Asset 14

Bijsturen

Bijsturen 1

In dit essay legt Belle de Rode de vinger op de zere plek. Ze beschrijft hoe zij de rol van bijsturende kapitein op zich moet nemen omwille van haar zieke vader. Dit terwijl ze juist afscheid had willen nemen van de kritische kapitein die in haar huisde.

Net als mijn vader kan ik me gaan vervelen in de norm, de voorspelbare gang van zaken; anders dan hij druk ik mijn eigen onvoorspelbaarheid vaak de kop in om buiten de experimentele muren van thuis te kunnen meebewegen. Buiten volgt het leven een stramien, waarvan ik niet snap hoe het te volgen anders dan maar in te voegen.

Vincent van Gogh schreef eens in een brief aan zijn zus: ‘(…) om een boek te schrijven, een daad te doen, een schilderij te maken waar leven in zit, moet men zelf levend mens zijn.’ En in het gedicht Het nut van wankelen van Lucas Rijneveld lees ik, hoopgevend herkenbaar: ‘Vertel me, lievemans, dat mijn zeebenen op een dag bij mij horen (…) dat het nut van wankelen betekent dat je een mens bent die wat probeert.’ Zeebenen bewijzen, kortom, dat je aan het varen bent – gooi de trossen dus maar los.

Het zijn de ogen van mijn moeder, van al mijn docenten, van elke voorbijganger die ik ooit in mijn verstrooidheid heb aangestoten.

Om mij met mijn eigen zeebenen te verenigen, heb ik ooit een geoefende kapitein in het leven geroepen. Dit is niet per se een identificeerbaar persoon; eerder een abstract paar ogen dat elke mogelijke kritische blik alvast op mij richt. Het zijn de ogen van mijn moeder, van al mijn docenten, van elke voorbijganger die ik ooit in mijn verstrooidheid heb aangestoten. Ogen van vriendinnen, volgens wie ik teveel aandacht trok, van mannen die mij te dramatisch of gevoelig vonden, werkgevers voor wie ik chaotisch was. Ik zie van verre al waar ik onderuitga, traag ben, blozen moet, aanstoot geef, opval, wegval. Vervolgens trek ik de riem steviger aan, poets ik mijn pantser, pep ik mij op voor de alledaagse bühne. Wie heeft er nu wat aan mij als ik wankel?

Met hulp van mijn kapitein had ik immers niet authentiek geleefd; mijn automatismen hielpen mijn lijf naar de kloten.

Niet heel verrassend, misschien: ik stond altijd op alert en altijd aan tot ik niet meer uit kon staan. Een paar jaar geleden dwong een burn-out me om terrein te gaan heroveren. Een pijnlijke, kwetsbare en soms vrij wanhopige periode volgde. Ik trok de stekker uit mijn sociale contacten, lag drie maanden op de bank bij mijn ouders en rustte binnenshuis uit (driekwartier inspanning, driekwartier rust). Meer nog dan leren luisteren naar mijn lichaam, moest ik nieuw zelfvertrouwen krijgen. Met hulp van mijn kapitein had ik immers niet authentiek geleefd; mijn automatismen hielpen mijn lijf naar de kloten. Met een coach, rollenspellen en theatersport wilde ik leren vertrouwen op wie er onder die neigingen en patronen zit: een vrouw die eigenlijk geen enkel geduld heeft voor voegen en bijsturen en glimlachen en lief zijn. Ik wilde onaangepast zijn. Maar ik had mezelf monddood gemaakt.

Langzaamaan kreeg ik meer lucht. Op groot en klein niveau ontdekte ik mijn eigen stem en mijn manieren. En terwijl ik re-integreerde, oefende met iemand te zijn die wat probeert, begon mijn vader af te brokkelen. Hij nam ons thuis, ons veilige experimentele universum, met zich mee.

Het huis waar ik opgroeide en oplaadde was op de begane grond ingericht als atelier. Het rook er naar kwasten die al iets te lang in water staan en de wanden hingen vol met schilderijen. Hier was een wereld gecreëerd waar mijn vader eindeloos kon aanknoeien en klungelen: met verf, lampen, doeken, takken, papier. Aan het einde van de dag reed ik mijn omafiets naar binnen en maakten we samen de balans op. Soms was er een nieuw project, soms waren er vijf tegelijk. Soms was er een worsteling, soms was een favoriet overgeschilderd, meestal was iets ‘meesterlijk’. Vaak vond ik het wel wat en soms vond ik het niks. ‘Geeft niets,’ zei hij dan vrolijk. Pas als het even mislukte en alles onvoorspelbaar werd, pas als alles ontregelde, kon er iets goeds tot stand komen.

Eigenlijk hadden we een heldere transactie, mijn vader en ik. Hij kreeg in ons gezin alle ruimte om in zijn eigen universum onaangepast te zijn. Door hem die ruimte te geven, was ik op mijn beurt ook altijd welkom. Ik kan me niet herinneren dat hij me naar details van mijn dagen vroeg. Namen van vriendinnetjes of gebeurtenissen op school onthield hij zelden. Maar toen ik als peuter op een van zijn doeken kladderde, zette hij het op de foto. Later hing hij een schommel in het atelier. Hij haalde me op van muziekles en als mijn broer en ik tv keken gaf hij ons een bakje met venkel. Woordelijk deelden we weinig. We bewogen gewoon gemoedelijk om elkaar heen.

Voor de praktische logistiek hadden we toch mijn moeder, laat hem toch die vrije geest zijn.

Hij werd wat warriger, hij werd wat ouder. De associaties werden steeds vrijer, maar hij was dan ook een filosoof. Hij snapte zijn telefoon niet meer, maar het aardse leven zei hem altijd al weinig. Hij vergat mijn leeftijd, maar wist hij ooit precies wanneer ik jarig was? Voor de praktische logistiek hadden we toch mijn moeder, laat hem toch die vrije geest zijn. We duwden onze vingers in de oren voor elk alarm. Mijn moeder duwde het hardst. ‘Hij is gewoon een kunstenaar.’ ‘Hij wordt gewoon wat ouder.’

Als voormalig kapitein die wel wat wist van bijsturen, schreef ik een brief aan mijn moeder en zette ik mijn ouders aan tafel. Ik zag mijn moeders blik gejaagd heen en weer schieten, haar stoel schoof ze wat verder weg. Mijn vader keek zuchtend naar zijn droge handen. Ik boog naar voren, plantte mijn ellebogen op tafel, zocht aan weerszijden naar oogcontact. In mijn buik werd een duimschroef aangedraaid. ‘Papa, jij bent toch je ziekte niet?’ Ik hoopte een hoekje van de sticker los te peuteren. Maar mijn vader ontweek mijn blik en bleef zwijgen. Hij legde de regie definitief in onze handen. In mijn handen.

‘Vertel me, lievemans, dat er in wankelen een prachtige vorm van houvast schuilt’, dicht Rijneveld –
Als ik mensen spreek over hoe mijn broer, moeder en ik twee jaar mantelzorgers zijn geweest, reageert iedereen vol bewondering. Wat mooi, liefdevol, geweldig dat jullie je vader zo lang thuis hebben kunnen houden. Wat mag je trots zijn, wat zul je later dankbaar terugkijken. Ik beantwoord de meewarige blikken met de gewenste glimlach. In die twee jaar kon ik ’s nachts vaak niet slapen door de spanning in mijn kaken. Alle verstikkende stuurdrang die ik na mijn burn-out wilde loslaten kreeg ruim baan, want mijn vader had er niets aan als ik wankelde. Ontregeling vormde nu een gevaar. Ik was het anker voor zijn reddeloosheid: wederom de kapitein. Mantelzorgen was bijsturen, eindeloos de veger bij de curlingsteen zijn. Alle antennes uitsteken voor elk potentieel gevaar; beschermen, verhullen, verbloemen. Steeds vijf stappen voor zijn. Hindernissen elimineren. Schone kleren klaarleggen als hij stond te douchen. Alle scenario’s voorspellen. De agenda verstoppen zodat hij niet wéér naar de tandarts ging. De gemoederen scannen. Afleiden. Wegslikken. Blijf lachen blijf lief blijf sussen grappen voeren aaien en kalmeren. ‘Vertel me, lievemans, dat je er zal zijn als ik uit evenwicht, als ik zeeziek dit land bewandel’, maar wat nou als ik zelf uit evenwicht –
Ik voelde dat ik stikte wilde uit het raam schreeuwen botsen ruimte innemen LAAT MIJ
raar zijn theatraal bombastisch uiteenspatten
Binnen kon ik spelen nu moest ook daar een masker op
Jij hebt mij mijn ruimte ontnomen en ik mag geen kind meer zijn LAAT MIJ
niemand verdriet doen niemand omstoten aanstoten verstoten
Ik heb een lief hart kijk maar er is plaats voor iedereen
Jij ontnam me mijn terrein waar ik volledig mij kon zijn
Niet weersproken werd niet rationeel moest zijn
Ik wil niet zoals jij kluizenaar met vieze kleren egoïstisch gelukkig op mijn eigen planeet mijn moeder een ui geven voor Sinterklaas als grappig symbool voor een uitje voor twee dat nooit tot stand komt –

Bij het vasthouden aan de laatste millimeters van zijn persoonlijkheid leverde ik die van mezelf in.

Door te voegen naar de ziekte, raakte ons vader-dochter-ecosysteem verstoord. En raakten we, als ik nog wat dieper graaf, verwijderd van de experimentele personen die we beiden in essentie waren – in essentie zijn. Mantelzorgen was misschien nobel, maar eigenlijk verschrikkelijk om te doen. Bij het vasthouden aan de laatste millimeters van zijn persoonlijkheid leverde ik die van mezelf in.

Op 5 mei dit jaar richten we de kamer in het verpleeghuis in. ‘Bevrijdingsdag,’ zeg ik gekscherend terwijl ik bolletjes sokken in de kledingkast leg. Verzorgster Aukje brengt twee kopjes filterkoffie, we nemen een snotterpauze, worden in het Gronings getroost. Ze vertelt dat ze mijn vader al op internet hebben opgezocht. ‘Wat een knappe man’. Ze hebben wel zin in een vrolijke kunstenaar in de groep. We merken op dat het waarschijnlijk niet lang gaat duren voor hij schildert op de muren, dat wij vast moeten gaan sparen voor het witten achteraf.

Een week later halen we het atelier leeg en gooien we de ramen open. Ik laat een van mijn vaders tekeningen op mijn enkel tatoeëren. Daarmee ben ik buitenshuis weer begonnen met op mijn zeebenen leren lopen. Ik hoef het nu niet alleen te doen: zijn badeendje met lieslaarzen wandelt en wankelt vrolijk met me mee. Ongetwijfeld lief, maar vooral schaamteloos onaangepast.

Bijsturen

Ruud de Rode, Liesje Laarsje, 2000

Mail

Belle de Rode (1995) is kunsthistoricus, tentoonstellingsmaker en gaat nooit op pad zonder pen. Ze schrijft voor kunstenaars, musea, zichzelf en wie wat lezen wil. Door Groningen en Amsterdam blijven haar nuchterheid en gevoel voor drama meestal in balans. Ze houdt van alle dieren, behalve duiven.

Aida de Jong (1995) is een illustrator en poppenmaker wonend in Utrecht. In haar werk zoekt ze vaak thema's die haar beangstigen, om er vervolgens met een nieuwe blik naar te kijken.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

Leven in laagjes

Leven in laagjes

In dit essay geeft Dani Bouwman een intieme reflectie op identiteit, familie en het verlangen naar een plek waar hij volledig zichzelf kan zijn. Lees meer

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

Reinout Bongers schreef een nabeschouwing van de Zomergasten-aflevering met Pierre Bokma als gast of, moeten we zeggen, hoofdrol? "Therapie heeft hij wel geprobeerd, maar dat leverde hem - naar eigen zeggen - vooral een lege bankrekening op." Lees meer

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Toen zijn stiefmoeder Pieta stierf, voelde het voor Jelle Havermans alsof hij werd bevrijd van een van zijn grootste onderdrukkers. Voor ons Sorry-magazine schreef hij dit essay waarin hij jaren later toegeeft dat de vrouw die hem en zijn zusje het leven zuur maakte, ook slachtoffer was van haar eigen tijdsgeest en omgeving. Lees meer

:Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

In dit persoonlijke essay ontrafelt Laura Korvinus de draden die haar met haar oma verbinden. Langs welke verhalen of assen kan verbondenheid tussen verschillende generaties ontstaan en worden vastgehouden? Deel 1. 
 Onderweg naar mijn grootouders glipt een herinnering mijn gedachten binnen. Op een oude video ben ik aan het spelen aan de rand van... Lees meer

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Aucke Paulusma ging op studiobezoek bij kunstschilder Koen van den Broek. In de hoop inspiratie op te doen voor zijn eigen kunstenaarscarrière, bespreken ze de kunst. Lees meer

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 7

Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje?

Waarom blijft prachtige kunst soms onbekend? Janke Boskma kreeg kippenvel van Sōsaku hanga en dook in de Japanse kunstgeschiedenis. Lees meer

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ettie reageert voor een laatste keer op een brief van Jochum, door te schrijven over verdriet, kwetsbaarheid, woede en het belang van actief luisteren. Lees meer

:'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

Juul Kruse bekijkt de Zomergasten-aflevering van Sana Valiulina, waarin zij bovenal probeert hoop te houden en overeind te blijven tegen de achtergrond van immer grimmig Rusland. Lees meer

Een excuus in een klein restaurant

Een excuus in een klein restaurant

Ettie schreef een brief aan Jochum, die hem ontroerde. Hij besloot een brief terug te sturen over excuses, ouders en wat het betekent om zowel een cis-man én queer te zijn. Lees meer

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Vorige week schreef Jochum een brief aan Ettie over zijn ervaring met queer-zijn, biseksualiteit en identiteit tijdens zijn jeugd. In deze brief reageert Ettie met haar eigen ervaring en vraagt ze zich af of iedereen queer zou kunnen zijn. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer