Mooie mensen hebben het maar zwaar. De blik van de ander volgt hen overal. Sartre biedt een oplossing." /> Mooie mensen hebben het maar zwaar. De blik van de ander volgt hen overal. Sartre biedt een oplossing." />
Asset 14

Zien en gezien worden

In 1943 schreef Sartre al over de blik van de ander. Jennifer Egan toont in Look at me hoe een mens zijn vermogen om zichzelf vorm te geven verliest en tot een gestolde vorm verwordt. Blikken kunnen doden.

Wij kijken allemaal graag naar mooie mensen. Maar hoe is het voor de mooie mens die de hele dag bekeken wordt wegens onweerstaanbare schoonheid? Dat vroeg ik me af terwijl ik met een prachtig Frans stel op hetzelfde vliegtuig wachtte. Hij een jongere, verfijndere versie van Jude Law, zij van Marisa Tomei. Ze leken ook nog geduldig en intellectueel, in elk geval waren ze stil en lazen ze boeken. Ik voelde me in aanwezigheid van heiligen. Je reinste aanbidding. Ik had ze willen tekenen om ze te kunnen meenemen, te vatten, hun schoonheid te beheersen.

De blik van de ander

Mensen zo mooi als dit Franse stel hebben het zwaar. De blik van de ander volgt hen overal en wie zich bekeken weet, gaat zich anders gedragen. Sartre zei het al, in L’Être et le Néant (1943): de blik van de ander maakt een ding van je. Zolang je opgaat in een bepaalde activiteit zonder dat je het gevoel hebt bekeken te worden ben je volgens Sartre ‘subject’, in jezelf. Maar zodra je merkt dat iemand je bekijkt, word je een object. Stel je voor dat je in je kamer aan het dansen bent en dan ineens merkt dat de overbuurman staat te loeren: dan zul je beschaamd of geïrriteerd zijn. Die buurman heeft je gezien, geplaatst, gelabeld. Sartre heeft echter een oplossing: terugkijken naar je buurman. Wie het oordeel van de ander durft te trotseren door hem recht in de ogen te blijven kijken, herwint zijn subjectiviteit.

Jennifer Egans roman Look at me (al uit 2001, maar dankzij het succes van A Visit from the Goon Squad weer overal verkrijgbaar) gaat over zien en gezien worden en de verhouding tussen schoonheid en identiteit. Wie wordt gezien, waarom en hoe? Betekent niet gezien worden dat je er minder of niet bent? Of geeft niet gezien worden juist de rust om je zelf te kunnen blijven vormgeven? In Look at me zitten twee personages die Charlotte heten, een dertiger en een tienermeisje. De dertiger was een succesvol model. Na een auto-ongeluk heeft zij een gezichtsoperatie ondergaan waardoor haar uiterlijk is veranderd. Charlotte ziet er vrijwel hetzelfde uit als voor het ongeluk, maar niet exact. Er is iets verloren gegaan, het ondefinieerbare dat haar gezicht zo beeldschoon maakte. Ze merkt dit doordat ze na het ongeluk niet meer door anderen wordt herkend, en niet meer zoveel wordt bekeken zoals voorheen. "After the accident, I became less visible."

Niet meer gezien worden is voor Charlotte een ramp, want haar schoonheid was alles wat er was. Ze was haar gezicht. Als model was het haar vak bekeken te worden en een object te zijn, een combinatie van prettig op elkaar afgestemde vormen en kleuren, om een bepaald product of idee aan de man te brengen. Het hoort bij de professionaliteit van een model om de blik van de toeschouwer niet te verwarren met de blik van de ander in het dagelijks leven; modellen hoeven zich niet betrapt te voelen. In theorie zouden modellen in en uit hun rol moeten kunnen stappen als in een paar schoenen. Charlotte kan haar schoenen echter niet meer uit doen, zij is alleen nog deze rol. Zij heeft haar identiteit helemaal door de blik van de ander laten bepalen. Ze lijkt dat vrijwillig te doen: ze gebruikt haar uiterlijk als een pantser om intimiteit af te weren. Zolang niemand haar werkelijk kent, kan ook niemand haar kwetsen. Daarnaast gaat ze ervan uit dat wat ze ook over zichzelf zal zeggen, een ander er toch mee aan de haal zal gaan en er toch zijn eigen beeld van zal maken.

"I was careful to limit my promises. If I cared about someone, I did my best to mean what I said as I said it. But I’d given up on the whole truth, much less my ability to tell it. Most of the time, I didn’t even try. My philosophy, if you will, was eerily suited to what became my life; different cities week to week, a constant flow of settings and people; as my surroundings dissolved and reconstituted themselves, it seemed only natural that I do the same."

High school politics

Charlotte's filosofie is valide, maar het maakt haar leven leeg. Ze leeft in een spiegelpaleis, waarin alleen uiterlijkheden tellen als waarheid. Als mensen proberen verder te kijken dan haar uiterlijk, raakt ze in paniek. Iets over zichzelf vertellen, iets wat op dat moment waar is, is fysiek voor haar onmogelijk geworden. De woorden stokken in haar keel. Charlotte is de belichaming van schone schijn. Ze heeft geen idee wie ze is of kan zijn zonder de blik van de ander.

Tegenover deze mooie Charlotte staat een andere Charlotte: een tienermeisje dat helemaal niet mooi is. Lelijk is ze ook niet, eerder apart. Ze draagt een bril en gebruikt geen make-up. Charlotte is vooral geïnteresseerd in tropische vissen, niet in haar uiterlijk of wat anderen daarvan vinden. Ze is eigenzinnig. Haar broertje bewondert haar vanwege haar moed haar eigen wil te volgen.

Deze Charlotte is nieuwsgierig, maar ook wat wereldvreemd en te goed van vertrouwen. Ze heeft geen enkel besef van de high school politics. Ze heeft seks met een populaire jongen op haar school en het resultaat is teleurstellend, maar Charlotte is vooral verbaasd over wat er daarna gebeurt. Haar medescholieren wijzen haar af, als ze horen dat ze zich seks heeft toegeëigend waar zij, in haar sociale positie, geen recht op heeft. Charlotte bezit zichzelf niet meer: roddels maken haar zichtbaar. Charlotte’s reactie is niet Sartre’s oplossing om terug te kijken. Ze vlucht weg en verandert van school.

The shadow self

Terwijl de jonge Charlotte wegkijkt, is de mooie Charlotte juist een nauwkeurig waarnemer van anderen. Wellicht geeft haar pantser van schoonheid en leugens haar de ruimte om meer aandacht te besteden aan wie de ander is. Deze Charlotte ziet de shadow self, de onaangename verborgen kant van mensen, op het moment dat zij zich ongezien wanen, of te moe zijn om de schijn op te houden, om zich te schikken in de rol die de ander heeft bedacht. Ze schrijft over een ontmoeting met een man:

"This was always interesting: the moment when the surface first peeled away and what was underneath – desire, perversion, whatever it might be – moved into light. The truth. I wanted to see it. Everyone was a liar, blah-blahing their way through life, pretending to be good and constant, to have and to hold and all that. Everyone was a politician, wearing a pious face until the last possible moment when the press unearthed a taste for child amputees or a beheaded mistress chained to a radiator. (…) [I]t was only as he rose from the bed, his body illuminated by the colored lights of the city, that I caught the glint of calculation behind his eyes, a cold, blank set to his face. His shadow self, and not a nice one."

Het contrast tussen de twee seksscènes van de twee Charlottes toont dat het scherp observeren van anderen als zelfbescherming werkt, maar niet kan samengaan met het uitdrukken van het eigen zelf. Anders dan je op basis van schoonheid en ijdelheid zou verwachten gaat de jonge Charlotte in zichzelf op; de oudere Charlotte gaat op in de ander. De eerste kijkt niet goed, de tweede laat zich niet zien. Beide uitersten leveren problemen op.

Is er een oplossing, een middenweg? "We are what we see," oppert een ander personage. We weten nooit hoe de ander werkt. Dat brengt onzekerheid in menselijke verhoudingen en in het vormen van een zelfbeeld. Het zelf is voortdurend in verandering. Maar om überhaupt een zelf te kunnen vormen is het noodzakelijk je te verhouden tot de ander, te merken waar het zelf ophoudt en de ander begint. Dat kunnen we alleen leren als we zien én gezien worden en daar de balans in blijven zoeken. Het Franse stel was daar goed in, soms keken ze even naar me, vriendelijk en kalm, om dan weer gewoon verder te gaan waar ze mee bezig waren. Schoonheid sluit subjectiviteit niet uit, zolang je maar niet gaat geloven dat je het object bent dat anderen van je willen maken.

--
Dit is een gastbijdrage van Emy Koopman (Groningen, 1985). Ze studeerde Literatuurwetenschappen en Klinische psychologie en was chef eindredactie voor Vooys.

Mail

Emy Koopman was jarenlang Hard//hoofd-redactielid en is literatuurwetenschapper, psycholoog en schrijver. Ze debuteerde in 2016 met de roman Orewoet. Haar meest recente boek Tekenen van het universum verscheen in januari 2022 bij uitgeverij Prometheus.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer