Asset 14

Het heimelijke analfabetisme van Sjors

Sjors wordt uitgeroepen tot voorlezer van het dorp. Op het schoolplein moet hij zijn voorleeskunsten laten zien in het bijzijn van zijn hele jaar. Maar kán Sjors eigenlijk wel lezen?

Mijn eerste vermoeden omtrent het heimelijke analfabetisme van Sjors ontstond afgelopen zomer. Net als in de voorafgaande zomers verzamelde onze vriendengroep zich op een kalme plek in het bos om daar te gaan lezen. Aanvankelijk dacht ik dat Sjors die ochtend wat dromerig was. Hij was altijd al zwijgzaam en had daarbij de gewoonte om in de loop van een gesprek steeds korter te antwoorden. Maar die dag zag ik dat hij zijn ogen maar met moeite op zijn boek kon houden. Steeds nadat hij een korte tijd had gelezen – of wat daarvoor moest doorgaan – dwaalde zijn blik af tot boven de pagina, voorbij het boek, in de richting van de door bomen omringde stapels brandhout. Deze afwezigheid was ons al eerder opgevallen, maar was nooit reden voor argwaan geweest. Nu is het me duidelijk dat hij op deze momenten even kon ontsnappen aan zijn doen-alsof, en de veinzende blik op zijn boek vervangen door een eerlijke blik op de dingen in de wereld. Maar toen vond ik zijn gedrag slechts opvallend. Ik vermoedde iets, maar niet dát, want hoe kun je iemand werkelijk verdenken van analfabetisme?

Het is inmiddels een maand geleden dat we van Sjors’ onvermogen tot lezen te weten kwamen. Onze dorpsonderwijzeres, altijd in de weer met het organiseren van evenementen, had een voorleeswedstrijd opgezet waarbij de winnaar uitsluitend werd geselecteerd op grond van zijn of haar stem. Met dit criterium stond het zo goed als vast dat Sjors tot winnaar zou worden verkozen. Sjors had namelijk, vroeger dan iedereen, een bariton zonder weerga ontwikkeld. Hoewel hij zijn adolescentie nog niet ontgroeid was, sprak hij met de zwaarte van een volwassen man. Het was dus onvermijdelijk dat de lerares Sjors zou aanwijzen als degene die het best kon voorlezen. Achteraf heeft het er de schijn van dat de hele wedstrijd een excuus was om een al lang bestaand vermoeden van analfabetisme te ontkrachten dan wel te bevestigen. Zelf heb ik mijn twijfels bij deze opvatting. Onze lerares is te wispelturig om tot zo’n samenzweerderigheid in staat te zijn. Hoe het ook zij, Sjors werd, ondanks protest en zonder ooit iets te hebben voorgelezen, aangewezen als beste voorlezer van het dorp. Als kers op de taart moest hij, in het bijzijn van ons hele jaar, aan het begin van de winter een fragment uit Nooit meer slapen voorlezen. Er zat een week tussen het moment dat hij won en zijn optreden en vreemd genoeg heeft hij in die tijd niets ondernomen om zich aan zijn noodlot te ontrekken. Hij moet hebben begrepen wat eraan kwam, maar deed niets – zelfs niet op de dag zelf – om zijn ontmaskering te voorkomen. Misschien hoopte hij op een wonder.

Illustratie: Stella de Kort

Toen de dag eenmaal daar was, werd er vroeg in de ochtend bij me aangebeld. Het was nog donker. Ik wist dat het Sjors was, omdat hij in de afgelopen week bijna niet van mijn zijde was geweken. Ik kan niet zeggen dat ik met deze plotselinge aandacht erg begaan was, maar het stond me ook niet tegen. Ik beschouwde Sjors als iemand die te eenzelvig was om mee bevriend te zijn, maar ook niet als zomaar iemand: we brachten samen veel tijd door. Zoals op alle andere dagen van die week, kwam hij me vragen of we gezamenlijk naar school konden lopen. Die dag was hij niet bijzonder nerveus, hoogstens wat stiller. Zoals gezegd was hij van nature al weinig spraakzaam, maar in de loop van die week was hij steeds zwijgzamer geworden. Achteraf realiseer ik me dat hij die week meer dan ooit gebukt moet zijn gegaan onder zijn heimelijke analfabetisme. Hij moet tot het besef zijn gekomen dat hij niet alleen van ons verschilde, maar dat dat verschil hem ergens van ons scheidde.

Het verloop van die dag staat me nog goed bij. Het voorlezen zou plaatsvinden om twaalf uur ’s middags, het lichtste punt van de donkerste dag. Voor de gelegenheid waren er een podium en microfoon op het schoolplein neergezet. Ons hele jaar stond te wachten tot Sjors ons zou komen voorlezen. Hoewel de meesten zich verveelden – ze beschouwden dit gebeuren als de zoveelste absurditeit ontsprongen aan de fantasie van onze lerares – ontging denk ik niemand de spanning die Sjors voelde toen hij het schoolplein betrad. Zijn onrustige, om niet te zeggen geprikkelde houding hadden we nooit eerder gezien. Met kleine pasjes verplaatste hij zich naar het podium. Eenmaal daar pakte hij het boek en maakte hij zonder verder iets te zeggen aanstalten om voor te lezen. Op dat moment wist ik het echt zeker: Sjors kon niet lezen. Hij bloosde. Heen en weer wiegend zocht hij naar een manier om de letters tot hem te laten spreken maar vergeefs, voor hem waren woorden niet meer dan inktvlekken. Zijn geest reikte niet verder dan wat hij direct voor zich zag: de naakte vormen van letters, woorden en leestekens. Wat er ook achter de woorden ligt, voor hem was het ontoegankelijk. Na ongeveer een minuut op het podium te hebben gestaan, sloeg hij het boek dicht en rende hij het schoolplein af.

Velen hebben zich achteraf afgevraagd waarom Sjors niet gewoon een ander verhaal verzon. Doet het er immers echt toe welk verhaal ons wordt verteld? Sommigen beweren dat het hem simpelweg aan verbeeldingskracht moet hebben ontbroken. Dat zijn fantasie van een dusdanig erbarmelijk niveau was dat hij niet in staat was om bij letters een verhaal voor te stellen. Anderen stellen dat Sjors te dom was, en het hem gewoon niet was gegeven om ooit te hebben leren lezen. Zelf heeft hij nooit iets over zijn analfabetisme gezegd. Als het onderwerp ter sprake komt valt hij stil, en blijft dat – voor zover mogelijk – voor de rest van de dag. Misschien schaamt hij zich voor het dubbelleven dat hij zo lang heeft geleid. Toch is er sinds de ontdekking van zijn analfabetisme weinig veranderd, eerder is alles bij het oude gebleven. Deze zomer gaat Sjors zelfs weer mee lezen. Hij ligt dan languit op zijn rug, afwisselend te staren naar een gesloten boek en de lucht, en iedere keer is het alsof er een andere Sjors ligt.

Kasper Bockweg (1989) vertoeft in Amsterdam en houdt zich bezig met alles wat de verveling verdrijft.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer