Ik wil schrijver worden. Zoals iedereen die het in zijn bol haalt dat te zeggen, wil ik vooral gepubliceerd worden. Eerst in een literair tijdschrift, kort daarna de roman. Om dat te bereiken, stuurde ik de afgelopen jaren wel eens een kort verhaal op. Na maanden wachten volgde dan een afwijzing. Of het bleef stil. Voortaan stuurde ik een stuk naar vijf tijdschriften tegelijkertijd. Schieten met hagel gaf me nog enigszins het gevoel dat ik kans had. Tijd om te lezen, of te leren schrijven, had ik ondertussen niet. Als ik eenmaal gepubliceerd was, kwam dat vast vanzelf.
Omdat het niets opleverde, besloot ik het online te proberen. Meer plek, meer kans? hard//hoofd was aan de beurt. Er volgden wat aardige reacties, soms ook stilzwijgen. Nooit resultaat. Ik zag mijn ambitie om ooit schrijver te worden veranderen in wat het altijd al was geweest: een naïef waanbeeld. De tranen gutsten haast uit mijn oogkassen toen ik in een wanhoopsdaad twee korte teksten opstuurde. Laatste poging om binnen te komen. Ik was er klaar mee.
Een reactie, de dag erna. Ze zagen niet direct aanleiding het te plaatsen. Maar zouden het wel leuk vinden als ik een TIP voor ze zou schrijven. Misschien kende ik de rubriek. Vijfhonderd woorden. Mocht overal over gaan.
Whoa – publiceren. Een tip schrijven. Maar over wat? Een ode aan de havermout? Te makkelijk. Het goedbedoelde advies om elke dag een gesprek te beginnen met een vreemde? Te uitgekauwd. Dit moest spannender. In een vlaag van inspiratie koos ik voor een anti-tip: plas in bed. Gewaagd, maar het voelde goed. Stijf van de zenuwen stuurde ik het op.
Het werd geplaatst. Ik was euforisch – en angstig: het stond online. Iedereen kon het gekke stuk lezen. Het leverde een vermoeden op, een these: de complete menselijke ervaring leent zich voor een TIP. Alles kan in 500 woorden aangeprezen worden.
Dat moet ik onderzoeken. Ik wroet me een weg door het archief van TIPS.
Meer resultaten. Even geduld… TIPS laden in, blijven komen, geen eind in zicht, nog meer. Ik scroll omhoog om de eindstand op te maken, raak de tel kwijt bij De eenzaamheid van de egel, Blender schoonmaken, Asperges (gisteren nog gegeten), Kies je manie. Een kwartier later tik ik het plafond van mijn browser aan. 737. Zevenhonderdzevenendertig tips. Godmiljaar. Volgens mij heb ik goed geteld. Zo niet, dan zijn het er nóg meer. Terwijl ik dit schrijf, is er alweer een TIP bijgevoegd: Wrap het (echt een tip, zeg maar).
Ik had gelijk. Alles kan getipt worden. Mijn TIP: schrijf een TIP. Pak iets dat je fascineert, laat je bewustzijn door je vingers stromen, schrap woorden, breng structuur aan, schrap nog meer, ben zorgvuldig. Houd je aan de woordenlimiet. Stuur op.
Dat zou ik tenminste doen, als ik schrijver zou willen worden. Als het geplaatst wordt, voeg je je bij een lange traditie. Dat je TIP één van de vele honderden is, dat zegt niets. Jouw TIP, de nieuwste aanwinst, prijkt wel mooi bovenaan, als verse koning van de TIPS (al is de onbetwiste koning van de TIPS Rutger Lemm, getuige de 66 TIPS die hij op zijn naam heeft staan).
Geniet van het uitzicht – en van je publicatie.
--
Ron Vaessen (1987) schrijft aan zijn debuutnovelle en is redacteur bij het Tilburgs universiteitsblad Univers.
Ook een tip schrijven? Mail naar tekst@hardhoofd.com