Psycholoog Arthur Aron stelde ooit een lijst samen met 36 vragen die ervoor zouden zorgen dat je verliefd wordt op degene met wie je ze bespreekt. Een jaar geleden besloten een vriendin en ik om uit te proberen of het werkte. We bespraken onze antwoorden op de vragen en werden niet verliefd, maar hadden het wel over onderwerpen waar we het normaliter niet over hebben. We leerden van alles over elkaars moeders, haalden onze beste en slechtste herinneringen op en praatten over zingen, huilen en onszelf voor schut zetten. Totdat we elkaar moesten vertellen over onze grootste prestatie. Ik vond het bijna onmogelijk om iets te bedenken waar ik écht trots op ben. Ik heb eigenlijk altijd het gevoel dat ik dingen beter had kunnen en moeten doen.
De overtuiging dat ik dingen beter kan en moet doen, neemt iets te extreme vormen sinds ik stage loop op een redactie. Toen ik ‘kerst’ met een hoofdletter had geschreven in een nieuwsbrief, had ik het gevoel dat ik net zo goed het kantoor in brand had kunnen steken. Ik vergelijk me met mensen die dit werk al jaren doen en haat mezelf wanneer die vergelijking in mijn nadeel uitpakt. Mijn lijsten met dingen die ik beter moet doen zijn onderhand langer dan de Lord of the Rings-trilogie en mijn armen stonden de laatste maanden elke dag vol met kruisjespatronen. Die teken ik als ik mezelf af moet leiden van de stem in mijn hoofd die schreeuwt dat ik één groot fiasco ben.
Die stem kon wel wat tegengeluid gebruiken, dus dwing ik mezelf nu om over mijn prestaties na te denken. Iedere avond schrijf ik drie dingen op waar ik trots op ben. De eerste keer dat ik dat probeerde, ging het moeizaam. Maar trots zijn blijkt iets te zijn wat je kunt trainen. Niet alleen lukt het me nu makkelijk om elke dag drie dingen op te schrijven, vaak kan ik er meer dan drie noemen. Zelfs vorige week zondag, toen ik voor de zesentwintigste keer Tangled keek en geen energie had om productief te zijn, kon ik dingen opschrijven: ik had mijn zusje aangemoedigd om een blog te beginnen, uitgebreid gekookt en kaarten gestuurd naar mijn oma's. Ik voel me net Tangleds Rapunzel, die naar een lap stof kijkt met daarop een zonnetje en opeens ziet dat er overal om haar heen zonnetjes geschilderd zijn. Als je focust op dingen die goed gaan, zie je opeens hoeveel er is om trots op te zijn.
Of je nu net zo streng bent voor jezelf als ik of niet: we mogen onze successen meer vieren. Paradoxaal genoeg helpt trots zijn mij namelijk ook om mijn eigen hoge verwachtingen een beetje los te laten. Ik ben blij met wat lukt, in plaats van steeds te focussen op wat beter kan. Mijn armen zijn voor het eerst in tijden weer kruisjesloos. Wat mijn grootste prestatie ooit is, weet ik nog steeds niet. Maar ik heb onderhand wel een hele lijst met opties verzameld.