Gaza kan halverwege mei de meest extreme vorm van hongersnood verwachten. Volgens de VN bestaat deze door de mens gecreëerde catastrofe nu al in delen van Gaza. David Meijers ontleedt hoe Nederlandse politici en media actief het Israëlisch beleid vertekenen en wegkijken van de genocide.
Al maanden sijpelt de realiteit van een genocide in Gaza door op Instagram. Inmiddels wordt genocide ook door de Verenigde Naties als reëel ingeschat. Een realiteit die velen er al maanden toe aanzet te gaan demonstreren. De recente aanval van Iran op Israël heeft de noodtoestand in Gaza in de media naar de achtergrond verdreven. Maar de aanhoudende burgerdoden door Israëlische militairen en een hongersnood blijven de belangrijkste aspecten van de situatie in Palestina. Een aanval op Rafah is aanstaande.
Onze Nederlandse politici en media hebben deels schuld aan de genocide. We steunen de bezetting van Gaza en de annexatie van de Westoever namelijk al jaren door geen wezenlijke voorwaarden te stellen aan militaire en economische steun aan Israël. Maar ook op de korte termijn, sinds 7 oktober, zijn onze media en politici medeplichtig aan de genocide. Niet om wat ze ons wél vertellen over Gaza, maar beter gezegd, juist wat ze ons niet vertellen.
Om te beginnen, in Gaza heerst op dit moment een hongersnood waar steeds voor is gewaarschuwd. Op 18 maart, inmiddels meer dan een maand geleden, is een rapport gepubliceerd door IPC, een dochterorganisatie van de Verenigde Naties. De IPC-criteria voor catastrofale hongersnood, het meest extreme scenario in de gebruikte classificatie, zijn als volgt:
- 20 % van de huishoudens hebben een extreem voedseltekort;
- 30 % van de kinderen lijdt aan acute ondervoeding;
- meer dan 2 volwassenen of 4 kinderen per 10.000 mensen sterven per dag aan ondervoeding.
Dit scenario was volgens de VN in delen van Gaza tussen 15 februari en 15 maart al werkelijkheid. Volgens de VN valt te verwachten dat de meest extreme vorm van hongersnood zich aandient uiterlijk midden mei. Maar mensen sterven nu al van de honger. In sommige delen van Gaza was het meest extreme IPC-scenario de afgelopen maand al werkelijkheid. The Guardian schreef: ‘It’s death there’: babies and children hit hardest as famine tightens hold on Gaza.
Voor dit scenario ben ik, vooral op Instagram, steeds gewaarschuwd door Al Jazeera, door Motaz Azaiza en vooral door vrienden en literaire figuren die dagelijks posten over Gaza. In de Nederlandse media blijven echter de verontrustende claims van Israël, bijvoorbeeld dat Hamas verantwoordelijk is voor Gaza’s voedseltekort, zonder weerlegging opduiken in nieuws- en opinie-artikelen zoals bijvoorbeeld in een opiniestuk van Jessica Durlacher in NRC.
Wat bijvoorbeeld Durlacher níét vertelt is dat Israël aantoonbaar het voedseltekort heeft veroorzaakt door minder hulp toe te laten dan het minimum om de burgerbevolking te voeden (zie Nieuwsuur-artikel). De oorzaken van de hongersnood zijn duidelijk: de vernietigingsoorlog van het Israëlische regime op de Palestijnen en de door Israël bewust extreem beperkte humanitaire toegang tot Gaza. Inmiddels zegt Israël meer hulp toe te laten, maar het blijft (zie bijvoorbeeld CNN) een kwaadaardig spel met burgerlevens, waaronder die van Israëlische gijzelaars.
Onze premier Rutte vertekent ook bewust het beeld. Rutte zei op donderdag 21 maart wél dat er massaal meer noodhulp over land moest komen. Maar hij zei niet: Israël beperkt de voedseltoevoer. Rutte vergat te vertellen dat er talloze vrachtwagens stonden te wachten bij de grens die Israël bewust blokkeert. Deze selectieve weergave betekent in mijn ervaring niet alleen steun voor Israël, maar ook steun voor Israëls genocide en gebruik van honger als wapen. Wat namelijk onduidelijk blijft in Rutte’s verhaal, is dat Netanyahu weinig tot niets doet om de hongersnood te verlichten.
Dat dit niet gezegd wordt, wijst naar mijn mening op niks anders dan het idee dat Palestijnse levens niet zouden tellen. En dit komt neer op racisme. De situatie in Gaza heeft geen wezenlijke invloed op Rutte’s afwegingen. Als Palestijnen werkelijk zouden meetellen, zou op dit moment het recht op leven van Gaza in een noodsituatie zwaarder meewegen dan Rutte’s belangen. Leven en vrijheid in Gaza zouden een belang op zich zijn.
Maar niet alleen Rutte is verantwoordelijk. Dat de mainstream in Nederland op dit moment niet om dwingende maatregelen tegen Israël vraagt, heeft volgens mij te maken met breder Nederlands racisme, in dit geval tegen moslims en Arabieren. Die context uit zich vervolgens in Rutte’s inschatting van de kaders van het publieke debat. Hij kan het zich veroorloven om de rol van Israël in de hongersnood niet expliciet te benoemen. Hij kan het zich veroorloven om een aanval in Rafah te ontmoedigen zonder de algehele noodsituatie en de moordpartij van Israël scherp te veroordelen. In het buiten beeld houden, en daarmee in stand houden, van Israëls blokkade van humanitaire hulp, werken de onverschilligheid van Nederlanders en Rutte’s opstelling samen.
Wat er niet in NRC staat
Nog een voorbeeld van gebrekkige verslaggeving. Een NRC-stuk van Michel Kerres en Clara van de Wiel van vrijdag 22 maart heeft als kop: ‘Na lang aarzelen nemen Westerse bondgenoten Israël van twee kanten in de tang over Gaza-oorlog.’ Wat werd hier door de journalisten eigenlijk gezegd? Kerres en Van de Wiel zeggen dat de EU en de VS de druk op Israël opvoeren en openlijk oproepen tot een staakt-het-vuren. Het artikel schetst het beeld dat onze leiders lang aarzelden, maar nu hun macht gebruiken om Israël van koers te laten veranderen.
Maar wat wordt hier níét gezegd? Kerres en Van de Wiel zeggen niet dat Europese leiders nog geen economische of formele diplomatieke stappen hebben genomen tegen Israël. Terwijl dit precies is wat de EU tot nu toe schandalig nalaat te doen: machtsmiddelen inzetten tegen Israëls genocidale handelen. Kerres en Van de Wiel benoemen ook niet dat de VS nog steeds gewoon wapensteun geven aan Israël. Ze vertekenen dus in feite ons beeld van de politieke situatie. Na acht alinea's politieke analyse die de zachte aanpak van de EU-leiders niet benoemt, refereren Kerres en Van de Wiel pas in alinea negen voor het eerst aan de hongersnood. Als je dit soort patronen eenmaal begint te zien, kun je niet meer zonder grote boosheid meelezen.
Politieke motivaties
En er is nog een laatste cruciaal aspect dat totaal niet wordt belicht in Nederlandse media: de politieke (en genocidale) motivaties van Israëlische leiders in Gaza. Deze dimensie komt wel naar boven in een essay van Amjad Iraqi in de New York Review of Books. Iraqi toont aan hoe Israëls oorlog als doel heeft om Gaza als centrum van de Palestijnse samenleving en van Palestijns verzet te ontmantelen. Zo is het Israëlische leger bezig een bufferzone te bouwen aan de grens met Gaza, wat het grondgebied van Gaza met 17 procent zou verkleinen. Israël bombardeert en vernietigt ook stelselmatig woningen, 90 procent van de scholen en alle universiteiten zijn verwoest en zeker 25 van de 32 ziekenhuizen zijn beschadigd. De Israëlische bevolking steunt op dit moment deze misdaden, maar wat in Gaza gebeurt komt overeen met al lang bestaande wensen van (extreem)rechts, betoogt Iraqi.
Het handelen van Netanyahu en zijn ministers valt daarom beter te begrijpen als een poging om de samenleving in Gaza fataal te beschadigen, dan als een daad van zelfverdediging. Maar Rutte benadrukt sinds 7 oktober continu het recht van Israël om zichzelf te verdedigen. Wat hij daarbij dus niet benoemt, zijn de ambities van de zeer rechtse regering-Netanyahu in Gaza. En vergeet niet: Netanyahu werkt volgens sommige analyses sinds jaar en dag aan de ontmanteling van Palestina, zoals ook zou blijken uit de nederzettingenpolitiek. Mark Rutte’s uitspraken, over een verdedigingsoorlog met de Hamas-aanslag als oorzaak, laten deze politieke realiteit buiten beschouwing. Door wat Rutte níét zegt, kan in Nederland het beeld blijven bestaan van Israël als redelijke partner.
Wat nu?
Wat Nederlandse media en regeringsleiders ons vertellen over Gaza, klopt te vaak niet. Het is voor mij en voor veel vrienden een gekmakende situatie: de impliciete steun van Nederland voor een genocide en het niet veroordelen van een schijnbaar bewust gecreëerde hongersnood door de politieke leiders en Nederlandse media. In de berichtgeving over Gaza zijn we steeds weer geconfronteerd met verdraaiingen en onjuistheden. We moeten daarom zichtbaar maken wat deels of geheel onzichtbaar blijft, om juist te benadrukken wat er niet gezegd wordt. Er is een genocide gaande, en om die te stoppen, willen we kunnen zien wat er in Gaza gebeurt en wat de motivaties zijn van Netanyahu en zijn regering. Ik hoop dat media zoals de NOS en NRC hun verantwoordelijkheid gaan nemen en door middel van echte journalistieke weergave hun bijdrage leveren aan het beëindigen van de misdaden in Palestina.
En tot slot: De EU moet nú druk zetten. Niet met woorden, maar met de economische en diplomatieke drukmiddelen die onze leiders in handen hebben. Want ondanks Rutte’s ‘Don’t do it’ is een aanval op Rafah dichtbij.
Foto door Toa Heftiba via Unsplash