In theorie weet ik dat je niet altijd leuk hoeft te reageren op wat een ander tegen je zegt. In de praktijk gaat dat meestal anders: ik ben extreem beleefd en hou m'n werkelijke mening onder een metersdikke mierzoete laag van vriendelijke lachjes en complimenten. Iets wat een scala aan nadelen oplevert variërend van neerslachtige frustratie over mijn gebrek aan ruggengraat tot instemming met deelname aan een cursus breien.
Laatst was ik op vakantie in Turkije. Ik zat op het terras met mijn reisgenoot, we bestelden met nadruk ‘Normal Tea’, omdat je anders het risico loopt een high tea te krijgen met baklava van het huis, maar wel tegen de prijs van een driegangendiner.
De argwaan begon bij het schaaltje zoete nootjes dat de ober op tafel zette. Vervolgens kwam hij terug met zeefjes met kruiden, die hij met geconcentreerd gezicht begon te stampen. Tenslotte deponeerde hij de inhoud van een halve honingtuit in de kopjes, met een air alsof hij een Merlot uit 2010 inschonk. Al die tijd bleef ik beleefd glimlachen.
Maar toen de ober na een quasi-onderdanige groet de benen nam, er een twee keer zo gespierde voor in de plaats kwam die ons met een minzaam glimlachje zei dat de rekening tien euro was en vervolgens het tientje uit de hand van mijn vertwijfelde reisgenoot griste, bundelden al die kleine ergernisjes over nederige verkopers op vakantie die aardig waren om het geld (wat je je altijd pas achteraf realiseerde) zich samen tot één grote brok woede. Ik schoof mijn rieten stoeltje naar achteren, stond op, en haalde diep adem.
Ik begon wat aarzelend. Ik zei luid maar beleefd dat het niet normaal was wat ze deden, dat we ons geld terug wilden. Toen ze niet toegaven, kreeg ik de smaak te pakken. Ik verhief mijn stem tot schreeuwniveau en zei dat het ‘ridikkelus’ was – door de woede had ik geen aandacht meer voor mijn Engels – ‘ten jeuros for twoe kups of woter!’ De baas werd erbij gehaald.
Ik zette me al schrap voor de ultieme strijd, maar die bleef uit. In plaats daarvan griste de baas tot mijn verbazing een verfrommeld briefje van tien uit zijn zak en duwde die in mijn hand.
Pas toen ik om me heen keek zag ik waarom. De massa toeristen op het terras zat er als versteend bij: iedereen was gestopt met het lijdzaam roeren in hun speciale Turkse kruidenthee en het knabbelen van speciale zoete nootjes. De baas had die tien euro makkelijk kunnen houden, maar een op hol geslagen buitenlander, jankend om een briefje van tien, die het gehele restaurantmanagement de huid vol scheldt, is niet bevorderlijk voor de ambiance op je terras. Snel, zonder nog om te durven kijken, gingen we ervandoor.
Maar hoe gênant de situatie ook was, ik besefte achteraf vooral hoe heerlijk het voelde om me een keer te laten gaan. De schroom die me in het dagelijks leven tegen onbekenden steeds op de vingers tikt, was voor even volledig weg; ik was de schaamte voorbij zonder dat ik daarover nadacht.
—
Luuk Hijne is 22 jaar en pas afgestudeerd in de sociale psychologie in Utrecht. Luuk wil stadsgids en schrijver worden.