Asset 14

Ik kan u nergens vinden

Ik kan u nergens vinden

In dit verhaal van Werner de Valk loopt een gesprek tussen twee huisgenoten uit de hand. Het is nooit zonder risico om diepzinnigheid op te zoeken als je je aan elkaar ergert.

Janneke geloofde niet dat God bestond, maar ze wilde wel nog een wijntje. Vanavond hoefde ze toch niet meer te rijden.
‘Hoe weet je dat zo zeker?’ vroeg Iris.
‘Dat God niet bestaat? Dat is toch duidelijk?’
‘Nee, dat je niet hoeft te rijden. Hoe kan je dat zo zeker weten?’
‘Omdat ik niets gepland heb.’
Ze zaten in het gedeelte van de woonkamer dat aan de keuken grensde. Iris zat recht tegenover haar aan tafel. De keuken en de woonkamer deelden ze, net als de douche, het toilet, de gang en de meterkast. Een ruim appartement, dat Janneke voor een groot gedeelte bekostigde. Zij verdiende nu eenmaal goed, en Iris had een kleinere slaapkamer.
‘En je rijdt alleen als je dat gepland hebt?’ vroeg Iris.
‘Ja. Meestal wel.’
Ze zaten en ze dronken. Een prima wijntje, ze had hem zelf gekocht. Alle luxe in dit huis kwam van haar kant. Het weinige geld van Iris ging naar yoga en een of andere goeroe.
Janneke keek naar haar huisgenoot, die met haar vinger langs de steel van haar wijnglas ging. Dat deed ze altijd voordat ze iets wazigs ging zeggen.
‘Ik zou altijd geboren willen geworden,’ zei Iris. ‘Ook als ik die keuze zelf had mogen nemen.’
De willekeurigheid irriteerde haar niet meer, daar was ze intussen aan gewend. Het was de stelligheid waar ze echt chagrijnig van werd. ‘Als je niet weet dat je leeft, merk je er toch niets van? Je mist niets, want je maakt niets mee. Het betekent allemaal niks, Iris, als je maar een beetje plezier hebt.’
Iris zuchtte. ‘En je weet zeker dat er geen God of zoiets is?’
Janneke was even stil. Ze keek naar buiten, naar de langsrijdende auto’s. ‘Geloof jij daar dan wel in?’
‘Dat hangt een beetje van mijn bui af.’
‘Waar slaat dat nu op?’ zei Janneke. ‘Iets bestaat, of iets bestaat niet.’
Iris haalde diep adem, sloot haar ogen. Even leek het erop dat ze ter plekke zou gaan mediteren, toen keek ze op. ‘Heb je wel eens meegemaakt dat je zomaar moest glimlachen toen je een oud mannetje op een bankje zag zitten, op het station?’
‘Waar héb je het over?’
‘Dat je muziek maakte met iemand en dat het allemaal vanzelf ging en het op seks begon te lijken?’ Iris nam een teug van haar wijn. ‘Of dat je ontroerd raakte van een landschap?’
‘Wat hebben weilanden met God te maken?’
Ze dronken een paar keer per maand samen een wijntje, en telkens mondde het uit op dit soort gesprekken. Janneke begreep niet waarom. Het voelde als een verslaving, een raadsel waar ze maar niet uit kon komen, sudoku zonder aha-erlebnis.
De andere momenten dat ze elkaar zagen waren in de ochtend, als Janneke snel een boterham smeerde voor in de file en Iris haar ochtendyoga deed. Janneke vroeg niet meer hoe het met haar sollicitaties ging.
Misschien moesten ze de wijntjes voortaan maar overslaan en het bij de ontmoetingen in de ochtend houden. Ach, zolang Iris haar bijdrage aan de huur betaalde en ze de boel schoonhield. Dit dure huis kon Janneke nog net niet in haar eentje betalen, en als je op je tweeëndertigste met een huisgenoot samenwoonde mocht je niet al te kieskeurig zijn. (Of was het de geurolie, waarvan de damp af en toe uit Iris’ slaapkamer kroop en haar aangenaam kalmeerde als ze ’s nachts piekerend naar de wc stommelde?)
Toen vroeg Iris: ‘Ging je vroeger naar de kerk?’
‘Ja. En je gaat het niet geloven,’ zei Janneke, ‘maar ik vond het leuk. Vooral de liederen, ik zong uit volle borst mee. Kun je het je voorstellen?’
Iris knikte. ‘Ga je wel eens terug?’
‘Natuurlijk niet. Nu je het zegt, ik moet me nog uitschrijven, ik vergeet het telkens. Ze blijven maar kerkblaadjes sturen.’
‘Misschien heb je het nog eens nodig.’
Janneke nam een flinke slok. ‘Ik doe het nu.’
‘Je bluft.’
‘Ik meen het,’ zei ze.
‘Ik geloof je niet!’
Ze zocht het telefoonnummer van de kerk waar haar ouders haar vroeger mee naartoe namen. Iris giechelde toen de telefoon overging.
Ze hoorde een oude, zachte stem. ‘U spreekt met de koster.’
‘Ik wil me graag uitschrijven.’
Het was even stil.
‘Dat vind ik jammer om te horen.’ Hij probeerde het nog: ‘Hoe vaak geniet u van een viering?’
‘Ik kom nooit. Nooit!’ zei ze, en Iris giechelde weer.
De koster lachte vriendelijk. ‘Ik verbind u door met Tina, die doet de ledenadministratie.’
‘U kunt me toch gewoon uit het systeem halen?’
‘Dat mag alleen Tina. Bent u dooplid?’
‘Ik wil dat u me uit het systeem haalt.’
Het klonk alsof het waaide aan zijn kant van de lijn. Toen zei de koster: ‘Ik verbind u door.’
Tina’s stem was nog vriendelijker dan die van de koster.
‘Mijn volledige naam,’ zei Janneke, ‘is Janneke Magdalena van Hoensbroeck.’
Het was even stil. Toen zei Tina: ‘Mevrouw?’
‘U neemt zomaar aan dat ik een mevrouw ben. Dat vind ik voorbarig.’
‘U staat niet ingeschreven.’
‘Wat bedoelt u?’
‘U staat nergens in het ledenbestand.’
‘Dat kan niet waar zijn. Van Hoensbroeck met ck.’
‘Ik heb twee keer gekeken. Ik kan u nergens vinden.’
‘Ik ben daar gedoopt,’ riep ze. ‘Mijn ouders hebben altijd contributie betaald.’
‘Sorry mevrouw, maar –’
‘Noem me geen mevrouw.’
‘Als u niet staat ingeschreven, kan ik u ook niet uitschrijven.’
‘Ik kan hier niet akkoord mee gaan.’ En omdat Iris bleef giechelen, zei Janneke: ‘Morgenochtend sta ik bij u op de stoep, dan zoeken we totdat we mijn naam hebben gevonden.’
‘Het is nergens voor nodig om zo’n toon aan te slaan. U bent van harte welkom. De koffie zal klaar staan.’ Tina gaf haar een adres en sloot vriendelijk af.
Iris giechelde niet meer.

Ze vloekte, niet met ziektes of geslachtsdelen maar met termen die naar de bijbel verwezen en ze besloot nooit meer wijn te drinken met haar huisgenoot.

Janneke doet de radio aan. Ze moet denken aan de auto van haar ouders, hoe warm en zoet die rook als ze op vakantie gingen. Eindelijk reden ze dat beklemmende dorp uit, alsof je krappe, vochtige schoenen uittrok. Ze lieten de polder achter zich, toerden richting Frankrijk en bleven maar klooien met de radio.
Nu is er geen gedraai aan knopjes meer nodig, alles gaat automatisch. Soms geeft ze Iris een lift en die vindt het geweldig, die houdt maar niet op over de luxe van de nieuwe auto, over hoe mooi het hout in het dashboard is en hoe lekker ieder knopje voelt. De ‘esthetiek’ ervan ‘ontroerde’ haar. Zelf vindt ze het een prima leaseauto en grappig om eens elektrisch te rijden, maar zo bijzonder is het ook weer niet.
Automatisch gaat de radio nu naar haar favoriete zender, naar lichte, vrolijke muziek. Niet die muziek van Iris. Na het telefoongesprek met de kerkmensen was Iris enthousiast geraakt, had haar favoriete versie van ‘Erbarme Dich’ opgezet en bleef Janneke maar aankijken alsof het haar iets moest vertellen. Ze luisterden de helft, en Janneke voelde vooral dat het alleen maar geluidsgolven waren die uit de speaker kwamen en toen griste ze de autosleutels van de plank en vertrok.
Bij het wegrijden vergat ze de auto van de handrem te halen, ze vloekte, niet met ziektes of geslachtsdelen maar met termen die naar de bijbel verwezen en ze besloot nooit meer wijn te drinken met haar huisgenoot. De oprispingen brandden.
Ze haalde de auto van de handrem en scheurde weg.
Toen ze de snelweg opdraaide dacht ze aan haar rijlessen. Haar instructeur zei altijd dat ze verder moest kijken. Hij bleef het maar herhalen: ‘vérder kijken.’
Ze luistert naar de radio en tuurt naar de horizon.

Janneke hoeft niet bang te zijn dat ze haar ouders zal tegenkomen, die zijn al lang vertrokken uit dat dorp. Ze had het destijds te druk om te helpen bij de verhuizing, zo’n leaseauto krijg je niet zomaar, en haar moeder zei dat ze het helemaal niet erg vond. De weken daarna begon ze wel te hinten dat Janneke niet zo veel moest werken. Dat er ook andere dingen waren in het leven, ze klonk net als Iris. Dat ze wat rust zou kunnen nemen, ruimte voor iets anders dan al dat logische geredeneer, altijd zo zelfstandig. Ze moest maar wat vaker langskomen, zo’n mooi uitzicht hadden ze nu vanaf de rand van het nieuwe dorp. Dan zouden ze gaan wandelen, ze hoefden het nergens over te hebben, alleen maar in stilte kijken naar de weilanden, de sloten, ochtendnevel.

Maar het gaat niet, geloven. Ze komt uit het niets, gaat naar het niets, en dat is het leven, van niets naar niets.

Om wakker te blijven telt Janneke de hectometerpaaltjes en stelt zich voor hoe dit allemaal zou moeten eindigen. Met een bizarre catastrofe, waar ze wonder boven wonder toch levend uitkomt. De jeep die voor haar rijdt verongelukt en zij overleeft het, terwijl het eigenlijk niet kan.
Ineens hoopt ze vurig dat ze net zo spiritueel zou zijn als Iris en ze ziet hoe de jeep een klapband krijgt. De band ontploft, de jeep slipt, slaat om. Hij vliegt over de kop en raakt met een kil, schurend geluid de grond.
Ze wil die kul een kans geven, wil dat ze zou denken dat er een reden bestaat waarom ze op deze wereld rondloopt. Ze wijkt uit, passeert de jeep rakelings. Als ze even opzij kijkt ziet ze hoe de klap het hoofd van de bestuurder heeft verbrijzeld. Na zijn onderkaak houdt het normale lichaam op, is er alleen een sissend mengsel van bloed, botten en hersenen.
Maar het gaat niet, geloven. Ze komt uit het niets, gaat naar het niets, en dat is het leven, van niets naar niets. Janneke pakt haar stuur stevig vast en stelt zich voor hoe haar catastrofe zou aflopen. Zij heeft de man met de klapband ontweken maar mensen achter haar niet, die knallen er één voor één bovenop, een verschrikkelijke kettingbotsing. En zijzelf schiet door haar ontwijkingsmanoeuvre de berm in. Ze remt uit alle macht maar de auto duikt het kanaal in. Even voelt ze nog hoe wakker ze is, voelt ze dat ze leeft, dan verliest ze haar bewustzijn.
Ze komt bij als de ambulancemensen haar uit het water vissen. Ze zeggen: ‘Jij hebt zoveel geluk gehad. Ik heb dit nog nooit gezien. Een kettingbotsing van veertig mensen, één overlever. Jij moet een engel op je schouder hebben gehad. Het is een wonder.’ Maar ze rijdt rustig door, de ochtendschemering begint en langzaam wordt ze weer nuchter.
Er is weinig verkeer op de weg. Alleen zij, in haar dure auto, op weg naar haar geboorteplaats.
Als de zon opkomt rijdt ze een tankstation binnen. Ze stapt uit, beantwoordt de rits berichtjes van Iris, zegt dat alles oké is, dat ze zich geen zorgen hoeft te maken. Ze groet een slaperige caissière, bestelt een broodje en een koffie.
Maar dat broodje eet ze niet op in de auto, ze leunt tegen het portier en kijkt naar de weilanden, naar het landschap. Ze heeft geen haast, neemt het allemaal in zich op.
Schrikdraad tikt zachtjes en ritmisch. Er is gras, dauw, een sloot, voorzichtige ochtendnevel. Een zwerm vogels vliegt op. Een koe kijkt haar aan alsof er van alles aan de hand is en gaat dan lui door met herkauwen.

Mail

Werner de Valk (hij/hem, 1988), deels opgegroeid op Ameland, is kunstenaar en schrijver. Hij bracht zijn jeugd door op Ameland, studeerde neurowetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en vervolgens Unstable Media aan de Gerrit Rietveld Academie. Zijn korte verhalen zijn verschenen in de longlist van de Grote Lowlands Schrijfwedstrijd, finales van Het Rode Oor, bij de Optimist en in Tijdschrift EI.

Charlotte Brugge is een multidisciplinaire kunstenaar die zich bezighoudt met illustratie, animatie en ruimtelijk werk. Haar werk is een visueel dagboek waar ze verschillende ervaringen en gedachten in vastlegt. Door middel van semiotiek en beelden uit haar dromen wil ze de grens vervagen tussen begrepen en niet begrepen worden om zo ambiguïteit te creëren en het gesprek daarover aan te zwengelen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Herkauwen

Herkauwen

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tussen ongemak en walging in dicht Moni Zwitserloot over zowel baren als geboren worden: 'je kruipt uit je dode vel / naar buiten / de broeierige nacht in'. Lees meer

Podiumgeil

Podiumgeil

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Birsu Tamer schreef een tekst voor een acteur die als het monster van Frankenstein diens publiek bespeelt. Lees meer

Handleiding

Handleiding

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In 'Handleiding' schrijft Ettie Edens over eenzaamheid, identiteit en gezien willen worden - en over iemand die een muur van haar kamer verft en daar zo in doorslaat dat ze in de kamer verdwijnt. Lees meer

De serre

De serre

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Johanna Loman schreef een verhaal over een jonge vrouw op een klimaatprotest: Wat als je wel moreel besef hebt, maar liever je kop in het zand steekt? Lees meer

Hertenkalf 2

Hertenkalf

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tessa van Rooijen dicht in dit vierluik over het aangaan van verbindingen en het dragen van een dood hertenkalf: 'jongens is het sexy om een dood hertenkalf in je lichaam te hebben?' Lees meer

De tondeuse

De tondeuse

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Jana Flekken legt in fragmenten de band en rolverdeling tussen ouders en hun kind vast, en hoe die verandert wanneer een van de ouders ziek wordt. Lees meer

Mijn huid een rekbare grens (Frontaal)

Mijn huid een rekbare grens

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In dit drieluik bevraagt Isa/Isa Bob van Rooy de kaders die er gesteld zijn rondom onze natuurlijke wereld. Bestaat er eigenlijk wel een verschil tussen zelf en natuur, of tussen plant en organisme? Lees meer

Whisper Heart, The Movie

Whisper Heart: the movie

Hoe ver ga jij voor De Ware? Anne Sikma onderzoekt in dit bloedstollende verhaal de grenzen op tussen fictie en realiteit. Ben je er klaar voor? Lees meer

Voorland

Voorland

Hoe ga je om met de grote kans dat je, net als vele vrouwen in je familie, jongdementie zal krijgen? Yanaika Zomer bereidt zich voor in de vorm van een gedicht. Lees meer

Doorlaatbaar 1

Doorlaatbaar

Een jonge vrouw is mantelzorger voor haar moeder. Dit verhaal van Siska van Daele beschrijft de grens tussen hun binnen- en buitenwereld: binnen lijkt de tijd stil te staan, terwijl buiten alles doorraast. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer