Asset 14

Bang hart

Jantine Wijnja verbleef als gastkunstenaar drie maanden op het terrein van psychiatrische instelling de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder. Op hard//hoofd schrijft ze over haar verblijf. Slot van een driedelige serie.

Het is eind maart. Mijn tijd op de Willem Arntsz Hoeve zit er bijna op, de volgende bezoekster loopt zich al warm langs de zijlijn. Voor mij is het tijd om af te ronden, mijn tassen te pakken. Terug te gaan naar 'buiten,' waar men netjes doet. Het gebouw moet leeg en schoon.
Het gastenverblijf, Het Vijfde Seizoen, is een vrijstaand gebouw bestaande uit een atelier, een keuken, en een woon/slaapvleugel. Groot, plat, bungalow-achtig. In de drie maanden die ik er zat heb ik mijn best gedaan om de ruimte flink in te wonen en nu doe ik mijn best om dat leven er weer uit te schrobben. Van de radijsjes in de koelkast en de sokken onder het bed tot de rondslingerende briefjes met ideeën die ooit fantastisch leken, maar nu vooral onleesbaar zijn.

Gespannen mensen

Ik ben niet de enige die verhuist. Het is een constant komen en gaan in de vele gebouwen op dit terrein. Onwennige mensen die net aankomen, te hard pratend of juist heel stil, hun spullen op een pallet gepakt. Gespannen mensen die 'klaar' zijn met hun behandeling hier en naar huis mogen, of die verder verhuizen naar een begeleide woonvorm elders in het land. En elke donderdag en vrijdag, wanneer het weekendverlof begint, ratelen de trolleykoffers over het asfalt richting station. Gevolgd door stilte – want in het weekend zijn er hier veel minder mensen dan door de week.
Niet alleen individuele patiënten vertrekken of verhuizen: mede onder invloed van bezuinigingen worden op dit moment een aantal afdelingen gesloten of verplaatst. Zo is de jongerenafdeling al dicht, en verhuizen de week na mijn vertrek de laatste vijfenzestig plussers naar Zeist. Op dit moment bewonen zij nog een paar kamers in een verder verlaten gebouw. Maar de lobby is al uitgeruimd, de spelletjeskast leeg, de grote tv van de muur geschroefd. Overal zijn briefjes op geplakt: 'Naar Leidsche Rijn.' 'Dit is geen tafel!!' Uit de keuken klinkt het gekletter van pannen. Er wordt vanavond voor het laatst gekookt. Niet alles wordt straks anders: de kok verhuist mee.
Pieter, een lange dunne man met het stijlgevoel van Freddy Mercury, scharrelt behangen met kettingen in zijn legging door de lege ruimte. Hij zoekt iemand die een sigaret voor hem kan draaien. Ik weet niet precies hoe lang hij hier woont, maar het gaat om meerdere decennia. Wanneer ik hem vraag hoe hij tegen de verhuizing aankijkt, verwacht ik dat hij het erg zal vinden.
“Ik maak me helemaal nergens druk om hoor,” zegt hij triomfantelijk.
“Waarom niet?”
“Ze weten het niet, maar ik ga lekker toch niet mee,” zegt Pieter. “Ik blijf mooi hier.”

Illustratie: Chiel te Bokkel

Eén van Pieters huisgenotes is opgetogen omdat zij samen met de activiteitenbegeleider de verhuizing per tandem af zal leggen. Een rit van acht kilometer waar zij, afhankelijk van haar gemoedstoestand, naar uitkijkt of tegenop ziet.
Sommige bewoners hebben meer moeite met de naderende veranderingen. Onder de schrijfsels die ik binnenkrijg voor het boek waar ik aan werk, Reisgids Den Dolder, zit een verzoek aan de Zoon van God om toch vooral snel terug te komen: "Hoe lang moet ik nog wachten? Binnenkort verhuizen wij."

Het raam uit

Er zijn mensen die graag weg zouden willen, maar niet mogen. Bijvoorbeeld mensen die verblijven op een Forensisch Psychiatrische Afdeling, zoals Danny. Op zijn afdeling zit beveiliging. Vrijheden worden langzaam opgebouwd en kunnen ook weer worden ingetrokken. Zonder begeleiding naar buiten mogen is zo'n vrijheid. Weekendverlof ook.

“Elke avond maak ik de keuze: wil ik hier blijven of ga ik weg,” zegt Danny wanneer ik hem vraag wat voor hem het belangrijkste moment van de dag is. “Na tien uur mag je niet meer naar buiten. Elke dag zeg ik tegen mezelf: ga je de regels volgen of zeg je: bekijk het maar, ik ga gewoon weg.”
Danny en ik zitten tegenover elkaar aan tafel. Hij neemt de tijd om na te denken wanneer hij praat, zegt niet veel maar formuleert zorgvuldig. Ik vraag hem of hij het wel eens heeft geprobeerd, dat vertrekken.
“Tot nu toe ben ik altijd gebleven. Ik heb wel af en toe op het randje gezeten. Eén keer had ik mijn spullen al gepakt.”
“Wat zou er gebeuren als je gaat?” vraag ik. “Kom je voorbij de receptie?”
“Dat gaat wel lukken,” zegt Danny zelfverzekerd. Hij strijkt bedachtzaam over zijn kin. “Of ik ga door het raam – dat kan ook.”
Even zijn we stil. Ik probeer me Danny voor te stellen als voortvluchtige, rennend door het bos. Maar ik heb hem nog nooit ontmoet met haast. Hij beweegt zich heel bedaard. Bovendien had hij geen huis voordat hij hier kwam. Ik kan me de ontsnapping voorstellen, maar geen vervolg.
“Mag je dan ook weer terug?” vraag ik.
Danny staart peinzend voor zich uit. De vraag lijkt hem niet te verbazen.
“Ik denk dat ze me wel weer zouden ontvangen, omdat ik denk dat ik geen slechte indruk gemaakt heb.” Hij aarzelt. “Maar ik denk niet dat ze het zullen waarderen.”

Opgaan in bomen

Je kunt ook weggaan door je te vereenzelvigen met iets anders. Een boom, een machine, een bouwdoos. Dat leer ik van Jochem.
“Ik lag vroeger altijd in de zon,” zegt Jochem, “naast een kastanjeboom. Die bloem van die boom, kastanje dus, daar zit ik tussen. Daar ben ik één mee geworden. Toen de boom ging groeien, groeide ik ook. De boom zat bij mij in mijn aders.”
Jochem woont in een woongroep op de afdeling Voortgezette Klinische Behandeling. Wanneer ik hem wil interviewen, wil hij liever wandelen en bloemen plukken en mij leren hoe ik contact kan maken met een boom. Dus dat is wat we doen. We breken dorens van een stengel af en plakken die op onze neus.
“Nu vallen de droompjes van de boom door je heen,” verzekert hij mij.
Ik ga naar Jochem wanneer ik teveel achter de computer heb gezeten, mezelf blind heb gestaard op de teksten van de interviews die ik heb afgenomen of gewoon wanneer ik vastloop. Zijn monologen zijn op hol geslagen feestkogels die snerpend langs je oren schieten. Hij vertelt over het richtingsgevoel van duiven, deelt een visualisatie-oefening waarin gloeiende rode bollen centraal staan, wijdt uit over het belang van laxerende middelen. Dit alles doorsneden met plotseling enthousiasme over de regen of de zon en een steeds terugkerende honger naar sigaretjes.

Illustratie: Chiel te Bokkel

Wat Jochem precies vertelt ontdek ik vaak pas wanneer ik weer thuis ben en de opgenomen gesprekken zin voor zin uitschrijf. Hij schiet zó snel van associatie naar associatie, dat ik hem op het moment zelf niet bij kan houden. Van een therapeut begrijp ik dat Jochem vroeger gewelddadig was, dat het enthousiasme wat ik nu zie ten dele het effect van medicatie is. Jochem zegt dat je maar het beste het pseudoniem van een vliegtuig aan kunt nemen: dan stromen de losgeraakte verzen vanzelf door je heen.
“Biologie geeft je terug wat ze van je af wilden pakken,” zegt hij. Hij kijkt tevreden.

Venetië

Het huis is leeg, mijn spullen zijn ingepakt. Het busje wat ik eerder vandaag via Marktplaats heb geboekt rijdt voor om me terug te verhuizen naar Amsterdam. Er zit een knoop in mijn buik. Straks tellen de gewone dingen weer, zoal in één zin kunnen uitleggen wat je doet en het bijhouden van je administratie.
Uit het busje springt een kale man met branie en een grijns zo breed dat zijn gezicht bijkans in tweeën breekt.
“Dag meissie,” zegt de man joviaal. Ik neem me voor dat we het niet leuk gaan hebben samen.
We bouwen mijn printer in tussen de spijkerbroeken, schuiven koffers tegen de achterwand. We rijden. De chauffeur met branie praat onophoudelijk en ik kijk theatraal uit het raam, vastbesloten me niet te later verleiden tot een gezellig gesprek.
Waarom voelt het leeg om deze plek te verlaten? Zo leuk is het er nu ook weer niet. Er liggen karkassen van verloren dromen. Het komt niet altijd goed.
“Soms heb ik het gevoel dat we samen een eenheid zijn,” zei Danny toen ik hem vroeg het terrein te omschrijven voor iemand die er nog nooit is geweest. “Een Gallisch dorpje. Als ik naar buiten ga met de trein of de bus, dan voelt het alsof ik iedereen achterlaat. We zien elkaars zwaktes. We kunnen elkaar afmaken als het moet. Toch kiezen we er steeds weer voor om er het beste van te maken.”
Daar komt bij: misschien heeft wie met zijn rug tegen de muur staat, minder boodschap aan pretentie en opsmuk. Dat wijkt terug. Er ontstaat contact wat direct is en ruimte laat voor eigenaardigheden – ook als je die eigenaardigheden niet begrijpt.
“Soms schreeuw ik omdat ik bang ben in mijn hart,” zei Etty terloops toen ik eerder die dag afscheid kwam nemen. “Sorry hè.” En ze nam nog een hapje soep.
De praatgrage kale man en ik zoeven over de snelweg. Mijn printer schuift heen en weer in het ruim. De lucht is oranje met donkere vegen wolk; aan de horizon ligt Almere.
“Almere,” zucht de man met een stem vol verlangen. “Is het niet net Venetië?”
En daarmee wint hij het al van de melancholie.

--

Alle namen van bewoners in het artikel zijn verzonnen.

Jantine Wijnja verbleef  in Het Vijfde Seizoen, kunstenaarsverblijf op het terrein van de Willem Arntsz Hoeve. Ze maakte er de publicatie Reisgids Den Dolder, het leven in een psychiatrische kliniek in de woorden van haar bewoners. Het boek is te bestellen via de website van Het Vijfde Seizoen.  Haar verblijf en project werden  mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds, Stichting Stokroos, Prins Bernhard Cultuurfonds, KfHeinfonds,  Altrecht GGZ, Het Vijfde Seizoen, Layar, en dankzij ondersteuning via Voordekunst.

Mail

Chiel te Bokkel is illustrator, cartoonist en grafisch ontwerper. In zijn beeld zoekt hij een combinatie van realiteit, fantasie en het onbewuste.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer