Deze ode aan een jeugdvriend valt vandaag in voor de wekelijkse TIP.
Mijn ouders namen me vaak mee naar de dierentuin, en alsof dat niet genoeg was, mocht ik tijdens ieder tripje ook nog een cadeau kiezen. Dierentuinen hadden de beste cadeauwinkels: van ieder dier dat er in een hok zat, bestond een knuffelvariant. Ik zocht altijd naar een dier dat nog ontbrak in mijn collectie.
Ik was zeven toen we in een park met veel waterdieren waren. In een laag bassin zaten grote roggen die je mocht aaien als je durfde. Rudy Kousbroek had de dieren zonder twijfel een aaibaarheidsfactor gelijk aan nul gegeven (‘Beesten die weliswaar theoretisch aaibaar zijn, maar zonder dat dit voor aaier of geaaide de bron is van enige sensatie’). Toch stak ik mijn hand in het water. De lijfjes van de roggen voelden vreemd aan, maar bleken wel degelijk een bron van sensatie. Ik had nog nooit zulke mooie beesten gezien en wist welke knuffel ik wilde hebben. In de cadeauwinkel lag er nog maar een. Ik noemde hem platvis.
Platvis was de perfecte knuffel. Zijn hoofdje was net zo mooi als die van de roggen die ik geaaid had, maar zijn vacht was zacht en zeer aaibaar. Platvis was niet groot, en bovendien was hij plat, waardoor hij de ideale knuffel bleek om mee op reis te nemen. In een volle tas was altijd wel een gaatje waar hij precies tussen paste. Zelf ging hij ook graag mee - de wereld zien was wat hij het liefst deed. Platvis bezocht Indonesië en Amerika en woonde zelfs een tijd in Parijs.
De laatste reis die ik met platvis maakte was naar Polen. Hij was nu zeventien jaar oud en een ervaren reiziger. Ik liet hem door het raampje naar buiten kijken, maar het uitzicht vanuit het vliegtuig was niets nieuws voor hem. We probeerden wat te slapen. Het hoofdje van platvis was mijn kussen. Pas toen we in Polen waren, schrok ik weer wakker. Het vliegtuig was al bijna leeg en snel rende ik naar buiten. Pas toen ik ’s avonds naar bed wilde gaan, ontdekte ik dat platvis er niet meer was.
De hele dag belde ik met de Poolse vliegtuigmaatschappij. Ze hadden geen ‘flat fish’ gevonden en konden me verder niet helpen. Het vliegtuig was alweer weg en ze mochten me niet zeggen waarheen. Op internet zag ik dat er die dag vier vluchten vertrokken vanaf het vliegveld in Polen: naar Parijs, Madrid, Barcelona en Lissabon. Dat stelde me gerust. Polen was mooi, maar geen land voor een platvis.
Beelden van platvis aan de oevers van de Seine of op het strand van een Spaanse stad - ik vermoed toch dat hij in de buurt van water is beland - helpen me het gemis van zijn zachte, platte lijfje wat te verzachten. Had hij heimwee naar Parijs? Of was het juist het verlangen naar een warmer klimaat? Ik zou het hem zo graag willen vragen.
Aan wie spoedig zal afreizen naar Parijs, Madrid, Barcelona of Lissabon: zie je een klein, plat visje in een berm of een kinderhand? Aarzel dan niet en vraag hem of hij gelukkig is. Als ik platvis een beetje ken, zal hij het goed hebben - zolang er maar iemand is om hem af en toe te aaien.
Beeld: Little Peppercorn via Flickr