Hardhoofd plaatst elke maand een ZKV (Zeer Kort Verhaal) van Constantijn Huygensprijs-winnaar A.L. Snijders. Vanuit zijn boerderij in Klein Dochteren beschrijft hij de wereld. Deze keer is de kip weg. Geef de kip eeuwige vrede, Heer.
De enige kip is drie dagen weg. Het vriest en de sneeuw ligt in dikke richels over het land, het is moeilijk het huis met de auto te bereiken, 150 meter pad is nauwelijks te onderscheiden. Omdat de kip alleen is, schuilt hij overdag dicht bij het huis in een beschut hokje, ik kan 'm zien vanuit de kamer, waar de kachel brandt op het hout dat ik deze zomer gezaagd en gehakt heb. De kip was erbij, altijd als ik buiten ben is de kip in de buurt. Maar terwijl ìk wist dat het hout bestemd was voor de winter, wist de kip van niets. Als ik één ding mag zeggen over de mens, als ik gedwongen zou worden me te beperken tot één ding, zou het zijn: de mens is een tragisch wezen. En als mij bij wijze van grote uitzondering één toelichting vergund zou zijn: omdat hij weet heeft van zijn naderende dood. (Broeder, gij zult sterven.) De dieren zijn ook tragisch, om een andere reden: zij weten niets van hun naderende dood. Dat voel ik sterk als ik uitrust van het hakken en naar de kip kijk die zonder cultureel bewustzijn wormen oppikt. Nu mis ik hem al drie dagen, ik mompel Requiem aeternam dona gallo gallo Domine. Geef de kip eeuwige vrede, Heer. Je zou kunnen zeggen dat het helpt, de kip vertoont zich weer na drie dagen, ik weet niet waar hij is geweest, ik weet niet of hij heeft gegeten en gedronken - ik hoop dat hij onsterfelijk blijkt.