Het begon bij één flesje, inmiddels heeft Maartje een verzameling. Geluk vind je in de supermarkt, bij de doucheproducten.
De eerste fles kocht ik niet omdat ik ongelukkig was, ook niet omdat ik erin geloofde, maar nu ben ik overtuigd. Ik stap onder de douche met Teder geluk in een lila fles met gouden dopje. Dit Bonheur en mousse, in het Frans nog mooier, belooft weelderig schuim, ideaal voor een scheerbeurt, en dat klopt ook wel. Maar Bourjois Paris is niet de enige die de zoete geur van geluk exploiteert. Ik ben bijvoorbeeld ook zeer te spreken over Nivea Happy Time, Palmolive Ayurituel Joyous en Kneipp Vrolijk Gevoel. Lush Happy Hippy, The Bodyshop Cranberry Joy en Adidas Happy bieden de nodige variatie. Op neerslachtige maandagen is alleen Hammam Happiness van Rituals krachtig genoeg. Aan het eind van de maand ga ik voor budgetgeluk van de Albert Heyn Happy Feeling of Happy Days shower cream van de Action.
Geluk kun je kopen, het is een consumptiegoed, schreef Margreet Fogteloo in De Groene Amsterdammer. De geluksindustrie ontwikkelt zich en wordt al lang niet meer alleen omarmd door wanhopige huisvrouwen die ‘iets' missen. Mensen zijn gemaksdieren. Als iets te koop is, gaan we het niet zelf maken. Wie ontvelt er nog tomaten als je voor 65 cent een blikje blokjes koopt? Geluk ligt in de supermarkt, naast schoonheidsproducten die vrije tijd, energie en slaapkamergeheimen beloven. Emoties zijn beheersbaar, dat wil de geluksindustrie zeggen, en dat willen wij geloven. We gooien ons spaargeld niet in de collectebus van de misdienaar, maar steken het in een hobby. Want het blijft een geruststellende gedachte dat je ongeluk kunt afkopen, door een boek te lezen, een dieet te volgen of je in te schrijven bij een yogaschool. Je hebt je lot zelf in de hand, maar tegen betaling mag je het doorschuiven. Tevreden wurm je je wekelijks in de pigeon pose, verdoofd en gelukkig, overgeleverd aan de zalvende stem van de yogajuf.
Instantgeluk
Een douchegel kan dezelfde rol vervullen als een cursus mindfullness. In beide gevallen zoek je geluk buiten jezelf. In eerste instantie keek ik neer op dit soort 'instantgeluk'. Tot ik me realiseerde dat ik zelf ook eens naar een hulpmiddel greep. Tot voor kort begon ik de dag met een vast ritueel. Het maakte niet uit of het weekeinde was, ik een kater had of voor mijn werk vroeg op moest. Met een koptelefoon op rende ik iedere morgen de straat uit. Veters strak en kousen opgetrokken. Soms bleef ik in het park, andere dagen verliet ik de stad en rende om de roeibaan in het bos of volgde de witte stippen op het fietspad. Als ik weinig tijd had, was ik binnen twintig minuten weer thuis, op een vrije dag bleef ik rustig anderhalf uur weg. Op zich een gezonde gewoonte, maar het ritueel had één nadeel: langzaam maar zeker verloor het zijn kracht.
Zoals zoveel rituelen, werd ook hardlopen ‘gewoon’.
Tijdens het beoefenen van duursporten maakt je lichaam endorfine aan. Een lichaamseigen stof die in eerste plaats pijnonderdrukkend werkt, maar daarnaast zorgt voor een euforisch gevoel. Deze ‘runner's high’ maakte me gelukkig. Natuurlijk, ik vond de eentonige beweging rustgevend, even helemaal nergens aan denken. Op die momenten, wanneer mijn schoenen me zomaar ergens heen brachten, leek alles helder en behapbaar. Er zijn mensen die hun meest geniale invallen op de WC hebben. Ik schreef het grootste deel van mijn scriptie terwijl ik rondjes rende in het schermerdonker. Maar zoals zoveel rituelen, werd ook hardlopen ‘gewoon’. Geleidelijk raakte mijn lichaam gewend aan de endorfine. Ik moest vaker en langer sporten voor een voldaan gevoel.
Normaal gesproken hou je aan hardlopen een positief gemoed over. Het schijnt zelfs te helpen tegen depressies. Voor mij was het echter geen ritueel meer met een positieve uitkomst, maar eerder een voorwaarde om niet negatief aan de dag te beginnen. Iedere ochtend werd ik wakker met het gevoel dat ik iets goed te maken had, alsof ik belast was met een erfzonde en een onzichtbare God op mij neerkeek. Ik moest hardlopen om me niet schuldig te voelen. En zo werd een rondje Vondelpark een halve marathon. Op zoek naar geluk versleet ik in een moordend tempo hardloopschoenen, maar de rush bleef uit.
Alles onder controle
Het uitvoeren van een ritueel wekt de schijn van controle. Ik glimlach om het kind dat niet op de randjes van stoeptegels wil staan omdat zijn kat anders doodgaat. Maar zelf verbond ik een even onwerkelijk ‘doel’ aan mijn dagelijkse ritueel. En zolang ik daar in geloofde, werkte dat prima. Niet voor niets drijven religies op de ritualistische herhaling van woorden en gebruiken. Ook het geloof gaat uit van een abstract doel als de hemel, de rituelen die daartoe moeten leiden, zijn concreet en gemakkelijk uitvoerbaar. Een ritueel geeft je het gevoel dat je invloed hebt op iets dat groter is dan jijzelf.
Een ritueel geeft je het gevoel dat je invloed hebt op iets dat groter is dan jijzelf.
Mensen in mijn omgeving gaan massaal aan de yoga, meditatie en mindfulness. Nieuwe rituelen die rust brengen. Dat was de kracht van religie en misschien wel haar belangrijkste rol. Nu we op zondag niet meer wegdromen op harde kerkbanken, volgen we een cursus om tot onszelf te komen. Want zonder een God om tot te bidden of een Lotsgodin om te behagen, ligt deze verantwoordelijkheid bij onszelf. En juist op deze ongemakkelijke gedachte speelt de geluksindustrie in.
Nutteloze rituelen
Rituelen zijn krachtig, maar het zijn geen wondermiddelen. Net als materialistische kunstgrepen, verliezen ze hun glans. Herhaling wordt saai, endorfine werkt uit, de roes lost op. De schoonheid van het ritueel zit in de nutteloosheid en de gedachteloosheid waarmee het wordt uitgevoerd. Wanneer je een ritueel uitvoert om dichter bij het doel te komen, ga je voorbij aan de essentie van de handeling. Een weekeinde op stilteretraite heeft geen zin als je voordurend op zoek bent naar openbaringen en zelfreflectie. Hardlopen heeft geen zin als je enkel rent om ergens te komen.
Aan mijn ochtendritueel had ik een onwerkelijke ‘kracht’ toegeschreven. Ik ging al lang niet meer hardlopen omdat ik dat lekker vond, en ook niet omdat ik er gelukkig van werd. Ik was op zoek naar iets wat ik uiteindelijk alleen in mezelf kon vinden. Toen ik stopte met hardlopen, cold turkey, merkte ik dat het niet veel uitmaakte. Een paar weken was ik rusteloos, en waarschijnlijk onuitstaanbaar, maar niet per se ongelukkiger. Inmiddels loop ik weer, maar niet elke morgen. Het grote verschil met twee jaar geleden is dat ik nu mijn veters strik, mijn kousen optrek, een podcast uitkies en ga rennen, omdat ik daar zin in heb. Ik kies ervoor om te gaan sporten, en als het regent blijf ik binnen. Dan neem ik een warme douche, en geniet van nutteloos, maar weelderig schuimend Teder geluk.