Met de pop-uptentoonstelling ‘A-Lonely Show’ nodigen Ka-Tjun Hau en Nanine van Smoorenburg ons uit om van een afstand te reflecteren op onze eigen eenzaamheid. Roos Wolthers nam de uitnodiging aan en zag: ‘A-Lonely Show’ deed veel meer dan eenzaamheid in beeld brengen.
In augustus lag ik op een bed in de installatie U bevindt zich hier van Dries Verhoeven. In een van de 24 nagebouwde hotelkamers keek ik in het spiegelende plafond naar mezelf en zag hoe ik in mijn eentje op bed lag. Ik vulde een vragenlijst in, schreef op waar ik die ochtend mee had ontbeten, waar ik bang voor ben, of ik me nog een recente droom kon herinneren. Toen werd het plafond langzaam omhooggetakeld, en kon ik via de spiegel de kamer naast me zien, waar ook iemand op bed omhoog lag te kijken.
Het plafond bleef stijgen en al snel zag ik tientallen lichamen net als het mijne op bed liggen. Onze – heel persoonlijke – antwoorden werden voorgelezen. Iemands vader was dit jaar overleden, maar wiens vader kwam ik niet te weten, of hoe hun band was. De andere bezoekers waren tegelijk heel dichtbij (soms maar enkele tientallen centimeters, hoewel er muren tussen ons in stonden) en heel ver weg.
Heel veel anders is het niet in het dagelijks leven, zeker dit jaar. Je weet vaak weinig over de levens van de mensen die letterlijk en figuurlijk dicht bij je staan. Mijn buren zie ik alleen als ze een pakketje komen ophalen en toen ik me een jaar geleden constant angstig voelde, vertelde ik mijn collega’s, die ik vaker zag dan mijn vrienden en familieleden, daar niets over.
Eenzaamheid in beeld
Afgelopen week was de Week tegen Eenzaamheid. Als ik ‘eenzaamheid’ hoor, is het eerste beeld dat in mij opkomt nog steeds dat van een oudere achter de geraniums in een verzorgingstehuis. Maar eenzaamheid is – zeker nu – natuurlijk niet aan ouderen voorbehouden. Dat maakt ook de tentoonstelling A-Lonely Show (2-4 oktober, Sexyland, Amsterdam) haarfijn duidelijk.
Bij binnenkomst al: de werken van fotografe Daphne Oude Geerdink (die kort geleden afstudeerde) en schilder Trude Hol (die al wat langer meedraait) begroeten de bezoeker. Ze hangen naast elkaar. De expositie wil een bijdrage leveren aan het normaliseren van eenzaamheid en laat meteen zien dat het een probleem is waar iedereen, jong of oud, mee te maken kan krijgen.
Dat erkent Ka-Tjun Hau, die de tentoonstelling samen met Nanine van Smoorenburg organiseerde. De Week tegen Eenzaamheid bestond aanvankelijk voornamelijk uit acties om eenzaamheid tegen te gaan, vertelt hij, maar er was nog weinig ruimte voor reflectie op het thema zelf, al dan niet door middel van kunst. Terwijl het verbeelden van iets wat vaak onzichtbaar blijft bij uitstek iets is waar kunst een uitkomst kan bieden.
Sommige kunstenaars in A-Lonely Show brengen de eenzaamheid direct in beeld: Daphne Oude Geerdink en schilder Kiki Beernink proberen via intieme portretten de innerlijke belevingswereld van hun modellen over te brengen. Fotografe Anna Berkhof kiest er juist voor om eenzaamheid indirect in beeld te brengen: zij maakte de afgelopen jaren foto’s van mensen die alleen zijn in de openbare ruimte en zich daar duidelijk op hun gemak voelen. Als je al die foto’s naast elkaar ziet, krijg je een beeld van degene aan de ándere kant van de camera; een beeld van iemand die enorm gefascineerd is door mensen die zich comfortabel voelen in een omgeving waarin zijzelf zich allesbehalve op haar gemak voelt
Anderhalve meter
De werken in deze expositie doen meer dan slechts het verbeelden van eenzaamheid. Ze produceren ook eenzaamheid, versterken die of zwakken die af. De fotocollages van Jacky Hijstek en de illustraties van Boris Lyppens zijn gedetailleerd en tijdrovend, en ze hebben de eenzaamheid nodig om hun volle aandacht te geven aan het maken ervan. Tijdens het maken van nieuw werk voelen zij zich eenzamer, maar dat is volgens hen niet per se een nadeel. Tijdens eenzame periodes leren zij het meest over zichzelf en hun maakproces en dat stelt hen in staat hun beste werken te creëren.
En dan is er het werk van kunstenares Tatjana Macic. Zij nodigt bezoekers uit om zichzelf tot het thema te verhouden. Macic maakte anderhalvemetercirkels van suiker en zout, waar bezoekers in kunnen staan, doorheen kunnen lopen of juist buiten kunnen blijven: het is niet mogelijk om je níet op een of andere manier tot de anderhalve meter te verhouden. Bezoekers worden aangemoedigd om te onderzoeken of die cirkels gevoelens van eenzaamheid kunnen verzwakken of versterken.
Macics suiker-en-zoutcirkels zetten de bezoeker aan het denken over de emotionele en fysieke afstand, begrippen die de coronacrisis vanzelfsprekend nog veel sterker met elkaar heeft verbonden. De film An die ferne van Opera Front en Opera Zuid, in de hoek van de tentoonstelling, verbindt ze expliciet met elkaar. Je ziet steeds een ander personages in een vlak van twee bij twee meter zitten, tot aan het eind van de film wordt uitgezoomd en alle personages naast elkaar op de grond in de met tape gemarkeerde vakjes zitten. Alle personages hebben een deurmat met ‘welkom’ voor potentiële bezoekers, maar ze zijn allemaal alleen. Even was het weer augustus en lag ik net zo afgezonderd in een kleine hotelkamer, met 23 mensen om mij heen die ook alleen waren. Hoe zou het nu gaan met degene die zijn of haar vader is verloren?
Luister.
De suggestie die de film An die ferne doet is duidelijk: als een van de mensen nou uit hun vakje zou stappen, dan zou hun eenzaamheid voorbij zijn. Makkelijk gezegd, maar hoe doe je dat? In de korte film Mama Mania, waarmee ik mijn bezoek afsluit, doet documentairemaker Vincent Sparreboom een poging. Zijn manische moeder valt voor een internetoplichter en hij legt de gesprekken vast die hij daar met haar over voert. Als kijker zou je Sparrebooms moeder het liefste door elkaar willen rammelen, maar Sparreboom blijft kalm en luistert. Hij zet koffie. Hij stelt een kritische vraag. Hij luistert. Hij probeert zijn moeder voorzichtig te behoeden voor teleurstellingen, legt uit waarom hij sceptisch is en luistert weer.
De momenten waarop ik me het minst eenzaam, het meest gehoord, voel, zijn de momenten waarop ik onze raarste gedachten met iemand kan uitwisselen en diegene zonder oordeel luistert en zijn best doet om mij te begrijpen. En, zo ontdekte ik dus laatst, dat werkt ook als die gedachten anoniem worden voorgelezen terwijl ik alleen in een nagebouwde hotelkamer naar boven lig te kijken.
Aan het einde van Verhoevens voorstelling verdween onze anonimiteit. Performers liepen door de gangen van het hotel en riepen de namen van bezoekers. Wanneer bezoekers antwoordden, volgden ze hun stemgeluid, net zolang tot ze bij de goede kamer uitkwamen, en diegene een gepersonaliseerd nachtlampje konden geven.
Soms is het moeilijk om te accepteren dat je iemands problemen niet op kan lossen, maar in ieder geval kun je een klein beetje licht brengen door er net als Vincent te zijn, vragen te stellen, koffie te zetten en te luisteren.