Kunstenaar Monica Overdijk werkte enige tijd als sorteerder bij PostNL. Daar trof ze, naast tijdelijke krachten, postbodes aan die er al jaren werken. Stoere types met spierballen, die de taal van de straat spreken. Ze besloot zeven collega's te vragen voor haar te poseren en ze vroeg Ferry Wieringa hen te interviewen. Met Hard//hoofd delen ze drie fragmenten. Vandaag een fragment uit het verhaal van postbode Dirk.
“Ik ben een echte Tuindorper. Ik ben Tuindorp nooit uit geweest. Ik ben twee straten hierachter geboren. In de Rigelstraat. Ik ben schorem, tuig van de richel. De mensen die me als kind op straat hadden zien spelen, zagen me nu in uniform post bezorgen. Voor hen bleef ik het jongetje. Zat ik koffie te drinken, gingen ze over vroeger vertellen. Meneer Brethouwer was een mannetje alleen van in de 90. Het was zo’n lieve man en hij vond het leuk als je een kop koffie meedronk maar hij máákte me een koffie. Met Buisman. Net teer zo zwart en sterk. Hij bleef er maar scheppen ingooien. Daar moest ik zó van boeren.
‘Mijn record staat op 23 koppen koffie op een dag’
Maar het was zo’n lieve man. ‘Ik weet nog dat je in je blote kont in je wagen lag. Je was met je zusje, Willie.’ Ik was haar baby’tje, we scheelden veertien jaar, ik was een nakomertje. Mijn zussie vond het leuk om met mij in de kinderwagen rond te lopen. Door mijn lange blonde haren dachten ze dat ik een meissie was. Als dat gebeurde scheurde mijn zusje mijn luier van mijn reet en liet ze hun mijn worteltje zien. ‘Kijk dan, het is geen meisje.’ Prachtig toch? Ik was een grote, volwassen vent maar stond ik bij ze binnen dan was het: ‘Dirkie.’”
“Ik kwam bij mensen op de koffie die mijn ouders ook kenden. Iedereen hier werkte bij de NDSM. Vertelden ze dat ze met mijn vader waren stappen. En dat hij flink kon hijsen. Ik weet dat ik kon zuipen maar dat hij het ook deed… Dan kwam ik thuis: ‘Zeg pa, ik hoorde dat jij laatst daar flink dronken was.’ Of ik kwam thuis en dan wisten mijn ouders al dat ik in de wijk een bundel uit mijn handen had laten flikkeren. Da’s toch fantastisch, da’s toch leuk. Wat is er nou mooier?
En: wat is er lekkerder man dan poepen en piesen op je eigen wc? Of als ze me riepen voor de koffie en ik moest nodig dan riep ik: ‘Even aan de kant, eerst poepen, dan koffie.’ Mijn record staat op 23 koppen koffie op een dag. Soms bleef ik vijf minuten, soms een half uur. Ik was altijd wel later klaar maar ik had alle tijd omdat ik nog maar één wijk had. Als ik later thuiskwam dan maakte dat geen reet uit. Ik had toch de tijd.”
Dit was een fragment uit het verhaal van Dirk. Lees het vorige fragment, uit het verhaal van postbode Mustafa, hier. Wil je de illustraties en foto's in het echt zien en de volledige verhalen lezen? ‘TEAM 7 – De mannen en vrouwen van de post’ is nog tot en met dinsdag 15 november te zien in etalages bij Kunsttraject in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam. NB: De slotdatum van de expo is vervroegd. Eerder communiceerden wij zondag 20 november.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.