Asset 14

De kwalen van de Zonnekoning

Het succesverhaal van de geneeskunde heeft duistere kanten. Het Musée de l’histoire du Medicin in Parijs is een folterkamer, vol angstaanjagend gereedschap en gruwelijke ontdekkingen.

Nierstenen komen vrij vaak voor, ze variëren van zandkorrels tot gladde kiezels tot bergkristallen. Ze kunnen operatief via de rug verwijderd worden, maar meestal worden ze met een zogenaamde lithotriptor tot gruis gedrild om dan het lichaam bij het plassen (“via de natuurlijke weg”) te kunnen verlaten. Tegenwoordig gebeurt dat in veel gevallen met elektrische schokgolven, onder plaatselijke verdoving toegebracht. Vroeger, leerde ik in het museum in de oude medische faculteit van Parijs, gebeurde het met een pijl en boog, die door de plasbuis naar binnen werd gestoken, en meermaals afgeschoten.

Dat dit gruwelijke medicijn blijkbaar minder erg is dan de kwaal, geeft wel aan hoe extragruwelijk de kwaal is. De spontane kristalvorming in de nier wordt meestal eerst niet opgemerkt, maar als de steentjes losraken en in de blaas terechtkomen kunnen ze leiden tot ondraaglijke, koliekachtige krampen die doorstralen naar het hele onderlichaam. Die pijn was zó vreselijk, dat op een dag een arts moet hebben gezegd: “Gek idee misschien, maar we kunnen anders eens proberen deze pijl en boog in uw penis te steken?”, waarop de man met de niersteen riep: “Doe het! Alstublieft! Steek die pijl erin en schiet ‘m af met die boog, want wie weet haalt het wat uit, en het kan sowieso niet erger zijn dan dit!” Dat is in het kort de kwaal, het medicijn en de verschrikkelijkheid van het leven.

Knikkergroot

Weet u wie óók zo’n last van nierstenen had? In het Musée de l’Histoire du Medicin ligt een fors, knikkergroot exemplaar dat omstreeks 1700 is verwijderd uit de blaas van Lodewijk de Veertiende; Le Roi-Soleil. Er staat niet gespecificeerd hoe de steen van binnen naar buiten de koning geraakte, maar kijkend naar de grootte van de steen hoop ik voor X-I-V op een operatie of desnoods een autopsie, maar in godsnaam niet de natuurlijke weg. Louis had een zeer zwakke gezondheid. In één van de weinige vrijstaande vitrines in het museum, dat zich onder het dak van de geneeskundefaculteit van de Université Paris Descartes bevindt, ligt naast de medicijnkoffer van de arts die de op St. Helena autopsie van Napoleon Bonaparte uitvoerde, een grote, stompe, gebogen haak. Hiermee werd, zo vermeldt het bordje, een fistel in Lodewijk’s koninklijke gat succesvol verwijderd.

Het geeft wel aan dat zelfs de allergrootsten onder ons niet immuun zijn voor kapotgaan.

Een fistel is een buisvormige zweer, een soort spontaan ontstaan, ontstoken gangetje tussen de endeldarm en de huid bij de anus die  moet worden opengelegd om te kunnen genezen. Minder succesvol was de hofarts van Lodewijk de Veertiende bij het verwijderen van een kies; de halve, doorrotte bovenkaak van de koning kwam in het trekgeweld mee, en hij overleefde de operatie maar ternauwernood. 
Hoe wij ons hier plotseling de Zonnekoning herinneren - de man die Versailles groot maakte, de gehele Franse aristocratie aaneensmeedde, drie oorlogen won – aan de hand van zijn anale fistel, zijn enorme niersteen en zijn losgetrokken bovenkaak. Het geeft wel aan dat zelfs de allergrootsten onder ons niet immuun zijn voor kapotgaan.

Voordat er in mijn eigen lichaam iets brak dat niet vanzelf overging (drie kleine botjes in de enkel), wist ik eigenlijk niet dat een lichaam kon breken. Soit, mijn grootmoeder stierf aan de gevolgen van een heupoperatie, maar ze stierf toch vooral omdat ze bijna honderd was, en omdat dat nou eenmaal zo gaat met grootmoeders. Een vreselijk ongeluk overkwam een kennis, maar het was de kennis zelf die overleed, hijzelf was in mijn gedachten, niet zijn lichaam dat tijdens het ongeluk is kapotgegaan en daarom stopte te functioneren. Toen ik in de operatiekamer mijn eigen been had zien liggen – het bot bloot en wit, de kuit opengelegd als een te vullen kalfsoester– schaamde ik me ervoor, en lalde ik drowsy van het roesmiddel: “Dat domme ding daarbeneden, dat bén ik niet.”

Mijn oog valt op een heel oud bot, gevonden in Herculaneum bij Napels: “Scheenbeen van een volwassen man met tekenen van een oude breuk”, en ik denk onwillekeurig aan mijn eigen been- een litteken, een aaneengespalkt bot, twee schroeven-  maar wel weer heel. Ik ril bij de gedachte dat ik me maar weinig kan voorstellen van de bijna constante stroom aan pijn en ongemak waaraan mensen eeuwenlang zijn blootgesteld: maanden, járen van tandpijn, stinkende infecties van alle soorten, kreupelheid door verkeerd geheelde breuken, jicht, gezwellen. Angst door afwezigheid van geboortezorg, kindersterfte, het op onomkeerbaar wegvallen van zicht en gehoor, een pijnlijke, vroege dood.

Beeld: Lisa-Marie van Barneveld

Anatomie generale

Het academisch ziekenhuis is tientallen jaren geleden verplaatst naar de buitenwijk. Er zijn in het oude gebouw nog wel twee grote operatiezalen ('Theatre 1' en 'Theatre 2') maar die worden niet meer als zodanig gebruikt. In de voormalige salles zijn wandjes geplaatst en bevinden zich thans kantoorunits en toiletten. Maar de hal is een en al galm, koper en hout, er is een grotesk monument voor de studenten en artsen die gevallen zijn tijdens de eerste wereldoorlog, langs de randen kijken de bronzen hoofden van honderden artsen streng op de bezoekers neer. Het gebouw heeft alleen nog een administratieve en historische functie, er is een prachtige oude bibliotheek, en wandelend door die grandeur kan de bezoeker het gevoel benaderen van hoe het moet zijn geweest om hier arts of patiënt te zijn geweest, driehonderd jaar geleden.

Op de binnenplaats staat een beeld van chirurg-anatoom Xavier Bichat. Studenten lurken aan hun waterflesjes en hangen tegen de zwarte granieten sokkel, die in de middagzon verbazingwekkend heet wordt. De Fransman staat er, op een ongemakkelijke anderhalf maal ware grootte, nogal koket bij. De ene in gehakte laars gestoken voet voor de ander, hij draagt een loeistrakke broek met een obscene welving bij het kruis, de dokter heeft grote bakkebaarden en staart geringschattend en met een superieure glimlach voor zich uit. In de rechterhand heeft hij een ganzenveer, in de linker een rol papier met daarin gebeiteld:  “De la vie et de la mort, anatomie generale” - zijn standaardwerk. Het is zonneklaar: dit is de arts die ons beter gaat maken.

Alleen bij de navel nog wordt het textiel bijeengehouden door een broche in de vorm van een scarabee.

Een aantal meters naar rechts en een dikke muur verder, achterin de majestueuze hal, staat een kleiner beeldhouwwerk. Het is een vrouw op, schat ik, driekwart ware grote, en ze is net bezig zich uit te kleden. Zij onthult haar hals en borsten door een cape over haar fijn gebeeldhouwde hoofd en schouders naar achteren te tillen. Haar gezicht is iets naar beneden gebogen, maar haar blik kijkt sluiks vooruit. Alleen bij de navel nog wordt het textiel bijeengehouden door een broche in de vorm van een scarabee. "La Nature se dévoilant devant la Science" staat op de sokkel. De natuur onthult zich tegenover de wetenschap. Het beeld is gemaakt door Louis-Ernest Barrias. Het origineel staat in het Musee d’Orsay, er staat één kopie in de medicijnenfaculteit van Bordeaux, en deze staat hier, bij de trap naar de bibliotheek.

Het wordt gezien als een kenschetsende allegorie van de verlichting. De natuur moet verleid en afgepeld worden, en deze naamloze vrouw is de gedroomde patiënt waarop de chirurgenblik van Bichat is gericht. “Kleedt u zich hier maar uit, mevrouw.” De vergelijking tussen de wetenschap die ijvert om de natuur te begrijpen en te gebruiken, en de man die ijvert om de vrouw te bewegen haar borsten te laten zien, is zo compleet over the top, dat ik me er onwillekeurig over verbaas dat het beeld, toch geplaatst op een plek waar elke dag honderden studenten langskomen, nooit is beklad door boze feministen.

The Surgeon's Mate

Langs de muren van het museum staan apparaten achter glas, achterin is een sierlijke trap omhoog naar een galerij waar ook weer vitrines zijn. Antieke chirurgie-instrumenten vormen de hoofdmoot van de collectie; Stylets, scalpels, messen gemaakt om gemakkelijk door zacht vlees te gaan. De Galliërs, leer ik, hadden al een vergevorderde ooggeneeskunde, compleet met staaroperaties. Er staat een klein apparaat met een schroef om de mond van een patiënt open te houden, er zijn vuurijzers om na amputaties bloedingen te stoppen en koudvuur tegen te gaan.  Een waar pronkstuk is de enorme en rijkelijk versierde amputatiezaag van de Britse arts John Woodall, die het eerste chirurgenstandaardwerk The Surgeon’s Mate schreef. Dan zijn er nog afbeeldingen van hoe, voor de amputatie, het vel en vlees langszij van het bot gesneden dient worden met een gebogen, lang mes. Er zijn tangen, er zijn vijlen, en zijn naalden, er is een opwindbare kettingzaag. In een kleine, halve doos met vijf gaten kan een konijn of klein hondje op de rug, de pootjes wijd, worden vastgelegd, voor experimenten.

Bovenaan de sierlijk afgewerkte trap, hangt een groot schilderij uit 1889 Een vrouw met een askleurig gezicht ligt, de ogen dicht, halfnaakt en slap, op een operatietafel, de donkere haren los. Naast haar kijkt een arts met een snor op zijn klok, een ander prikt een infuus in haar pols. Een stroompje bloed sijpelt op de grond. Op het bijbehorende kaartje staat alleen dat de Parijse dokter Samuel Bernheim, die de opdracht tot het maken van dit schilderij gaf, de man met het horloge betreft. Hij heeft ontzettend veel heeft betekend voor de teringlijders in Parijs, lezen we. “Hij bewoog onder andere wassalons voorzichtig te zijn met de lakens van mensen met tuberculose, wat besmetting voorkwam.”

Maar wie beter naar het schilderij kijkt, ziet dat de aan de naald die in de arm van de vrouw gaat een slang zit, en dat die slang voert naar de hals van een witte geit die, vastgebonden en met de bek in paniekerig gemekker wijd open, op de tafel achter haar ligt vastgebonden op een kruisvormige tafel. Bernheim had datzelfde jaar een medisch stuk gepubliceerd getiteld: Transfusion de sang de chevre et tuberculose pulmonaire - transfusie van geitenbloed en pulmonaire tuberculose. Er waren aan dit experiment al een aantal mannen overleden, maar omdat vrouwen nu eenmaal dichterbij de natuur staan dan mannen, dacht Bernheim dat deze behandeling zou kunnen werken. Tuberculose doodde in deze periode jaarlijks vele miljoenen mensen. Er wordt geschat dat in de 19e eeuw een kwart van de Europese populatie door de infectieziekte stierf, dus er werd op alle mogelijke manieren gezocht naar en geneeswijze.

Dergelijke transfusies hebben niet anders kunnen eindigen dan met de extreem pijnlijke dood van zowel vrouw als geit.

En ook het toedienen van bloedtransfusies ontwikkelde zich snel; in 1901 werden de verschillende bloedgroepen ontdekt, tien jaar later het antistollingsmiddel en die twee ontdekkingen in combinatie met de kennis opgedaan door dokters als Bernheim zorgden voor de veelal veilige, levensreddende bloedtransfusies zoals we die nu kennen. Toch was deze afgebeelde dier-mens bloedtransfusie was in de 19e eeuw al zeer controversieel. Dergelijke transfusies hebben niet anders kunnen eindigen dan met de extreem pijnlijke dood van zowel vrouw als geit. Dat Bernheim zelf de opdracht gaf hier een enorm schilderij van te laten maken, is dan ook nogal morbide.

Al zolang we bestaan martelen medicijnmannen het gebroken lichaam, tot het belooft te zullen genezen. Geneeskunde is, behalve heilzaam, óók ontzettend gewelddadig, een chemokuur of een kuurtje antibiotica is daarin hetzelfde als een onverdoofde amputatie of een geit-vrouw bloedtransfusie: een poging om het domme, onwillige lichaam dat zich maar matig kan beschermen tegen de buitenwereld, terug in de pas te krijgen. Een zo efficiënt mogelijke tuchtiging van de natuur die niet weet wat goed voor haar is.

Vrouwenpak

In het donkerste hoekje van het museum staat, onopvallend naast de brandblusser, een rond tafeltje waarvan de onoplettende bezoeker zou kunnen denken dat deze er voor de suppoost is neergezet. Een tafeltje voor de koffie en de portofoon, voor een mottig pak folders, het soort rond tafeltje met een dikke, gietijzeren poot die uitloopt in drie elegante tenen, zoals je die op bijna ieder Parijs’ terras ziet. Maar het is onderdeel van de tentoonstelling, hoewel het op de website noch in de brochure staat. Een wat slordige mozaïek is te zien onder het glas, in vaalblauw, rood en wit. En wie beter kijkt, en dan nog eens kijkt, ziet dat midden op de tafel een menselijke voet staat met daaromheen, als de kwartieren van een klok, vier oren. “Tafel gemaakt van menselijk bot, bloed, gal, long, wervel, een voet en vier oren,” staat op het bijbehorende plaatje. “Realisée par Efisio Marini, medicin-naturaliste Italien et offerte a Napoleon III (1866)”

Efisio Marini was een chirurg uit Sardinië die zich specialiseerde in het bewaren van menselijk materiaal. Hij werd gezien als een lichtelijk gestoorde professor, toen generaal Garibaldi gewond raakte bij een gevecht op de rotsen van d’Aspromomte schraapte Marini het bloed bijeen, versteende het, en maakte er een medaille van die hij aan de generaal cadeau gaf: “Het bloed van Garibaldi is voor altijd rood.” Hij mummificeerde de overleden echtgenoot van een Napolitaanse en zette hem in haar hal, tot de politie kwam om hem, onder luid gekrijs van de weduwe, weg te halen en te begraven. Hij bewaarde het lelieblanke voetje van een gestorven jonge vrouw, en zette het op een tafel. Toen hem werd gevraagd of dit niet oneerbaar was tegenover de overleden eigenaresse van de voet zei hij: “Ik denk hierbij niet aan het graf, maar aan schoonheid, en ik vraag me af hoe vaak die voet heeft gedraaid in een ritmische wals en hoeveel mannen deze enkel hebben aanbeden terwijl ze het uit haar elegante schoentje piepte.”

Iemand die het rood van het bloed van mensen en het blauw van hun longen wil gebruiken voor een esthetisch plezierige mozaïek.

Wat zo volkomen misplaatst is aan deze tafel op deze plek, is dat Marini misschien gebruikmaakte van geneeskundige methodes, maar dat hij natuurlijk geen geneeskunde bedreef. Iemand die het rood van het bloed van mensen en het blauw van hun longen wil gebruiken voor een esthetisch plezierige mozaïek, en hun oren als versiering– zo iemand is niet te vertrouwen, al helemaal niet als arts. Daar komt ook de weerstand tegen de maker van de tentoonstelling Body Worlds vandaan, de gruwelijkheid van seriemoordenaar Ed Gein (hij wilde een ‘vrouwenpak’ maken van de huid van dode vrouwen en was de inspiratie voor Buffalo Bill in Silence of the Lambs). Dat iemand doodgaat is erg, en dat we met de organen misschien nog het leven van een ander kunnen redden door middel van donorschap heeft nog wel iets nobels. Maar een lichaam dat tot banaal gebruiksvoorwerp wordt gemaakt is volkomen afstotelijk.

Onsterfelijk

De angst voor de arts die ons niet als ziet als mens maar als lichaam - als mooie stukjes voor een mozaïek- zit enorm diep, ondanks alle successen die haar geschiedenis ons heeft gebracht. Dat ze van onze meest interessante stukjes een tafeltje zullen maken, waar onze onderdelen dan tot in de eeuwigheid mensloos en naamloos in zullen zitten, zoals in de tafel van Efisio Marini. Het is op diezelfde manier best een lastige gedachte dat de pijnloze, pijl-en-boogloze manier waarop nierstenen nu worden verwijderd nooit had kunnen bestaan zonder de pijl en boog, en dat de levensreddende bloedtransfusie er wellicht nooit was geweest zonder de wrede dood van deze donkerharige vrouw die geitenbloed kreeg toegediend. Door gerichtheid op ‘meer natuurlijke’ methodes vergeet de wetenschap echter dat juist de niersteen natuurlijk is, net als de tering.

Maar het is bovenal een angst voor onze eigen breekbaarheid. “Dat zijn we niet!” roepen we over onze fistels en gebroken enkels, over onze kanker en tuberculose. Maar uiteindelijk gaan we er wel aan kapot, chirurg en teringlijder gelijk. Xavier Bichat, de man met zijn priemende chirurgenblik op de binnenplaats viel van de trap en stierf, op 22 juli 1802, amper tweeëndertigjarig jaar oud. Lodewijk XIV overleed in 1715, vier dagen voor zijn 77e verjaardag. Hij zou tegen zijn hovelingen en hofarts hebben gezegd, waarschijnlijk zijn eigen brakke gestel indachtig: “Dacht je soms dat ik onsterfelijk ben?”

___
Dit artikel ontstond op basis van een residentieproject van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de Stichting Biermans-Lapôtre.

Mail

Hiske Versprille

Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Zand erover

Zand erover

In dit verhaal van Anouk Harkmans ligt een verteller op het strand, alleen, met een steen op haar navel, en ze overdenkt een relatie die voorbij is. 'Wat als dit geen einde is? Wat als het einde al heeft plaatsgevonden – zonder zichtbare erosie – en dit niet meer is dan de onverhoopte poging om te doen alsof dat niet zo is?' Lees meer

Het is tijd om op een totaal andere manier naar de wereld te kijken

Het is tijd om op een totaal andere manier naar de wereld te kijken

Wat is magie? Een mysterieuze familiering gaf Marthe van Bronkhorst een ander perspectief. Lees meer

Het kerstmaal

Het kerstmaal

Het ouderlijk huis: een kern waar velen van ons naar terugkeren met de feestdagen. Dingen horen daar te zijn zoals je ze hebt achtergelaten. Maar wat als dat niet meer zo is? Wat als dat fundament niet meer zo stevig blijkt te zijn? Thomas D'heer schrijft zacht over toenadering, weemoed en familie. Lees meer

De dubbele bodems van Blommers & Schumm

De dubbele bodems van Blommers & Schumm

In fotografiemuseum Foam bezoekt Caecilia Rasch de tentoonstelling Mid-Air, en deze roept vragen op over contrasten: kunst en commercie, ironie en eerlijkheid. Lees meer

Een klein manifest voor tierelantijntjes

Een klein manifest voor tierelantijntjes

Pantone stelt dat de wereld gebaat is bij meer visuele zuiverheid, een esthetische keuze die midden in deze tijd allesbehalve apolitiek is. In reactie op de nieuwe kleur van het jaar laat Loïs Blank zien hoe kleur, macht en uitsluiting met elkaar verweven zijn. Haar column is een oproep voor meer kleur, meer geluid en meer weerstand. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Sporen’, het negende Hard//hoofd Magazine!

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Sporen’, het negende Hard//hoofd Magazine!

Maak jij een bijdrage die een nieuwe weg inslaat? Stuur vóór 1 februari je pitch in en draag met een (beeld)verhaal, essay, poëzie of kunstkritiek bij aan het magazine ‘Sporen’. Lees meer

Auto Draft 11

20240903 Fiat Punto

Met de handrem omlaag en handen aan het stuur rijdt Wim Landuyt je in dit gedicht langs zijn bloedlijn, van de pastasaus in zijn aderen tot in dit land van regels: een compilatie van zijn migratie. 'net als een geïmporteerde fiat punto / brandt mijn motor onder mijn huid' Lees meer

Lees dit boek vooral niet

Lees dit boek vooral niet

Wat doe je als je een boek leest dat totaal schuurt met je wereldbeeld, maar wel goed geschreven is? Dit overkwam boekenblogger Maartje van Tessel, toen ze een berichtje kreeg van een debutant met de vraag of ze zijn boek wilde lezen. Het zet haar aan het denken over wat literatuur kan en mag zijn. Lees meer

César Rogers 4

César Rogers maakt een print voor onze kunstverzamelaars: ‘De spanning tussen mechanisering en het lichaam vind ik belangrijk’

Word vóór 1 januari kunstverzamelaar bij Hard//hoofd en ontvang een unieke print van César Rogers! In gesprek met chef Kunst Jorne Vriens licht hij een tipje van de sluier op. Lees meer

 1

Mijn doofheid door de jaren heen

In haar gedichten gaat Bareez Majid in gesprek met de nacht en verschillende vormen van stilte; van de stilte die volgt uit zwijgen om bestwil tot simpelweg niet kunnen spreken doordat je de taal niet kent, en van stilte uit angst van een gevlucht kind tot niet willen of kunnen luisteren naar de ander. Lees meer

Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Bij de media heerst ziekte, journalisten stellen te weinig vragen. Fausto en Marthe van Bronkhorst komen met een behandelplan. Lees meer

Essaywedstrijd: 'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

In deze editie van Hooray for the Essay dagen we je uit om na te denken over waarheid. Reageer voor 19 januari. Lees meer

:Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen? 1

Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen?

Is politieke inmenging met kunst en esthetiek vooral iets van vroeger, en is schoonheid tegenwoordig gedepolitiseerd? Patrick Hoop schreef een essay over waarom ons huidige politieke stelsel zich mag - of moet - bemoeien met schoonheid. Lees meer

Een eerste keer

Een eerste keer

In dit erotische verhaal vraagt Jochum Veenstra zich af of het opwindend kan zijn om constant expliciete consent te vragen, en of er dan ook echte consent tot stand komt. Een eerste keer is ook gepubliceerd als audioverhaal bij deBuren. 'Als onze monden elkaar raken, lijkt de vriendschap die we bij daglicht hebben weer tot leven te komen.' Lees meer

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Mode lijkt glanzend en zorgeloos, maar er schuilt een wereld van politiek achter. Loïs Blank vraagt zich af: wie bepaalt eigenlijk welke verhalen verteld mogen worden? Wat gebeurt er met de progressieve stemmen van een bedrijf dat vooral voor de winst gaat? Lees meer

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Op 25 november is het 50 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland. Kevin Headley bespreekt hoe de onafhankelijkheid van Suriname tot stand is gekomen en hoe het zich verder ontwikkelt tot natie: van politieke geschiedenis tot hedendaagse successen. Lees meer

Balletles

Balletles

In een rumoerig café herinnert een groep meisjes zich heel helder: 'Meisjes zoals wij leren vroeg de kunst van de onwaarneembare volharding.' In dit korte verhaal neemt Marieke Ornelis je mee in een wereld vol witte panty's, billen op een koude vloer en honingachtig vocht, terwijl de intimiteit wegsmelt onder de toneellampen. Lees meer

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

'Een begrip als integratie lijkt een middel om te streven naar een inclusievere samenleving, maar dwingt in feite minderheden om hun culturele en religieuze identiteit op te geven.' Aslıhan Öztürk legt de retoriek bloot waarmee de integratie-stok dreigend boven het hoofd van generaties migranten wordt gehouden. Lees meer

Pomme d’amour 1

Pomme d’amour

In dit gedicht van Elise Vos vinden de glazen muiltjes en kikkerprinsen uit de klassieke sprookjes hun weg tussen de HR-medewerkers en stadsduiven met verminkte pootjes. Een hoofdpersoon zoekt diens plek in de wereld, terwijl mannen dwars door de ontknoping van het verhaal heen slapen. Lees meer

Ademruimte

Ademruimte

‘Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.’ In Ademruimte, van Elisa Ros Villarte, keert het hoofdpersonage terug naar haar ouderlijk huis dat gevuld is met onbekend speelgoed, bevroren maaltijden en beladen vragen. Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al vijftien (!) jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk, een unieke print van César Rogers!

Word kunstverzamelaar