Asset 14

Het tragische misverstand van Dave Eggers' The Circle

Miriam ergerde zich groen en geel aan Dave Eggers' The Circle, maar toch laat het boek haar niet los. Wat legt The Circle bloot? Onder meer dat we niet altijd begrijpen wat privacy precies inhoudt. En ja, big data en zo. Maar is het probleem dat bedrijven alles van je weten? Of dat we wat ze weten als 'alles wat er te weten valt' zien?

I
Mae Holland, hoofdpersoon in Dave Eggers' roman The Circle (2013) is een van de ergerlijkste personages in de wereldliteratuur. Ze is dom, naïef en tegelijk vol van zichzelf en haar morele superioriteit. In de nabije toekomst die Eggers beschrijft krijgt ze een baantje bij The Circle - een optelsom van Facebook en Google, gemodelleerd naar de glanzende plaatjes van techbedrijven in Silicon Valley. Een droom wordt werkelijkheid: werken bij The Circle betekent geld genoeg om studieschulden af te lossen, een ziektekostenverzekering voor de hele familie, maar ook zelfontwikkeling en vriendschap, in dienst van een betere, Amerikaansere wereld. Vijfhonderd pagina's verder is de Amerikaanse droom veranderd in een nachtmerrie. Veel meer hoef je over het verhaal niet te weten, want Eggers schreef geen roman, maar een pamflet. Tégen Facebook, tégen Google en Silicon Valley. Het boek is breedvoerig zonder in de materie te duiken, hangt aan elkaar van doorzichtige metaforen en wordt gedragen door Mae, die je al na enkele tientallen pagina's door elkaar wilt rammelen, maar waar je dan nog honderden bladzijden mee zit opgescheept.

Wanneer schrijft iemand eens een roman over het online leven, denk je al snel, niet gesitueerd in de nabije toekomst, niet verteld door een gek die de werkelijkheid al lang uit het oog is verloren, maar een existentieel verhaal, een worsteling, eindigend in een tragedie of juist in ontwikkeling, kortom: een échte roman?

Illustratie: Robert van Raffe.

En toch. Maanden nadat ik The Circle las, denk ik er nog regelmatig aan terug; de campusachtige omgeving, de jonge, ijdele utopisten die van daaruit de wereld besturen, zelfs de haai uit de diepzee die alles verslindt wat in zijn aquarium wordt gegooid, zwemt af en toe mijn herinnering binnen (een van die doorzichtige metaforen – de haai staat natuurlijk voor The Circle zelf). De krankzinnige ideeën lijken steeds minder krankzinnig sinds de onthullingen van Edward Snowden. De NSA die gegevens rechtstreeks doorgespeeld krijgt van alle grote online diensten, het afgeluisterde mobieltje van Angela Merkel, webcams die gehackt kunnen worden. Het gebeurt al, alleen niet in de openbaarheid zoals in The Circle. Ik hoop dat Eggers inziet dat zijn nachtmerrie te ridicuul is, niet omdat de realiteit minder erg is, maar omdat die duizendmaal complexer is.

Privacy is de mogelijkheid om voor jezelf te houden wat anderen niet mogen zien. Maar weten we dan zomaar wat dat zelf is? Is de mens echt zo doorzichtig?

Eggers' manifest tégen allesoverheersende mediamonopolies gaat, hoe sympathiek en nuttig in beginsel ook, uit van een te eenvoudige vooronderstelling, namelijk dat volledige transparantie mogelijk is. De ideologie van The Circle berust op het opheffen van verborgenheid. Alles en iedereen moet openbaar zijn en ís dat dan ook. Privacy is radicaal afgeschaft. In The Circle lijkt dat ook te werken: wie niet transparant wil zijn – als politicus bijvoorbeeld – doet simpelweg niet meer mee. Dat is wel heel makkelijk. Leidt het afschaffen van privacy werkelijk tot volledige transparantie? Privacy is de mogelijkheid om voor jezelf te houden wat anderen niet mogen zien. Maar weten we dan zomaar wat dat zelf is? Is de mens echt zo doorzichtig? Heeft privacy niet ook te maken met de geheimen die het zelf voor zichzelf verborgen houdt? Daarvoor is bij Eggers geen plaats. Hij lijkt even hard te geloven in de ideologie die hij wil bestrijden - zijn kritiek op het transparantiedenken, gaat uit van het transparantiedenken.

And everything we do here is about knowing the previously unknown, right?

Eggers schreef The Circle nog voor de onthullingen van Snowden. De aanhoudende berichtgeving over de dubieuze rol van online diensten en techbedrijven bij het bespioneren van burgers heeft godzijdank ook een voortdurende discussie over privacy aangezwengeld. Dan gaat het vooral over privacy als een politiek en juridisch concept. Het recht om informatie over jezelf in eigen hand te houden, er een privéleven op na te houden en eigen keuzes te maken op grond van eigen overwegingen. Privacy reguleert de verhouding tussen individu en gemeenschap, en tussen burger en overheid. Verregaande controle van de burger door de overheid betekent een inbreuk op de vrijheid en daarmee een verlies van autonomie. Michael Lynch schrijft in de New York Times: “To be an autonomous person is to be capable of having privileged access (...) to information about your psychological profile - your hopes, dreams, beliefs and fears. A capacity for privacy is a necessary condition of autonomous personhood.

Privacy reguleert de verhouding tussen individu en gemeenschap, en tussen burger en overheid. Verregaande controle van de burger door de overheid betekent een inbreuk op de vrijheid en daarmee een verlies van autonomie.

Wat zo angstaanjagend is aan de medewerking van bedrijven als Google en Facebook aan het controleren van burgers is dat die 'diensten' over het algemeen evenveel 'access' hebben tot je psychologische profiel als jijzelf. Terwijl wij dat profiel grotendeels als privédomein beschouwen. Dat zijn ze immers ook: niet alleen Facebook dat je expliciet uitnodigt je diepste gedachten te delen, ook Google, waar je routes en recepten zoekt, maar ook symptomen van gevreesde ziektes of tips om met relatieproblemen om te gaan. Als je weet dat iemand meekijkt, kun je dan nog wel autonome beslissingen, gebaseerd op autonome overwegingen, nemen? (Een andere vraag is of we dat eigenlijk wel willen. Is het ook niet handig, zelfs een last van je schouders, als anderen, abstracte instanties en bedrijven, ervoor zorgen dat je een psychologisch profiel hebt, weten welke keuzes jij zult maken nog voor je zelf zover bent?)

If only someone could make these decisions for her - somehow eliminate the doubt, the possibility of failure.

II
Dit lijkt mij maar één aspect van de zaak te zijn. Er zijn inmiddels genoeg stukken verschenen die het quasi-argument 'ik heb toch niks te verbergen' debunken. Je weet nooit wat je te verbergen hebt, voor wie, of wanneer, kort samengevat. Maar ook daarbij gaat het er steeds om dat de feiten die al dan niet verborgen blijven in principe kenbaar zijn. Voor Google, voor de NSA en voor onszelf. Als we maar lang genoeg peinzen, als een Narcissus naar onszelf staren, komen we er wel achter wie we zijn. Een wel erg beperkte mensopvatting. Het probleem van totale transparantie, zoals in The Circle door Mae en haar werkgever tot ideologie verheven, is nu juist dat totale transparantie een illusie is. Niet omdat de rekenkracht van computers tekortschiet, of de algoritmes nog te dom zijn, maar omdat de mens nu eenmaal niet transparant is.

And Mae knew all this to be true. She wasn’t angry at the revelation of her allergies. Or her favorite foods. She had openly offered this information for many years, and she felt that offering her preferences, and reading about others’, was one of the things she loved about her life online. So what had so mortified her during Gus’s presentation? She couldn’t put her finger on it. Was it only the surprise of it? Was it the pinpoint accuracy of the algorithms? Maybe. But then again, it wasn’t entirely accurate, so was that the problem? Having a matrix of preferences presented as your essence, as the whole you? Maybe that was it. It was some kind of mirror, but it was incomplete, distorted.

Controle over wat je wel of niet over jezelf prijsgeeft impliceert dat privacy vooral gaat om communicatie. Susan Cain, auteur van het mooie boek Stil, over introversie, lijkt daar ook van uit te gaan als ze zegt: “We are creating a world in which our sense of identity, of who we actually are, is defined by what others think of us. Social media's ubiquity means that we are losing that most precious of human things - our sense of self.” Je sense of self hangt dan af van wat je over jezelf kwijt wil en wie je daarbij betrekt. Hoe open wil je zijn? Dat impliceert ook dat we weten wie we zijn, dat we zijn wie we zijn.

Het verlies van je 'sense of self' in sociale media wordt vaak in verband gebracht met de reductie die een Facebook-profiel vraagt: je moet maar passen binnen de categorieën die Facebook relevant vindt, aangaande je relatiestatus bijvoorbeeld. Hoeveel je ook kwijt kunt, het is altijd beperkt door het systeem (ooit ontworpen door een stel kerels, zeker niet zo transparant als ze doen geloven). Je Facebookidentiteit kan daarom nooit overeenstemmen met een persoonlijkheid. Zadie Smith haalt in haar essay Generation Why? in de New York Review of Books Jaron Lanier aan. Facebook, schrijft hij, vat het leven op als een database, wat gebaseerd is op een “philosophical mistake… the belief that computers can presently represent human thought or human relationships. These are things computers cannot currently do.

Currently? Gaat het dan toch om rekenkracht en slimme algoritmes? Dat willen de bedrijven die geld verdienen met het transponeren van personen naar online identiteiten, dus naar databases, natuurlijk graag (doen) geloven. Hoe meer transparantie, hoe meer omzet. Het is niet voor niets dat Facebook pseudoniemen heeft afgeschaft en alleen nog 'echte identiteiten' accepteert. Wie herinnert zich nog dat Facebook ooit wilde dat we allemaal ons levensverhaal zouden vertellen op ons profiel? Dat interesseert ze niet meer, het levert te weinig op. Een verhaal is bewerkt, incompleet en in het slechtste geval fictief. Facebook focust nu dus op wie je echt bent - daarmee zijn de meeste advertenties te verkopen en dat levert het meeste geld op.

In The Circle volgen ze hetzelfde pad: alleen ruwe, complete en non-fictieve data is gewenst. Het best gaat dat door iemand 24/7 een camera om de nek te hangen: zo leer je heel de mens kennen. Eggers heeft het nauwelijks over de financiële kant van de zaak - de 'commodificatie' zoals dat heet, van data die gebruikers gratis aan de bedrijven leveren die daar vervolgens grof geld aan verdienen. Het gaat hem om de ideologie. Transparantie in gedrag leidt in die optiek tot transparantie van gedachten. Alles is buitenkant en alles is leesbaar vanaf het lichaam. Als je alle stappen volgt die iemand voetje voor voetje zet, creëer je vanzelf een volkomen helderheid in alle stappen die tegelijkertijd in de binnenwereld worden gezet. Je ‘sense of self’ kwijt? Dat is dan iets wat je op een beeldscherm terug kunt kijken. Een huiveringwekkend vooruitzicht, zeker, een fascistische utopie zelfs, maar juist daarom is het nodig door het transparantiedenken heen te breken.

III
Bang zijn dat je eigen, autonome zelf wordt opgeslokt door de digitale wereld en daarmee ophoudt te bestaan is een andere vorm van wat Nathan Jurgenson 'digitaal dualisme' noemt: “Digital dualists believe that the digital world is 'virtual' and the physical world 'real'.” Wat je de virtuele wereld geeft, verlies je in de echte wereld, en andersom. Wat je van jezelf laat zien online, verhoudt zich volgens de digital dualists een-op-een tot jezelf in de echte wereld. Wie enigszins bewust een digitaal leven erop na houdt, weet dat dat onzin is. Er is niet zoiets als het transponeren van je echte, offline persoonlijkheid naar een virtueel, online zelf. Als je inlogt op Facebook ga je niet een deur door naar een andere wereld, waarbij je je oude zelf als een jas achterlaat. En al helemaal niet een spiegeldeur waar iedereen, inclusief jezelf, doorheen kan kijken. “In reality”, schrijft Jurgenson, “privacy operates not like a door that’s kept either open or closed but like a fan dance, a seductive game of reveal and conceal.

Illustratie: Robert van Raffe.

Door het ene te laten zien, kan het andere verborgen blijven.

Jurgenson geeft sprekende voorbeelden van hoe je kunt spelen met privacy als je het digitale dualisme achter je laat. Beroemdheden kunnen dat als de beste. Ze plaatsen op het oog zeer private foto's op Instagram en geven het publiek zo het idee dat ze een deel van het 'echte' leven van de film- of rockster leren kennen. Wat zij niet plaatsen, zie je natuurlijk ook niet, maar daar stelt ook niemand meer vragen over. Door het ene te laten zien, kan het andere verborgen blijven. Of denk aan pubers, die een bepaald liedje posten als metafoor voor hun gevoel, een metafoor die hun ouders - ook op Facebook - niet herkennen. Privacy online krijgt zo een heel andere invulling, voorbij het concept van privacy in politieke en juridische zin. Met transparantie heeft dat maar weinig meer te maken. Met een ‘sense of self’ wel.

IV
Hoewel je ernaar moet zoeken, blijkt uit The Circle ook dat een toename van transparantie en rekenkracht de mens geen centimeter dichterbij brengt. Mae, die zich leent voor een experiment van permanent cameratoezicht, lijkt steeds verder uit zicht te verdwijnen. Van de lezer, die niet meer met haar mee kan leven nu alles draait om de miljoenen berichten die haar kijkers sturen, maar ook uit het zicht van die miljoenen kijkers, en niet in de laatste plaats van de enkele personen die dicht bij haar staan. Er is iets in haar dat zich terugtrekt, dat onder al dat toezicht alleen maar minder zichtbaar wordt.

She’d been feeling this, this black rip, this loud tear, within her, a few times a week. It didn’t usually last long, but when she closed her eyes she saw a tiny tear in what seemed to be black cloth, and through this tiny tear she heard the screams of millions of invisible souls. It was a very strange thing, she realized, and it wasn’t anything she’d mentioned to anyone.

Mae’s momenten van angst voor wat ze ergens diep in zichzelf meedraagt, geven haar nog een laatste restje menselijkheid. Er schuilt blijkbaar iets in haar dat niet aan de oppervlakte kan komen, iets wat ze niet wil delen. Een geheim, in de existentiële zin van het woord. Voor de Deense filosoof Søren Kierkegaard is het geheim dat wat je tot een persoon maakt, juist omdat het verborgen blijft voor jezelf en voor de ander. Elk mens bezit zo’n geheim waar hij zelf niet van op de hoogte is, een fundamentele onwetendheid ten aanzien van jezelf. Een geheimzinnigheid die goed noch slecht is, maar… tja, geheim - niet te openbaren, niet transparant te maken en niet te delen. Iets wat zich steeds wegtrekt als je dichtbij komt, dat ontsnapt aan het begrip. Het geheim geeft voor Kierkegaard uitdrukking aan de menselijke conditie dat je nu juist niet volledig met jezelf samenvalt. Dat helpt natuurlijk niet bij de omgang met anderen. Zelf beslissen wat je wel of niet wilt delen met anderen? Kierkegaard ziet eerder het misverstand als fundamenteel in communicatie. Overigens beschouwt hij dat niet alleen maar als vervelend, maar zelfs als wenselijk.

In haar eerder genoemde essay noemt Zadie Smith iets soortgelijks als ze heeft over het mysterie: “I am dreaming of a Web that caters to a kind of person who no longer exists. A private person, a person who is a mystery, to the world and - which is more important - to herself. Person as mystery: this idea of personhood is certainly changing, perhaps has already changed.” Bestaat die persoon als mysterie niet meer? Is 'person as mystery' echt alleen maar een idee? Dat zou inhouden dat als de techbedrijven maar lang genoeg doorgaan hun ideologie van transparantie uit te venten, hun computers en algoritmes aan te scherpen (en zo hun aandelen te doen stijgen), zij uiteindelijk kunnen veranderen wat het betekent om een persoon te zijn. Dat geloven is uiteindelijk hetzelfde als meegaan in de retoriek van transparantie.

It occurred to her, in a moment of sudden clarity, that what had always caused her anxiety, or stress, or worry, was not any one force, nothing independent and external - it wasn’t danger to herself or the constant calamity of other people and their problems. It was internal: it was subjective: it was not knowing.

Mae is bang voor onwetendheid, voor haar eigen geheimen en daarmee voor haar eigen individualiteit. De kleine scheur die in haar zit, van waarachter miljoenen onzichtbare zielen schreeuwen, zou ze het liefst voortvarend met naald en draad stoppen. Uiteindelijk negeert ze het gewoon. Het valt Eggers te verwijten dat hij Mae er zo makkelijk van af laat komen. Zij is een voorbeeld van de nieuwe mens die Zadie Smith voorziet, maar dat het zo probleemloos gaat is ongeloofwaardig. Wie geeft zo makkelijk haar wezen op, ten behoeve van - ja wat eigenlijk? Een carrière in Silicon Valley? Door Mae zo vlak te maken, toont Eggers niet het failliet aan van het systeem - en het is duidelijk dat hij dat wel wil - maar eerder van een mens. Een eerzuchtig, naïef en bleu grietje dat zich zonder veel weerstand overgeeft aan het systeem. Om erbij te horen, voor het gemak, met als excuus de geleende overtuiging dat ze werkt aan een betere wereld - terwijl ze even hard wordt uitgebuit als de arbeiders die al die techniek aan de andere kant van de wereld in elkaar zitten te draaien.

V
Het probleem met het vooropstellen van transparantie is dat het de geheimzinnige lagen van identiteit ontkent. Gedrag is niet een spiegel van individualiteit. Autonomie is niet hetzelfde als precies weten wat je doet of drijft. Wat Eggers nalaat in The Circle is die paradox tonen. Zijn kritiek op de ideologie van transparantie weet het idee van transparantie niet los te laten. Zelfs wanneer Mae een keer stout is - je kunt het niet anders noemen - en 's nachts een kajak 'leent' om er eens helemaal alleen op uit te gaan, waarbij ze zich ten onrechte onbespied waant, blijft de roman hangen in dezelfde tunnelvisie. ‘Geheimen zijn slecht,’ geeft ze toe zodra ze gesnapt is. Waarom deed ze wat ze deed? Niemand lijkt het zich af te vragen. En als Mae vertelt hoe ze tot in perfectie haar openbare persona beheerst, los van wat er in haar innerlijk omgaat, is er geen haan die ernaar kraait. Eigenlijk brengt ze de trucjes van Nathan Jurgenson in de praktijk: ze laat het ene zien om het andere verborgen te houden. Het had een interessante strategie kunnen zijn, maar in de opzet van Eggers vervliegt het haast voor je het opmerkt.

(...) she took a breath. This was a new skill she’d acquired, the ability to look, to the outside world, utterly serene and even cheerful, while, in her skull, all was chaos.

"It kept me honest", stelt Mae over de camera om haar nek. Nee, het houdt je niet eerlijk, het houdt je braaf - je conformeert aan de norm, maar kent niet de waarde.

Ze krijgt een camera omgehangen, en de hele wereld kan meekijken naar een livestream van haar leven. Want als je het gedrag in de gaten kunt houden, kun je de persoon in de gaten houden. Waarom zegt Mae niet: nee, dat is symptoombestrijding, de neiging waar het gedrag uit voortkomt blijft geheim? Mijn innerlijk verbergt een scheur waarachter miljoenen zielen zachtjes schreeuwen, en dat zul je nooit op je camera kunnen zien of horen? Goed, het was al duidelijk dat Mae niet de slimste is en een meeloper bovendien. Maar waarom laat Eggers het dan niet zien? Ik denk dat ik hem niet zou overtuigen, als ik stel dat je soms ook iets doet wat niet het juiste is. Omdat het niet het juiste is. Of zonder dat je weet waarom. "It kept me honest", stelt Mae over de camera om haar nek. Nee, het houdt je niet eerlijk, het houdt je braaf - je conformeert aan de norm, maar kent niet de waarde.

VI
Het doel van het bedrijf The Circle, waar Mae de vlaggenpost voor is geworden, is het uitroeien van alle geheimen, volledige klaarheid brengen in de wereld, in hun woorden: completion. Als er geen geheimen zijn, als niemand meer ‘iets te verbergen heeft’, zal ook het kwaad niet meer bestaan. Transparantie heeft een opvoedkundige werking, als je weet dat je bekeken wordt zul je het wel uit je hoofd laten om iets verkeerds te doen: “In a world where bad choices are no longer an option, we have no choice but to be good.” Dat geldt evenzeer voor politici en hun achterkamertjespolitiek, als voor burgers met hun leugens en bedrog. Als het uitroeien van geheimen gepaard gaat met collateral damage, dan moet dat maar, vinden de leiders van The Circle. Eggers laat er geen twijfel over bestaan dat het kwaad juist in dit dictatoriale streven tot grote bloei komt. Het achterliggende probleem blijft echter bestaan. Zijn alle geheimen te ontmaskeren? Is dat niet weer een vorm van dualistisch denken - er is het verborgene en er is de openbaarheid en wat verborgen is moet openbaar worden en zal dan niet meer verborgen zijn.

Kierkegaard heeft het in Of/of over het tragische misverstand dat voortkomt uit het geheim. Je denkt dat je alles kunt delen, maar dat is nu eenmaal niet zo. Het misverstand kan ook een positief concept zijn. Het geheime of andere bezit een openheid naar andere mensen, en ook een zekere schoonheid. Bovendien heeft het een oneindigheid, omdat het heimelijke karakter van het andere nooit onthuld kán worden. Het is daarom niet alleen zonde maar ook onzinnig om te streven naar een opheffing van de heimelijkheid. Je ontkent daarmee een wezenlijk aspect van de persoon, of je het nu het mysterie noemt of gewoon individualiteit.

Als we het hebben over privacy moeten we af van de veronderstelling dat transparantie mogelijk is. Ja, een mooi streven voor publieke diensten, de overheid en bestuurders. Maar niet genoeg voor mensen die nog steeds als autonome individuen worden gezien. Het probleem in Eggers' The Circle is de afwezigheid van misverstanden - van Mae met zichzelf, van Eggers met Mae, van de lezer met de roman. Geloof in ultieme transparantie, dat is pas een tragisch misverstand.

Suffering is only suffering if it’s done in silence, in solitude. Pain experienced in public, in view of loving millions, was no longer pain. It was communion.

-

Dit is een gastbijdrage van Miriam Rasch. Ze studeerde literatuurwetenschap en filosofie en werkt als redacteur en docent media/filosofie aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze schrijft voor verschillende media.

Mail

Robert van Raffe is stripauteur, illustrator en student filosofie. Tijdens zijn studietijd aan de kunstacademie ontwikkelde hij een fascinatie voor het dandyisme waar hij nooit meer helemaal van is genezen. Hij verwierf enige bekendheid met het feit dat hij nooit sokken draagt.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer