Kunstenaar Monica Overdijk werkte enige tijd als sorteerder bij PostNL. Daar trof ze, naast tijdelijke krachten, postbodes aan die er al jaren werken. Stoere types met spierballen, die de taal van de straat spreken. Ze besloot zeven collega's te vragen voor haar te poseren en ze vroeg Ferry Wieringa hen te interviewen. Met Hard//hoofd delen ze drie fragmenten. Vandaag een fragment uit het verhaal van postbode Bas.
“Ik volgde al jong het beursnieuws op RTL-Z. Mannen in mooie pakken vertelden over hoe je met handel veel geld kon verdienen. Dat vond ik interessant want geld is – helaas, helaas – nu eenmaal heel belangrijk in het leven. Het maakt het leven makkelijker. Je kunt lekker uit eten gaan, op vakantie zonder dat je op je centen hoeft te letten, viergangen dinertjes koken voor vrienden. Je hebt geen zorgen over de huur of medische kosten.
In een dure buurt in Amsterdam-Zuid ontstond mijn ideaalbeeld van een gelukkig leven
Op de HAVO ging economie me makkelijk af en na mijn eindexamen schreef ik me in voor hbo management, economie en recht. Maar ik haalde het eerste jaar niet en ben toen gestopt. Dat vonden mijn ouders wel heel jammer. Ik vond zelf ook dat ik had gefaald – ik was aan iets begonnen dat ik niet had afgemaakt én ik was 1600 euro collegegeld kwijt. Ik probeerde nog een andere studie maar ook dat werd niks.
Via een uitzendbureau ging ik toen werken als bijrijder op de vuilniswagen. Later ook bij de veegdienst. Een groot verschil met de aandelenbeurs maar ik vond het hartstikke leuk. Leuke collega’s, bijtijds klaar en op de markt kregen we altijd fruit, blikjes Cola en weet-ik-wat-al-niet-meer toegestopt. Op mijn 23ste solliciteerde ik bij de post. Mijn ouders waren wel bang dat ik niet genoeg zou verdienen maar ik was ervan overtuigd dat het wel goed zou komen."
"Ik sta om twee uur op. Klein ontbijtje, kopje koffie, de basis hygiënedingen en dan stap ik om kwart voor drie op de fiets. Van vier tot halftwaalf werk ik binnen, sorteren. Dat is gezellig, altijd veel grappen en grollen, hartstikke leuk. Als dat klaar is, komen ze meestal aanzetten met een lijstje: ‘Bas, voor deze wijken hebben we nog niemand. Kies er maar wat uit. Zoveel jij wilt.’ Dan ga ik bezorgen. Lekker buiten, de rust, geen managers die in je nek hijgen.
De eerste wijk die ik ooit liep lag in een dure buurt in Zuid. Mijn ideaalbeeld van een gelukkig leven is daar ontstaan. Als ik bij het Minervaplein pakjes had dan liep ik naar boven in zo’n gigantisch hoog en breed trappenhuis. Als de deur van het appartement openstond dan zag ik de mooiste geweven tapijten, schilderijen, van die wereldbollen die open kunnen klappen waar cognac en whisky in staan, een open haard die knappert, Chesterfields. Ik dacht: ‘Het moet fijn zijn om hier te wonen. Als je een eigen huis hebt, heb je het voor elkaar.’ Maar ja, díe mensen zijn topadvocaat of ondernemer. Ik verdien 13 euro per uur, huur een kamer bij een hospita, driehoog achter met keuken en een klein dakterras.”
Wil je de illustraties en foto's in het echt zien en de volledige verhalen lezen? ‘TEAM 7 – De mannen en vrouwen van de post’ is nog tot en met zondag 20 november te zien in etalages bij Kunsttraject in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.