"Op je romp heb je één zwakke plek: de onbedekte ruimte onder je arm."" /> "Op je romp heb je één zwakke plek: de onbedekte ruimte onder je arm."" />
Asset 14

Soldaat

Bart Verbunt schreef een verhaal over het stof en de schaamte in Afghanistan. "Aan het burgerbestaan raakte ik snel gewend en aan mijn vriendin ook, maar nog steeds sta ik elke nacht op die heuvel."

Het is daar zo droog en stoffig dat de hitte er iets weg heeft van vakantie, Sicilië of Granada, alleen is het er nog heter en kijken de mensen van je weg als je bij ze in de buurt komt. Ze zijn niet direct onvriendelijk maar het is gevaarlijk voor ze om met je te praten. Sommigen haten je, sommigen zijn bang. Geef ze eens ongelijk. Je bent er een vreemde, het tegenovergestelde. Je bent er zo vreemd dat de aarde je op zou hoesten als je er begraven zou worden.

De kogel die me trof kwam uit een geweer dat niet nauwkeurig genoeg is om een doelwit te raken over lange afstand, al mik je nog zo goed. Eerst dacht ik dat het een sluipschutter was, maar uit het onderzoek bleek later dat de kogel gewoon uit een roestige AK kwam. We waren die dag een kleine groep Taliban op het spoor. Wij in volle uitrusting: kogelvrij vest, goed onderhouden Canadees machinegeweer en camouflagepakken die tegen deze omgeving afstaken als een rokkostuum op de camping. Zij ongetwijfeld in wit gewaad, op sandalen, een tulband op, een oude AK47 in de hand. Ook met de vooruitgang aan onze zijde waren we zenuwachtig.

Ik liep voor de groep uit een heuvel op, om informatie te vragen aan een oude man die naast een paar grazende geiten zat. We wisten dat ze in de buurt waren omdat we de bewoners van het aan de voet gelegen dorpje de velden in hadden zien vluchten. Ik spreek weinig Afghaans maar het woord voor ‘terroristen’ had ik inmiddels fatsoenlijk uit leren spreken. Dus dat zei ik tegen hem: ‘Taliban, terroristen, waar?’ De oude man deed alsof hij me niet verstond. Ik had het heet in mijn uitrusting, bedacht me dat ik mijn vragen net zo goed aan die geiten kon stellen, maar ik bleef de paar woorden die ik kende herhalen: ‘terroristen, Taliban, waar? waar zijn ze?’ Toen hij niet reageerde wees ik naar het dorpje aan de voet van de heuvel. Ik wees en ik werd geraakt.

Tegen kogels van een zwaar kaliber is ons vest niet bestand, maar enkele schoten van een pistool of machinegeweer houdt het wel tegen. Je ledematen blijven kwetsbaar, als je een schot in je gezicht of nek krijgt is het einde oefening, verder ben je vrij goed beschermd. Op je romp heb je één zwakke plek: de onbedekte ruimte onder je arm. De kogel ging mijn lichaam in via de oksel, raakte bijna een slagader, doorkliefde mijn Musculus Infraspinatur, ging mijn lichaam weer uit en bleef steken in mijn pak. Ik stond te praten met de oude man. Ik wees, ik werd in mijn oksel geschoten.

Er klonk nog een schot maar ik lag al op de grond. Ook de oude man was bij het horen van het eerste schot naar de grond gedoken. Die oude man, dacht ik, terwijl het tot me doordrong dat ik was neergeschoten, die heeft hier niets mee te maken.

Hij lag als een kind in foetushouding, alsof hij eventuele kogels met zijn opgetrokken armen en benen af wilde weren, zijn lange baard kwam onder zijn ellebogen uit. Ik zag geen bloed. Toen ik zijn pols vastpakte voelde ik dat zijn spieren aangespannen waren. Zijn gezicht was verkrampt. Hij had een hartaanval. Terwijl de jongens uit mijn groep het gebouw onder vuur namen waar de schoten vandaan waren gekomen gaf ik hem hartmassage met mijn goede arm. De oude man stierf.

Illustratie: Canan Yurdakul

Op de basis werden we als helden ontvangen, de jongens met de adrenaline nog in het lijf omdat ze de drie Taliban hadden uitgeschakeld, ik op een brancard. Zij vertelden hoe de strijd verder was verlopen, hun woorden buitelden over elkaar. Vier jongens van in de twintig die hun eerste momenten van echte doodsangst mee hadden gemaakt. Meteen daarna waren ze als overwinnaars uit de strijd gekomen. Overwinnaars.

Na de eerste momenten van paniek had iedereen gehandeld zoals hem was aangeleerd: onder elkaars dekking waren ze het gebouw dichter en dichter genaderd tot de jongen die ook altijd driepunters scoorde met basketballen een handgranaat naar binnen had kunnen gooien. De zwaargewonde Taliban werden in een roes van angst en wraakzucht afgeschoten. Oneerlijk, maar ook een stervende Taliban kan een soldaat vermoorden. Terwijl ik werd weggedragen bleef het lichaam van de oude man op de heuvel liggen.

Tijdens deze gemeenschappelijke euforie beving mij één gevoel: schaamte. Ik schaamde me omdat ik als held werd ontvangen terwijl ik geen schot had gelost. Ik schaamde me omdat er wraak was gepleegd voor iets dat mij was overkomen. Ik schaamde me omdat we hier überhaupt waren, teruggetrokken in een basis die van zijn omgeving was afgesloten als een ruimtestation. En ik schaamde me omdat de geitenhoeder was gestorven van schrik.

Een paar dagen later werd ik thuis verwelkomd door mijn familie en een meisje dat tranen in haar ogen had maar weigerde te huilen. Ik voelde me opnieuw een vreemde.

Na een reeks gesprekken met de psycholoog kreeg ik eervol ontslag. Aan het burgerbestaan raakte ik snel gewend en aan mijn vriendin ook, maar nog steeds sta ik elke nacht op die heuvel. Dat klinkt dramatisch, alsof de kogel meer heeft geraakt dan mijn vlees. Daar is geen sprake van, dat kan ik je verzekeren. Ik voel me prima. Ik slaap goed, ik heb mijn emoties onder controle, ik ben bezig met mijn toekomst. Ik ga op vakantie naar Granada en Sicilië.

Ik heb geen paniekaanvallen, ik denk na over alle handelingen die ik op het betreffende moment had kunnen verrichten, over de manieren waarop ik invloed uit had kunnen oefenen op de situatie: ik had de flikkering van het zonlicht op het geweer kunnen zien, ik had de loop uit het raam kunnen zien steken, ik had naar de grond kunnen duiken voor het schot werd gelost, ik had de oude man naar de grond kunnen trekken om hem af te schermen, ik had eerst kunnen schieten om de Taliban te dwingen om in dekking te blijven, ik had eerst kunnen schieten en de Taliban uit kunnen schakelen. Ik droom erover. De Taliban en de jongens uit mijn groep wisselen elkaar af als vijanden. Ik sta op die heuvel.

Het schot klinkt maar ik heb tijd om te reageren, ik ontwijk de kogel of ik span mijn spieren en de kogel valt van mijn lijf af. Ik sein naar de jongens uit mijn groep die Taliban blijken te zijn en schakel iedereen in mijn omgeving uit door op alle geweren te schieten die ik in mijn vizier krijg.

Het schot klinkt. Ik weet dat de kogel me niet kan deren, maar als ik probeer terug te schieten krijg ik de trekker niet in beweging. Ik ben in het gebouw, vecht met mijn handen en voeten, de slagen zijn traag, alsof ik onder water ben, maar als ze doel treffen is de impact groot.

Het schot klinkt. Ik word geraakt in mijn schouder, blijf staan, leg kalm aan en schiet terug. Wanneer ik dichterbij ben, blijk ik de geitenhoeder te hebben geraakt.

Het schot klinkt. Ik weet dat de poging om mij te doden kansloos is, dat de schutter een mens is van vlees en bloed die net zijn doodsvonnis heeft getekend. In plaats van op hem te schieten neem ik de andere jongens op de korrel om te voorkomen dat ze de Taliban vermoorden.

Het schot klinkt. Ik veeg de kogel uit de lucht, pak de geitenhoeder op en ren het dorp in om hem naar zijn familie te brengen. Op de achtergrond bespreken de Taliban en de jongens uit mijn groep op serieuze toon zijn toestand.

Het schot klinkt.

Het schot klinkt.

Het schot klinkt.

In alle gevallen is de uitkomst hetzelfde: de oude man sterft.

Mail

Bart Verbunt

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer