Asset 14

Borrelangst

Wanneer ik de crèche binnenloop met twee zakken wokkels in mijn hand, voelt alles nog betrekkelijk veilig. Blijkbaar ben ik niet de enige vader die op deze manier invulling heeft gegeven aan het verzoek om wat te eten mee te nemen. Ieder aan een kant van een grote bak legen de papa van Rory en ik onze zakken. Het voelt een beetje als door elkaars straal heen plassen. Een moeder zet een schaal zelfgerolde sushi op tafel, tussen de poffertjes, worstenbroodjes, blikjes bier, kannen limonade en dingetjes met prikkertjes.
‘‘Wat gaan we doen?’’ vroeg Annika, toen ik haar in de andere ruimte op kwam halen. Ze was net verdiept in een puzzel, en ik was vroeger dan normaal.
‘‘We gaan borrelen.’’
‘‘Wat is dat dan?’’
‘‘Ja, dat heb ik ook nooit helemaal begrepen.’’

Er zijn nog geen kinderen van haar eigen groep in de ruimte. Annika gaat op een stoeltje zitten.
‘‘Ik wil een chip en als ik die opheb wil ik nog meer chip en dan nog meer,’’ commandeert ze dromerig.
Ik pak een prikkertje met dingetjes van de schaal.
‘‘Kijk eens,’’ zeg ik, ‘‘daar zit paprika op, dat vind jij toch lekker.’’
‘‘Nee, dat vind ik heel, heel erg stom.’’
Snel leg ik het ding terug op de schaal, voordat de kokkin in kwestie deze opmerkingen mee zal krijgen. Ik geef Annika een handje wokkels, schenk een beker limonade in en trek een blikje bier open. Dan kijk ik om me heen, naar mijn mede-ouders. Ze staan allemaal druk met elkaar te praten. Ik ken sommigen van gezicht, maar weet niet waar ik het met ze over zou moeten hebben. Dan richt ik me maar weer op mijn dochter.
‘‘Een leuke dag gehad vandaag?’’
‘‘Ik heb poep getekend.’’
‘‘Oh, okay. Ik heb m’n btw-aangifte gedaan.’’
Ik trek nog een blikje bier open.

Alles zou dit jaar anders zijn. Januari is mijn minst favoriete maand van het jaar en daar zijn de nieuwjaarsborrels de schuld van. Als zelfstandige met uiteenlopende opdrachtgevers, moet ik altijd een hoop van die recepties aflopen. ‘‘Gewoon even je gezicht laten zien, dat is alles wat je hoeft te doen,’’ spreek ik mezelf elke keer weer moed in. ‘‘In het slechtste geval wordt je aanwezigheid opgemerkt en weet men dat je je betrokken voelt bij deze organisatie, in het beste geval raak je in gesprek met een Belangrijk Iemand en steek je die aan met je onverbeterlijke humor en de paar goede ideeën die je toch altijd wel op zak hebt.’’ Voor het gemak vergeet ik dan maar even dat áls ik zo iemand durf aan te spreken, daar zoveel alcohol en bitterballen aan vooraf zijn gegaan, dat ik met verbrand gehemelte totaal onsamenhangende klanken uitstoot, waar die ander enkele minuten bij staat te knikken, tot hij of zij opeens iemand opmerkt die heel dringend moet worden aangeklampt over het een of ander. Maar in de meeste gevallen praat ik met helemaal niemand. Ik sta urenlang bij de tafel met hapjes en drankjes en doe alsof ik luister naar de mensen die in mijn buurt staan te praten. Ik lach als de andere mensen lachen, maar nooit te hard. Het is een tergende verlegenheid die mij in zulke situaties overvalt, alsof ik weer op het schoolplein sta en in mijn pogingen om niet op te vallen steeds pijnlijker bewust raak van mijn eigen opvallendheid.

Zodra ik zo’n borrel verlaten heb snak ik naar oprechte gezelligheid. Ik bel wat mensen bij wie ik onmogelijk verlegen kan zijn en die niets anders van mij verwachten dan enige mate van onsamenhangendheid. Ze horen direct aan mijn stem hoe laat het is. ‘‘Borrel achter de rug? Doe jezelf dat nou niet aan, jongen. Dat is toch gewoon niks voor jou.’’ Ze hebben gelijk. Het zou voor iedereen beter zijn als ik nooit meer een nieuwjaarsreceptie zou bezoeken, maar toch tuin ik er elk jaar opnieuw in. Een borrel is net als een bevalling; er blijft wel een vage herinnering aan pijn bestaan, maar je denkt vooral ‘‘zo erg kan het nou toch ook weer niet geweest zijn’’. Zonder de gave of vloek van het vergeten zou de menselijke soort zich niet langer voortplanten en werden borrels uitsluitend door de doorgewinterde borrelaars bezocht.

Illustratie: Gino Bud Hoiting

Dit jaar moest de cirkel doorbroken worden. De mentale notities die ik twaalf maanden geleden zo vastberaden had gemaakt, schreeuwden mij toe dat ik het ongemak, de frustraties en de eenzaamheid nooit meer zou mogen bagatelliseren. Ik beantwoordde alle uitnodigingen met de mededeling dat deze gelegenheid spijtig genoeg samenviel met iets anders belangrijks. Het zou een rustige januarimaand worden, een gelukkige januarimaand. Maar natuurlijk maakte ik een uitzondering voor de nieuwjaarsborrel van Het Kolderbos. Immers, wat kon er zo moeilijk zijn aan een beetje zuipen met mijn dochter aan mijn zijde? Ik had er niet over nagedacht dat een borrel een borrel is en dat bovendien borrelangst erfelijk overdraagbaar kan zijn.

‘‘Optillen, papa, optillen,’’ smeekt Annika. Normaal is zij de extraversie zelve, maar nu wil ze haar gezicht in mij begraven. Ik moet vechten tegen de neiging om aan haar verzoek toe te geven, maar eigenlijk komt haar ongemak nu wel verdomd goed uit. Het zorgt ervoor dat ik mij wel volledig met haar bezig moet houden.
‘‘Ga nou met de kindjes spelen, het zijn toch je vriendjes?’’ zeg ik en ik wijs naar de peuters die langs de benen van de kletsende ouders en begeleiders achter elkaar aanrennen. Ik maak gebaren met mijn hoofd naar de mensen om mij heen, gebaren die moeten zeggen ‘‘kinderen, je hebt je handen er vol aan.’’
‘‘Ik wil niet spelen, ik vind bollel stom,’’ zegt Annika en ze probeert langs mijn benen naar boven te klauteren. Als ik het nu een beetje slim speel, barst ze zo echt in huilen uit en dan hebben we tenminste een excuus om naar huis te gaan.
Ik verhef mijn stem en zeg: ‘‘Annika, spelen, nu.’’
Het tegenovergestelde effect wordt bereikt. Vastberaden stormt Annika op de andere kinderen af en gaat spelen, alsof haar leven ervan afhangt.

Ik loop naar de tafel, pak een blikje bier en bestudeer de kindertekeningen aan de muur, alsof er wel wat van waarde tussen zou kunnen zitten. Dan ga ik bij de vader van Rory staan, met hem heb ik toch immers een band, hij is mijn wokkelkompaan. Hij en de moeder van Bloem lijken elkaar goed te kennen. Als ik word opmerkt, stokt het gesprek.
‘‘Poffertjes met sushi, zou dat nou een heel gekke combinatie zijn?’’ zeg ik en ik steek van beide producten een exemplaar in mijn mond.
‘‘We hebben het er nog een andere keer over,’’ snikt de moeder van Bloem. ‘‘Er is voorlopig toch niets dat de dokters kunnen doen.’’
Ik kijk op mijn telefoon en zeg met volle mond: ‘‘Is het alweer zo laat? Mijn vrouw zit vast al met het eten te wachten.’’ Ik sla mijn bier achterover en loop naar de spelende kinderen.

Annika lijkt in haar element te zijn, maar ze doet duidelijk net te veel haar best. Het is de peutervariant van mijn panische pogingen tot humor, zoals ze in haar imitatie van een dansende leeuw de hele speelhoek in beslag neemt.
De andere kinderen slaan haar onthutst gade.
‘‘Kom, lieve schat, we moeten naar huis,’’ zeg ik tegen haar.
‘‘Ik wil niet naar huis,’’ roept ze. ‘‘Jij moet praten met de mensen.’’
‘‘Doe niet zo gek, mama wacht op ons.’’
‘‘Laat dat kind toch lekker spelen,’’ zegt een moeder. ‘‘De borrel is nog maar net begonnen. Of eten jullie echt zo vroeg?’’
Ik doe net alsof ik haar niet hoor en probeer Annika van de grond te pakken. Zij houdt zich vast aan een poppenhuis, waardoor haar lichaam nu in de lucht bungelt. Opeens hoor ik de stilte. Met een glaasje in de hand kijken de ouders hoe deze ontsnappingspoging af zal lopen. Met mijn vrije hand kietel ik Annika tussen haar oksels, tot ze meegeeft.
‘‘Nog de beste wensen hè,’’ roep ik naar niemand in het bijzonder en terwijl kindervuistjes driftig op mijn hoofd trommelen, snelwandel ik weg van mijn dochters eerste en mijn laatste borrel ooit.

Mail

Kasper van Royen is Hard//hoofd-redactielid, is naast vader ook filosoof, ex-docent, ex-dichter, ex-echtgenoot, popfetisjist en postbode.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer