggespannen verwachtingen zit Otto in een theaterzaal. De voorstelling kan elk moment beginnen. Niks staat een onbezorgde avond nog in de weg. Hoewel...

Otto is er klaar voor. De theaterzaal is tot de balkons gevuld, het licht van de kroonluchters is gedimd en er klinkt een zacht, opgetogen rumoer. Laat de welverdiende ontspanning maar komen, denkt hij. Hij klapt zijn benen uit, in en weer uit, als de pootjes van een campingtafel. Hij zoekt een plek om zijn knieën en voeten te laten maar veel tijd om na te denken heeft hij niet, want daar klinkt al het welkomstapplaus. Otto strekt zijn nek om de komiek in de verte te kunnen zien. Zijn blonde haar is achterover gekamd en hij draagt een rode vlinderstrik.
Nog voor het geluid is weggeëbd knalt de komiek er een paar taalgrappen tegenaan. Patspatspats. Otto geniet er meteen van. Dit is nog eens waar voor je geld. Hij lacht een paar keer hardop, haha, en schuift wat naar voren op het versleten pluche om geen woord te hoeven missen.

Hij gaat er zo in op dat hij nauwelijks merkt dat iemand hoest. Pas wanneer de twee mensen voor hem zich met een ruk omdraaien, hoort hij het, met terugwerkende kracht. Alsof het geluid nog even rondjes is blijven lopen in de draaideur naar zijn bewustzijn. Het was een droge, langgerekte, scheurende hoest, weet hij nu. Hij schrikt van de gezichten, de vier glimmende oogjes. Waarom kijken ze? Híj is toch niet de ster van de show? Loop maar door, mensen, niets aan de hand.
Om het oogcontact af te ronden, knikt hij hen zakelijk toe en tuurt dan met overdreven belangstelling over hun hoofden naar het podium, neemt de glimmende schoenen van de komiek en de nette pantalon in zich op. Denkt aan vrouwen in dit soort kleren. Denkt aan peervormige vrouwen. Angela.

Ik was het in elk geval niet, denkt Otto.

De twee mensen draaien zich langzamer dan nodig weer naar het podium, hun ellebogen een beetje uitgestoken, als vleugels. Hun stoelen kraken ervan. Daar kan hij op zijn beurt ook wat van vinden, dat luidruchtige gekraak onder die volle, gepensioneerde achterwerken. Het moet een echtpaar zijn, witte kraagjes onder keurig geknipt haar.

Dat was hij vergeten, dat deze komiek van interactie met het publiek houdt.

Hoe langer hij kijkt naar de achterhoofden, die nu meedeinen op de grappen, hoe verontwaardigder hij wordt. Hij kent dat gevoel van bezoeken aan openbare toiletten: in een al onwelriekend hokje terechtkomen, haastig je ding doen (door je mond ademen) en bij vertrek iemand voor de deur aantreffen. Je kunt dan eigenlijk niets anders dan een geknepen ‘hallo’ uitbrengen en je verder zo normaal mogelijk gedragen: zorgvuldig je handen wassen, vooral niet haasten. Het is de enige manier om te laten zien dat jij niet voor de geur verantwoordelijk bent.
Maar in deze theaterzaal zou het anders kunnen lopen, denkt Otto plotseling opgewekt. Het zou kunnen dat de echte hoester nog eens hoest. Ja, dat kan.

Otto’s gedachten worden onderbroken door tromgeroffel dat zachtjes is begonnen maar nu aanzwelt. Er schijnt een spot de zaal in. Dat was hij vergeten, dat deze komiek van interactie met het publiek houdt. Bah. Daar gaat de ontspanning. Zijn schoenen knellen en zijn rug plakt een beetje.
Het ronde licht stuitert als een strandbal door de zaal. Hij schraapt zijn keel en meteen draaien de twee hoofden voor hem zich weer om. Wie van de drie, denkt hij: wil de echte hoester nu opstaan? Spotlight. Zelfspotlight. Haha. Een paar schijnbewegingen – wordt het nou steeds warmer? – en dan opstaan. Misschien is dat van Angela ook maar een schijnbeweging. ‘Ik ben er weer!’ Kunnen ze er daarna samen hartelijk om lachen.
Het zoeklicht is nog steeds onderweg. De mensen naast de mensen die naar hem kijken, kijken nu ook. Een man, een man, en nog een man. De komiek is een man voor mannen. Angela-Mangela, ha! Door de hitte, door de blikken, zwelt Otto op. Hij voelt zich reusachtig. Bijna niet te missen voor het zoeklicht. Een reusachtige kriebel steekt op in zijn keel, als een tropische storm. Hij graaft met zijn reusachtige hand in zijn reusachtige broekzak en haalt een zakdoek zo groot als een tafellaken tevoorschijn dat hij aan zijn reusachtige lippen drukt. Het wappert door de lucht die stroomt uit zijn neusgaten. Groot en rond zijn die, als de opening van een wasmachine (een voorlader).

Het zoeklicht stopt abrupt, voorin de zaal. Iedereen ademt tegelijk uit. Otto gebruikt de zakdoek om het zweet van zijn voorhoofd te wissen.
‘Zooo!’ zegt de komiek.
Iedereen grinnikt. Het grinniken gaat over in lachen. Iedereen lacht. Het lachen gaat over in hoesten. Iedereen hoest.
‘En hoe heet jij?’
Een zachte stem geeft antwoord, het kan evengoed een man als een vrouw zijn.
‘Angela! Prachtig!’
Instemmend gemompel.
Angela?
Zei hij Angela?
‘Zei hij Angela?’ vraagt Otto.
‘Ssst.’
De mensen voor hem draaien zich nog maar eens om. Hun gezichten zijn net pannenkoeken, met al die ouderdomsvlekken. Otto vindt het op deze manier heel moeilijk om zich te concentreren op de show en de leuke taalgrappen. Nu heeft hij een stukje gemist. En het blijft warmer worden, al die rijen mensen die maar in en uit zitten te ademen.
‘Een applausje voor …a, dames en heren.’
Drie lettergrepen. Hij kan de naam niet verstaan omdat iemand hoest. Al maakt alles nu veel lawaai; het slikken, het knipperen. Pamela. Drie lettergrepen. Sandrina. Is ze toch gekomen? Is ze gekomen en op de eerste rij gaan zitten?
‘Het was toch uitverkocht?’ vraagt hij.
Hij legt zijn hand op de lege stoel naast zich. Twee plekken houdt hij bezet, dubbel geparkeerd.
De vrouw naast de lege stoel, naast Angela, drukt haar handtas steviger tegen zich aan en kijkt recht vooruit. Een clutch, heet zo’n tas. Ze wil haar clutch niet kwijt.

Maar ik was het niet, denkt Otto.

Wat hij zo mooi vindt aan haar naam is dat de eerste ‘a’ anders klinkt dan de tweede. En ook dat hij het kan gebruiken in alle Engelse liedjes waarin het woord engel zit. Hij kan de liedjes tijdens het uitruimen van de vaatwasser opzetten en zingen: ‘I’m loving Angela instead.’ En: ‘There must be an Angela, playing with my heart.’ Als Angela hier zat, zou hij kunnen vragen of hij had gehoest. Hij weet weliswaar dat het niet zo is, maar met haar erbij zou hij dubbel zo zeker zijn.

Het wordt nog altijd warmer in de zaal. Hij krijgt er warempel een droge, kriebelige keel van. Hij kucht heel zachtjes. Probeert zijn eigen hoest uit in zijn eigen zakdoek. Hij zou de tas van de vrouw naast Angela even willen pakken om erin te hoesten. Dat zou het geluid voldoende moeten dempen, zodat het echtpaar zich niet opnieuw vergist.
Mensen vergissen zich zo verschrikkelijk snel. Zelfs Angela vergist zich voortdurend. Het is maar goed dat ze hier niet zit. Ze zou deze hele toestand dan zomaar kunnen vergelijken met de keer dat hij in gedachten verzonken van zijn werk naar huis fietste en plotseling in hun oude voortuin stond, aan de Tijmstraat.
Of met alle keren dat hij zijn tenen, ellebogen en knieën aan kastjes stootte, alsof zijn lichaam overal een centimeter verder uitstak dan hij zelf dacht.
En misschien zelfs met de keren dat ze tegen hem zei dat hij niet zo hoefde te snauwen en hij zei ‘ik snauw niet’, ‘wel waar’, ‘niet waar’, en hij naar haar gezicht keek, dat ovale, lieve gezicht met de moedervlekjes vlakbij het linkeroor en dacht: waarom zou iemand in godsnaam tegen jou snauwen?

Mail

Elske van Lonkhuyzen (1984) schrijft geestige, ontroerende verhalen die het absurde met het alledaagse combineren. Haar werk verscheen onder andere in de volkskrant en ze heeft een zwak voor oude mensen. www.wodkanademosterd.com

Myrthe Denkers houdt van tekenen en van praten. Ze besloot haar twee favoriete bezigheden te combineren en is nu naast illustrator ook docent beeldende kunst. Ze is net verhuisd naar Utrecht maar stiekem mist ze Groningen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer