Wat zijn de implicaties van AI voor de kunsten? Drie kunstenaars uit collectief De Derde Plaats kwamen onlangs samen om te praten over de relatie tussen AI en kunst. Vivian Mac Gillavry en Ronald Boom verschillen daarbij flink van mening, Werner de Valk fungeerde als relatietherapeut.
Hoewel kunstmatige intelligentie, of AI (artificial intelligence), al langere tijd haar invloed uitoefende (denk aan Siri/Alexa, zelfrijdende auto’s), is er sinds een tijd iets verandert. Met de komst van generatieve tekstmodellen als ChatGPT consumeert de consument er lustig op los, net als driekwart van de ambtenaren intussen. Via modellen als Dall-E of Stable Diffusion is het nu ook mogelijk om met een korte opdracht (een prompt) een beeld te laten genereren.
Relatietherapeut: Wie zijn jullie?
Vivian: We hebben beiden Fine Arts aan de Rietveld Academie gestudeerd, we hebben vijf jaar lang bij elkaar in de klas gezeten. In 2021 zijn we afgestudeerd. Ik maak sculpturen, tekeningen, en etsen. Verder schrijf ik. Dat doe ik op de computer. Ook voor mijn baan als programmamaker werk ik op schermen, maar in mijn kunstpraktijk werk ik niet met computers.
Ronald: Ik schilder. In de laatste jaren van de Rietveld heb ik een soort matrix geproduceerd die ik gebruik bij het maken van mijn schilderijen. Sinds mijn afstuderen verken ik elk jaar nieuwe thema's.
Relatietherapeut: En hoe verhouden jullie je tot AI?
Ronald: Ik voel een enorme aantrekkingskracht tot AI. De afgelopen tijd heb ik me veel beziggehouden met generatieve beeldmodellen.
Vivian: Alles moet steeds maar ‘technologischer’ worden. Deels gaat het over privacy, over gevolgd worden, gereduceerd worden tot consument. Maar ook sociaal gezien: ik merk dat de wereld niet per se een leukere plek wordt.
Hoe dan ook, ik gebruik zelf ook AI-systemen. Ik luister naar Spotify, gebruik Google Maps. Voorbeelden van studenten op de universiteit die hun essays laten schrijven door ChatGPT vind ik onbegrijpelijk. Waarom zou je gaan studeren als je niet zelf wil leren? Ik heb het idee dat we steeds meer systemen aan het trainen zijn in plaats van onszelf.
Relatietherapeut: En dan zit er hier tegenover jou een kunstenaar die dit juist omarmt.
Ronald: Ik probeer er ook op te letten wat voor gegevens ik op internet achterlaat. Maar uiteindelijk ben ik razend benieuwd en enthousiast over AI. Ik heb er veel plezier in om ermee te experimenteren; ik kan me uren verliezen in het genereren van plaatjes. Dus van tekst naar beeld. In mijn experimenten voer ik een half af schilderij aan het model en laat ik het model dan variaties genereren. Vervolgens krijg ik allerlei resultaten voorgeschoteld, waar ik zelf nooit aan had kunnen denken.
Relatietherapeut: Is AI onderdeel van je artistieke proces?
Ronald: Jazeker. Ik denk ook dat het niet meer weggaat. AI gaat alleen maar groter worden en ik snap dat dat bedreigend aanvoelt. Ik denk dat het een logisch gevolg is van alles wat wij mensen al hebben gemaakt met elkaar. Als je kijkt naar het internet: dat is een enorme kaartenbak vol met beelden die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben, een soort continue stroom waar je uit kan tappen. Het was gewoon een kwestie van tijd dat die beeldmodellen zouden komen. Nu hebben computers genoeg rekenkracht voor beeldgeneratie en zijn er door het internet genoeg beelden om uit te putten. Het is een logisch gevolg van wat we met z'n allen hebben opgetuigd.
'Als ik kijk naar wat jij doet met de AI, dan denk ik: je geeft het leukste stukje van het kunstenaarschap weg'
Relatietherapeut: Ik hoor omarming bij Ronald, en aversie (of zelfs angst) bij Vivian. Bij haar hoor ik: deze ontwikkeling is slecht en die moeten we stoppen.
Vivian: Ja. Of nou, niet alles stoppen maar wel goed controleren. Soms krijg ik het idee dat die controle in sommige opzichten niet eens meer kan. Ik ben wel benieuwd in welke mate Ronald vindt dat deze ontwikkelingen gecontroleerd moet worden.
Ronald: Niet. Wat wel irritant is aan ChatGPT, is dat deze tekstrobot niet getraind is op kwaliteitstekst. Er zijn zoveel fantastische schrijvers die zulke fantastische teksten hebben geschreven. Als je die chatbots nu zou trainen op zulke goede teksten, dan zou het echt kwaliteit genereren. Dan kan ik een echt gesprek aangaan met zo'n bot. Nu zijn ze helaas getraind op heel veel pulp.
Vivian: Die goede schrijvers die je noemt; hoe zijn die zo goed geworden? Doordat ze ruimte en geld hebben gekregen om hun teksten te ontwikkelen. Het duurt niet lang, denk ik, voordat schrijvers niet worden aangenomen voor klussen als je het ook even door een AI-modelletje kan halen. Laatst zag ik al in een krant dat de beeldredactie AI-gegenereerde beelden gebruikt had, in plaats van dat ze een fotograaf inhuurden.
Relatietherapeut: Kan een generatief beeldmodel kunst maken?
Ronald: Nee. AI maakt voor mij geen kunst. Maar wel origineel beeld. Ik ben continu verbaasd als ik het zie wat er uit die modellen komt.
Relatietherapeut laat een stilte vallen.
Vivian: Als ik kijk naar wat jij doet met de AI, dan denk ik: je geeft het leukste stukje van het kunstenaarschap weg.
Ronald: Oh, ja?
Vivian: Dat is eigenlijk wat ik voel.
Relatietherapeut: Ik heb, als neutrale mediator, natuurlijk geen mening. Maar iemand zou kunnen vinden dat kunst kan gaan over iets willen zeggen wat je niet goed kunt zeggen. Omdat je dat onzegbare niet in directe taal kunt vatten, gebruik je poëzie. Je hebt een onzegbaar, poëtisch verlangen dat je wilt uiten, en dat lukt alleen met kunst.
Vivian: Ja, dat! Ikzelf werk vrij intuïtief. Maar ik houd ook van het zoeken wanneer je iets aan het maken bent, of als je over een werk aan het nadenken bent.
Ronald: Een model heeft geen verlangen, maar het acteert ook niet vanuit zichzelf. Het bestaat niet zonder mens, niet zonder maker of mijn input. Toen ik schilderde op de kunstacademie inspireerde David Bowie me. Voor het maken van zijn teksten gebruikte hij een softwaremodel genaamd Verbasizer. Daar voerde hij tekst in en de software maakte nieuwe combinaties en daar ging Bowie vervolgens mee aan de slag. Hij noemde het een soort katalysator die een caleidoscoop aan betekenissen genereerde. Bowie zelf heeft nog steeds een sterke rol: hij stopt er dingen in en bepaalt of het goed is wat eruit komt.
Vivian: Dus je gebruikt AI echt als een middel.
Ronald: Voor mij is het een katalysator om uiteindelijk te maken wat ik maak.
Relatietherapeut: Wat is volgens jullie de impact van AI op de cultuursector?
Vivian: Mijn angst is dat er minder geld naar kunstenaars gaat die anders zouden worden ingehuurd om werken te maken, teksten te schrijven, te acteren. Kijk naar de recente Hollywood-stakingen. Ik heb het idee dat de kunst- en cultuursector alleen maar zal afbrokkelen doordat AI wordt gebruikt. Wanneer er minder ruimte is voor kunstenaars, worden er minder nieuwe beelden gemaakt. Of kunstenaars moeten misschien een andere baan zoeken omdat ze niet meer genoeg verdienen... Uiteindelijk stop je dan ook nog eens met goede nieuwe beelden creëren, waarmee je AI-modellen had kunnen trainen.
Ronald: Ja, dat is de vraag, of de kunstwereld zal afbrokkelen door AI.
Vivian: Het lijkt alsof het supermakkelijk is om dat soort beelden zelf te genereren. Zo van: kijk hoe snel en simpel een computer een interessant beeld kan genereren.
Ronald: Maar heb je het wel eens gebruikt?
Vivian: Nee, momenteel weiger ik het te gebruiken.
Ronald: Zijn het interessante beelden?
Vivian: Nou, als ik naar jouw werk kijk, dan vind ik daar vaak best wel interessante beelden uitgekomen zijn.
Ronald: Ja, maar dat is ook mijn eigen selectie van wat AI mij geeft.
Vivian: Ik snap dat een mens een prompt heeft moeten schrijven om die beelden te genereren. Ik begrijp dat menselijke interactie er een onderdeel van is geweest. En dat er ook vaak selectie-keuzes worden gemaakt. Maar dan denk ik: ik vind het zo waanzinnig mooi wat wij als kunstenaars kunnen! Die gekke manier van denken, dingen aan elkaar plakken die niet kloppen of een beeld in je hoofd hebben en daar mee aan de slag gaan en het anders maken terwijl je ermee bezig bent, of gekke gedachtesprongen hebben en dingen creëren waar andere mensen niet aan dachten.
Relatietherapeut: Onlangs heeft The New York Times OpenAI en Microsoft aangeklaagd, omdat vele artikelen van de krant zijn gebruikt door OpenAI om haar chatbot mee te trainen. Ook een groep kunstenaars zijn onlangs een soortgelijke rechtszaak gestart. Vinden jullie dat kunstmatige intelligentie copyright verschuldigd is aan de makers van het materiaal waarop het is getraind? Het gaat hier niet om kunstmatige intelligentie als een soort identiteit, maar om de bedrijven die deze modellen hebben getraind.
Vivian: Ja, als je die beelden gebruikt. Maar waarschijnlijk hebben we daar allemaal toestemming voor gegeven als we op Instagram iets posten van ons eigen werk.
Ronald: Ze zijn ook getraind op schilderijen van Rembrandt. Die heeft geen toestemming gegeven.
Vivian: Als een kunstenaar langer dan 70 jaar dood is, is het werk rechtenvrij.
Relatietherapeut: En als we naar recentere werken kijken? Er zijn nu hedendaagse kunstenaars die protesteren. Die zien dat zo’n model heel goed hun stijl na kan bootsen; het lijkt getraind op hun eigen werk.
Ronald: Ja, het komt voor dat de naam van levende kunstenaars wordt gebruikt in prompts waarmee beelden worden gegenereerd. Er is een soort hype gaande rond bepaalde kunstenaars. Mensen die met AI bezig zijn, hebben geleerd dat als je bepaalde namen intypt, je altijd een episch resultaat krijgt.
Vivian: Ik vind dat die persoon daar geld voor zou moeten krijgen. Of in ieder geval genoemd moet worden. Of dat je kunt zeggen: gebruik mijn beeld niet.
Ronald: Ik begreep dat opt-out tegenwoordig een optie is. Bij Dall-E kun je als kunstenaar vragen om uit het model gehaald te worden, of in ieder geval zullen ze je niet meer gebruiken voor het trainen in nieuwe modellen. Maar ja, dat betekent uiteindelijk niks. Want als iemand anders jouw werk van het internet haalt, kan die zelf daarmee een model trainen.
Relatietherapeut: Als ik een foto van jouw werk maak en dat in de krant zet, schend ik copyright. Als ik een foto van jouw werk in een model stop, dan lijkt het alsof ik geen regels overtreed. Vind je dat niet raar?
Ronald: Je hebt heel veel kunstenaars die zich het slachtoffer voelen van AI, ik niet.
Relatietherapeut: Stel er waren heel veel kopieën van jouw werk, op verschillende plaatsen, online. Op een gegeven moment zie je een nieuw werk voorbijkomen dat erg op dat van jou lijkt. Hoe zou je reageren?
Ronald: Mijn eerste reactie is dat ik het misschien heel erg leuk vind. Maar wie weet word ik boos, als het eenmaal zover is.
Ik gebruik de schilder Rousseau graag in mijn prompts, maar ik had zijn werk nog nooit in het echt gezien. Ik ben deze zomer naar Museum More (in Gorssel) geweest omdat daar een werk hing van Rousseau. Dat heeft niks te maken met wat ik hier op de computer maak. Dat ligt zo ver uit elkaar. Dat vind ik echt bijzonder.
Relatietherapeut: Misschien is Ronald minder onder de indruk van wat AI uiteindelijk kan genereren dan Vivian. Misschien ziet hij er minder bedreiging in, terwijl Vivians verwachtingen over AI groter zijn; dat AI autonoom zou kunnen worden.
Vivian: Het is niet alleen AI. Het is die hele ver-technologisering. Maxim Februari sprak bij Nooit Meer Slapen over de effecten van technologische ontwikkelingen: er wordt veel technologie ingezet die ons gedrag reguleert en normeert. Dat heeft een groot effect op de rechtsstaat en de democratie. Als we wetten simpelweg zien als iets wat automatisch moet worden nageleefd, is er geen gesprek meer mogelijk over of iets eigenlijk wel goed of wenselijk is. Februari gebruikt als voorbeeld Rosa Parks, de zwarte vrouw die in de bus haar plaats niet wilde afstaan aan een witte passagier, terwijl de wet dit destijds voorschreef. Ze moest voor de rechter verschijnen. De rechter heeft toen gezegd: het is inderdaad raar dat dit nog steeds een wet is, dus die gaan we niet toepassen.
'Je laat AI het vuile werk niet oplossen, maar nodigt het uit als onderdeel je proces'
Relatietherapeut richt zich tot Ronald: Herken je iets van de dreiging die hier beschreven wordt?
Ronald: Ik heb ook dat boek van Maxim Februari gelezen. Ik erken dat er altijd verandering is in de wereld, en daar moet je mee dealen. En dat is wat ik doe.
Relatietherapeut: Wat is dealen, is dat accepteren dat iets er is?
Ronald: Nee, zeker niet, dealen is erover nadenken, erover praten. Wat wij hier nu doen, dat is er mee dealen. Ik heb een techno-optimistisch toekomstbeeld. Natuurlijk moet je niet ongelimiteerd alles over je heen laten komen, en alles willen uitbesteden aan de techniek. Gelukkig zijn er veel mensen die over deze materie nadenken.
Relatietherapeut: Hoe belangrijk is het ambacht van het maken van kunst?
Vivian: Voor mij belangrijk. Een onderdeel dat vaak in mijn eigen praktijk terugkomt is tijd. Veel tijd. Soms zie je in het uiteindelijke werk niet eens direct dat er veel tijd in heeft gezeten. Daarnaast zit er vaak een fysiek element in. Metaalbewerking is vaak fysiek zwaar, net als etsen, er komen heel veel verschillende stappen bij kijken.
Relatietherapeut aan Ronald: Hoe is dat voor jou?
Ronald: Begin 2023 dacht ik: ik ga proberen een soort synergie te vinden met AI, ik ga het uitnodigen in mijn proces, kijken wat er gebeurt. Gaandeweg ben ik steeds meer vrijheid gaan ervaren door samen te werken met AI.
Er zit vrij veel ambacht in mijn werk. Ik had bijvoorbeeld een ambachtelijke invalshoek in de serie schilderijen (van stoelen) die nu in mijn studio hangt. Het zaadje voor deze serie werd gepland toen ik een schilder op een show ontmoette. Hij maakte fantastische schilderijen. Hij vertelde me welke verfmediums (zoals kunsthars, lijnzaadolie, terpentine) hij gebruikt had; die heb ik toen ook gekocht, en ben daarmee gaan schilderen. Ik zocht een dom onderwerp, dat was een stoel. Zo is het eerste schilderij geboren, vanuit de technische overweging.
Relatietherapeut: Is AI onderdeel van die ambacht?
Ronald: Ik ervoer tijdens het schilderen vaak een probleem, en dat probleem heb ik nu kunnen uitschakelen door het gebruik van AI.
Relatietherapeut: Welk probleem was dat?
Ronald: Het nadenken over wat ik moet schilderen. Dat heeft mij tijdens de Rietveld enorm geblokkeerd.
Relatietherapeut: Bij jou is delegeren een belangrijk thema, waardoor samenwerken met AI een logische stap wordt. Je beschouwt die samenwerking als iets heel ambachtelijks. Je laat AI het vuile werk niet oplossen, maar nodigt het uit als onderdeel je proces. Intussen ben je zelf keihard aan het werk.
Ronald: Ja, inderdaad. Er zit ook wel een stukje angst in dat ik me zo met AI bezighoud. Ik wil niet over twee of drie jaar overweldigd worden door een vloedgolf vanuit AI, en dat ik het dan niet begrijp. Je kunt oud worden en anti zijn en jezelf buitenspel gezet voelen.
Relatietherapeut: Zijn er nog laatste dingen die jullie willen zeggen?
Ronald: Ik denk dat, met alle kennis die we hebben, we wel waakzaam zijn wat betreft AI.
Vivian: Ik denk dat we helemaal niet waakzaam zijn. Ik heb het idee dat we daar veel te hard voor ontwikkelen, om dat bij te kunnen houden. Maar goed, dat is mijn pessimistische gedachte.
Relatietherapeut: En Ronald, jij blijft optimistisch?
Ronald: Ja. Maar ik ben blij dat er mensen zoals Vivian zijn, anders was dit gesprek niet mogelijk. Ik denk dat dat het enige is wat je kunt doen: erover praten, nadenken.
Headerbeeld: Vivian Mac Gillavry en Ronald Boom
Werner de Valk (hij/hem, 1988), deels opgegroeid op Ameland, is kunstenaar en schrijver. Hij bracht zijn jeugd door op Ameland, studeerde neurowetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en vervolgens Unstable Media aan de Gerrit Rietveld Academie. Zijn korte verhalen zijn verschenen in de longlist van de Grote Lowlands Schrijfwedstrijd, finales van Het Rode Oor, bij de Optimist en in Tijdschrift EI.
Vivian Mac Gillavry en Ronald Boom