Illustratie: Femke Huurdeman

Een beklemmend zomerverhaal over kinderen met gezichten van zeemannen." />

Illustratie: Femke Huurdeman

Een beklemmend zomerverhaal over kinderen met gezichten van zeemannen." />
Asset 14

De jongen

Nieuw zomerproza. Benjamin en Leon zijn verdwaald in de donkere stegen van een oude stad en worden achtervolgd.

De jongen zijn ze kwijt, of eigenlijk is hij hen kwijt. Hij had dicht langs de muren gerend waar het donker was, het had geleken of er speciaal voor hem overal zwarte steegjes verschenen. Zijn gympen hadden geen geluid gemaakt op de klinkers. Leon en Benjamin waren traag geweest. Ze hadden leren zolen die klikklakten op de straat. De paspoorten en de telefoons en de pinpassen. Er komt een lach op bij Leon. Later zouden ze zeggen: weet je nog dat we op onze eerste vakantie samen beroofd zijn door een kind? En dan zouden ze lol hebben, en iedereen om hen heen ook. Benjamin slaat met zijn vuist tegen een muur, de muur geeft niet mee, dus hij roept erg luid ‘auw’ en ‘godverdomme’. ‘Stil stil,’ zegt Leon, ‘stil nou, straks zijn er meer,’ en hij houdt de vuist van zijn vriend in zijn hand. Ze leunen op de vensterbank van een half afgebroken pand zonder ramen. Benjamin steekt een sigaret op, die heeft hij nog wel. De rook waait het pand in, steeds verder, als er iets woont zal het de geur zeker opmerken.
‘Is er een ambassade?’
‘Waar dan’ zegt Leon, om zich heen kijkend. Kwamen ze van links of rechts? Hun vriendelijke gids was verdwenen voor het kind ze beroofde, nadat hij ze in draf en in onverstaanbaar dialect door de volksbuurten geleid had. Hij lachte niet meer. Later was later, nu prikt de grove vensterbank in zijn benen en voelt hij kippenvel in zijn nek. Zijn moeder zegt altijd: dan loopt er een geest door je heen. Zijn moeder heeft Benjamin nog niet ontmoet, ze zal hem sympathiek vinden.

Benjamin blaast kringetjes. In de verte klinkt het geklots van water, ze zijn vlak bij de rivier. Het stinkt uit het pand, naar mens. Benjamin schiet zijn peuk naar binnen. Hij hijgt nog steeds van de sprint, ziet er ouder uit dan dertig. Leon had gezien dat zijn buik licht had gegolfd tijdens het rennen en dat hij zijn knieën overdreven hoog optrok bij iedere stap, zonder zweefmoment. In zijn eentje had hij hun kleine dief nog in kunnen halen. Leons vorige lief was slank geweest maar had geen gevoel voor humor gehad. Benjamin is stevig en grappig en lui, lief lui, en nieuw.
‘Dorst, baby,’ zegt Benjamin.
Leon wrijft met allebei de handen over zijn eigen gezicht. Geen baard, hij hoeft zich bijna nooit te scheren, Baby.

Illustratie: Femke Huurdeman.

‘Die kinderen,’ zegt hij, ‘ze maken hun ogen groot en hun bovenlip zo dik dat het net kuikentjes lijken, die gore handjes in een kommetje, dan wil ik zeggen: denk maar niet dat ik je vertrouw, denk maar niet dat ik erin trap. Wijze kinderen zijn eng, geraffineerde nog enger, maar het zijn kinderen. Ze brengen het geld naar hun moeder die ze afranselt met een riem en dan gaan ze weer. Maar ik geef ze een muntje want niet alle witte mannen zijn gierig. Ik moet iets met een weeshuis doen, of Foster Parent worden. Ik moet hier gaan wonen of ergens anders met veel arme kinderen. Vakantie is verschrikkelijk, Ben, je betaalt je blauw om in een ander land te zitten met arme mensen om je heen, je zou dat geld moeten sturen en zelf lekker in de regen ecologische dingen gaan telen. Het is godverdomme nooit goed. Zelfs hier waar alles oké lijkt en God godzijdank afwezig, dan sta je opeens in een pissteeg omdat er een kuiken vermomd als kind… Jezus Christus schrik jij dan nooit?’

Er staat er weer een, achter ze nu, in het pand. Hij kijkt als een oude zeeman uit z’n oogjes, een jaar of acht is ‘ie, net wakker. Benjamin staat op, zou weglopen en niet omkijken, de smalle schouders vergeten en doorgaan met roken, maar Leon grijpt plotseling het pakje sigaretten uit de jas van zijn vriend. Hij haalt er een uit en houdt die voor zich, hij is naar het kind gedraaid.
‘Help. Stad,’ zegt hij tegen de jongen, ‘Waar is de stad.’
‘Idioot’. Benjamin legt zijn hand in Leons nek. Gister hebben ze op zijn achterhoofd de eerste grijze haar ontdekt.
Het jongetje begrijpt niks, of doet alsof. Leon beweegt de peuk als een lokaas door de lucht. Kom maar, kleine man. De kleine man pakt de sigaret aan en gebaart: vuur. Met de brandende trofee tussen zijn lippen blijft hij naar Leon kijken.
‘Well?’ zegt die.
De kleine handjes schieten naar Leons gulp, die binnen een paar seconden open is. Hij slaat het kind weg. Nee! Centrum! Centre! Lost! Perdu! Een grote straat, Leon komt op de naam van een grote straat, er loopt een autoweg doorheen. Hij zet er een vraagteken achter. Nog een sigaret doet de jongen uit zijn schuilplaats bewegen, hij loopt voorop, blootsvoets, zijn rug gebogen. Op de achterkant van zijn rode T-shirt – hij draagt het verkeerd om – staat een plaatje van Pino, maar dan de gele. Leon strijkt zijn hand langs de grove muren van huizen. Nu horen ze blote voetstapjes, leren klikjes, eelt en steen. Soms passeren ze een klein plein, waar het nog koeler is dan in de straten; de hitte van overdag blijft er niet hangen. Op de pleintjes staan scheve fonteinen of resten daarvan, afval en soms daartussen een zwerver zonder leeftijd en geslacht. Uit sommige huizen klinkt geluid, pratende mensen, huilende kinderen, soms ruiken ze eten.
‘Zou je het doen als niemand je zag?’ vraagt Benjamin.
‘Wat, als niemand me zag?’
‘Zou je hem eraan laten zitten?’
‘Wie waaraan laten zitten?’
‘Hem,’ Benjamin knikt naar de jongen, ‘Daaraan’ en hij knikt naar Leons kruis.

Leon wrijft zijn gezicht weer rood, maar niemand ziet dat in het donker. De straten worden nog smaller en er hangt nog steeds die pislucht maar nu is er ook de geur van mos en schimmel. Hij herkent niets, hij mist het klotsen van de rivier, ze hadden de rivier kunnen volgen, komen alle rivieren niet ergens op uit? De stad is veranderd in overal dezelfde klinkertjes en overal dezelfde deuren, in koele vieze briesjes en het gejank van katten die altijd even ver weg lijken te zijn. De stad herbergt kinderen met zeemanskoppen en hondenogen, hondsdolle jongens en meisjes. Deze jongen moet vrienden hebben, of familie, ergens bij een groot vuur of in een tentenkamp in een bosrijk gebied aan de rand van de stad – hout, hij ruikt godverdomme vers hout.

De jongen gebaart: kom. Leon is langzamer gaan lopen, Benjamin loopt altijd zo langzaam mogelijk. Ze moeten sneller zijn van hun gids.
De jongen stopt. Zijn sigaret is op. Hij wijst naar Leons broekzak, waar het pakje zit. Hij geeft er een, dit keer zit er niemand aan zijn gulp. Terwijl ze verder lopen legt Benjamin zijn hand op Leons billen en knijpt er zachtjes in. Hij ademt sneller, door zijn neus. Ze horen verkeer, niet dichtbij maar wel herkenbaar als auto’s en brommers en vrachtwagens. Nee, geen houtgeur, maar benzine en diesel. De jongen noemt de naam van de straat. Kom. Hij begint nog vlugger te lopen. Het lijkt of hij lacht om de domme toeristen. Hij wijst, daar is het, we zijn er bijna, zijn gezicht in een witte waas. Vergeet hij dit ook, vraagt Leon zich af. Hij ziet Benjamins blik, strak gericht op hun kleine gids. Nu rennen ze haast, de jongen hoest, de buik golft zacht, de zolen tikken, er schijnt pisgeel licht door de straten die breder worden. Benjamin maant de kleine roedel tot stilstand. Wacht. Wait. Hij plukt zijn pakje sigaretten uit Leons zak en glimlacht met één mondhoek. Houdt de laatste sigaret op. De jongen kijkt van Leon naar Benjamin en weer terug maar lijkt niet erg verontrust. Leon pakt de sigaret af; hij doet hem in zijn eigen mond en steekt hem aan.
‘Ga. Go. Hup.’
De jongen vertrekt, hij kijkt niet om, misschien is hij kwaad, of opgelucht, of verward, of is hij alles al vergeten. Zijn blote voeten sloffen. Ook Leon draait zich om en kijkt niet achterom terwijl hij naar de grote straat loopt. Zijn eigen geklik is, op het verkeer na, alles wat hij hoort.

--

Dit is een gastbijdrage van Roos van Rijswijk (Amsterdam, 1985). Roos is columnnist voor Ad Valvas en schreef theaterstukken voor Toneelgroep Thomas.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem 1

Kun je liefde delen?

Marthe van Bronkhorst onderzoekt polyamorie: 'Als ik mijn hart versplinterd heb, kan ik het dan minder hard breken?' Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Een ode aan de pornofilm 2

Een ode aan de pornofilm: Het Porn Film Festival Amsterdam

Porno is meer dan wat Pornhub en andere grote platforms ons voorschotelen. Het Porn Film Festival Amsterdam laat deze donderdag tot en met zondag zien, dat porno kwetsbaarder, artistieker en vrijer is dan velen verwachten. Emma Zuiderveen spreekt met organisatoren Erik ter Veld en Franka Bauwens. Lees meer

De macht van het lookje

De macht van het lookje

Columnist Loïs Blank analyseert de stijlkeuzes van Zuckerberg, en Ivanka en Donald Trump. Wat proberen ze met hun kleding te zeggen, en wat hangt er van hun kledingkeuzes af? Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem

When life gives you hepatitis A-bessen, kruipt Marthe van Bronkhorst in de pen om het toch nog eens over de voedselindustrie te hebben. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024) 1

Een kijkje in mijn consumentenziel (2024)

De gemiddelde Nederlander koopt vaak kleding, en heeft er vaak ook nog geen overzicht over. Columnist Loïs Blank houdt haar eigen koopgedrag elk jaar weer bij. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

:Oproep: Hard//hoofd Biechtlijn

Oproep: bel de Hard//hoofd Biechtlijn

Op zoek naar een luisterend oor? Bel de Hard//hoofd Biechtlijn op 06 16 85 74 57 en word trouwe lezer van Hard//hoofd op papier om de collectieve audiobiecht te beluisteren. Lees meer

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Elke trui is een kersttrui, je moet alleen zelf voorbij Rudolf kijken

Misschien heb jij hem nu wel aan: de kersttrui. Een onschuldig grapje of een kledingstuk dat perfect toelicht wat er mis is met de kledingindustrie? Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine! 1

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine!

Welk verlangen kenmerkt jouw leven en waar snak jij naar? Stuur voor 16 februari 2025 je pitch in en voed ons met jouw ideeën over (beeld)verhalen, essays, poëzie en kunstkritiek voor het magazine ‘Honger’. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Honger’, het zevende Hard//hoofd Magazine!

Illustreer jij de volgende cover van het Hard//hoofd Magazine?

Voor ‘Honger’, het najaarsnummer van 2025 van Hard//hoofd, zijn we op zoek naar illustrator die de cover van ons magazine wil maken. Lees meer

Lieve groetjes van Venus

Lieve groetjes van Venus

Lieke van den Belt vertelt in deze column over haar relatie met en tot Venus. Kijken ze elkaar aan? En zien ze de ander dan ook? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer