Asset 14

Noachs Ark

Dit verhaal werd vorig jaar gepubliceerd op hard//hoofd, wil je ook naar Parijs om een verhaal of artikel te schrijven? Het Vlaams-Nederlands Huis deBuren en de Stichting Biermans-Lapôtre roepen opnieuw jonge schrijvers op zich aan te melden voor een residentie in Parijs. Klik hier om de voorwaarden te lezen en je op te geven.

*

De kolibries waren op. De kok had de laatste drie dagen eerder in een van de befaamde gerechten van L’Arche de Noé verwerkt en keek nu toe hoe het rode haar van zijn bazin achter haar aan wapperde terwijl ze de achterkamers van het restaurant afschuimde en opnieuw alle koelcellen ondersteboven keerde. De grote vrieskamer achterin, het vriesvak van de industriële koelkast in de keuken, hij hoorde hoe ze hooggehakt de trap opliep en zelfs het bescheiden vriesschuifje van haar eigen frigo in het appartement boven ging inspecteren. Tevergeefs – hun voorraad van de diepgevroren vogeltjes was onherroepelijk uitgeput.

‘Klant!’ riep hij naar het keukenplafond. Haar schoentjes tikten naar beneden, Geraldine verscheen weer in de deuropening en voer langs hem heen naar de restaurantzaal, haar boezem deinend, de blik als een kompas gefocust op het gezette meneertje dat wat aarzelend stond te wachten bij de ingang. De kok keek haar na. Zeventien jaar geleden was het nu dat ze hem aangenomen had om de keuken van L’Arche de Noé te bemannen. Het restaurant net achter Trocadéro was in die tijd uitgegroeid tot een begrip binnen en buiten Parijs, en niet alleen om het spectaculaire zicht op de Eiffeltoren of de vlammend rode haardos van zijn eigenares. ‘Een beschaafd mens hoort niets te eten dat geen moeder gehad heeft,’ had Geraldine hem die dag gezegd, haar ogen scherp als de zeelucht op hem gericht. Hij beaamde dit onmiddellijk, elke tegenwerping vergeten op het moment dat ze haar benen kruiste en haar jurkje hoog haar dij opklom. Maar zelfs nu, nu de golfslag van de tijd zijn sporen begon na te laten, haar benen wat waren uitgezakt en het rood van haar haren grotendeels uit een potje kwam, was de filosofie van de Ark zijn licht en leven. Leven is immers bij uitstek vlees, het eindigt en begint met het stollen van het bloed. Ook begeerte ent zich eerst op het vlees, zijn vorm, zijn geur, zijn smaak.

'Stilleven met klein dood wild en vruchten' van Frans Snijders (Antwerpen 1579 - Antwerpen 1657). Uit de collectie van het Rijksmuseum.

Geraldine gaf hem de bestelling door en verdween in haar bureau. De keuze van een fijnproever met durf, zag de kok, en liet de olijfolie sissend in de pan stromen. Het concept van L’Arche de Noé was eenvoudig: elk gerecht moest uit minstens twee stukken vlees bestaan. Al zeventien jaar lang goochelde, probeerde en experimenteerde de kok volgens die richtlijn, en serveerde zijn bazin vervolgens de platte schotels met varkensribben en runderlenden, diepe borden waarin hazenrug en hertenflank in roodbruin stremsel dreven, schaaltjes vol knisperend kippenvel, blokjes spek, gehaktballetjes en kikkerbillen. Hele dierentuinen had hij ondertussen al gekookt, gebraden, gebakken en gegrild; generaties van Montbéliardekoeien waren onder zijn hakmes verdwenen. Twee aan twee voerde Geraldine ze dag in dag uit vanuit de keuken naar de restaurantzaal, het schaap en het everzwijn, de patrijs en het paard, de reebok, de buffel, de struisvogel en de berggeit, de zebra en het edelhert, duif en vogelbekdier – bleu, saignant of bien cuit, alles kon. Het kindermenu bestond uit gebraden kiwikuikentjes, gehakt van antilopenveulen of, voor de rijkeluisjes, giraffeworst. Een vegetarisch luik had het restaurant om voor de hand liggende redenen niet, maar voor mensen met ethische bezwaren stond wel aangeduid welke gerechten uitsluitend uit herbivoren bestonden – een soort vegetarisme van de tweede graad, zeg maar.

Vanuit zijn ooghoek zag hij Geraldine weer verschijnen. ‘En?’ Ze schudde het hoofd, ook de groothandelaars in Orléans konden hen geen kolibries meer bezorgen vandaag. L’Arche de Noé had zich geen betere thuishaven kunnen wensen dan hier in het zestiende arrondissement van Parijs; enorme hoeveelheden bloed waren in de loop der eeuwen om, in en voor de Seine gevloeid – het restaurant keek uit op de Eiffeltoren aan de overkant van de rivier, gebouwd op de dode Galliërs die tweeëntwintig eeuwen eerder het onderspit delfden tegen de Romeinse troepen van Caesar. Later kleurden opeenvolgend de guillotine van Robespierre, het bloed van de communards en de oorlogstactieken van maarschalk Foch het land rood, in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw gaf de metropool Centraal-Afrika de oceaan-spoorlijn aan de prijs van een zwart kadaver per meter rails en misschien kleefde ook het bloed van de Grieken die zich in het aanzicht van de uitzichtloze crisis van het leven beroofden wel deels aan het Élysée.

Maar hoe passend de geschiedenis ook kleurde bij de liters bloed die dagelijks in de gootsteen van L’Arche de Noé verdwenen, een zomer als deze in Parijs leverde het restaurant heel wat praktische problemen op. De energieprijzen, nooit gering op een plaats waar om en bij de zevenhonderd kilo vlees koelgehouden moest worden, rezen ’s zomers hoog als een tsunami boven Geraldine’s boekhouding op. En de bloedhete temperaturen dit jaar brachten ook nog eens de bevoorrading in het gedrang. De aanhoudende drieënveertig graden hadden ervoor gezorgd dat de Parijse funeraria twee weken geleden al tot de nok gevuld waren met hitteslachtoffers: om de stad niet te laten verdrinken in de stank van ontbinding, hadden de stedelijke autoriteiten alle beschikbare commerciële koelruimtes opgevorderd – ook die van de vleesleveranciers van de Ark.

Nu was er dus in heel Parijs geen voor consumptie bestemde kolibrie meer te vinden. De kok hoorde hoe Geraldine nog maar eens de isolatiedeur van de grote vrieskamer achter de keuken opende, en draaide zich om. De koude sloeg naar buiten en condenseerde in een mistig waas om haar vormen heen. In de nevel leek ze zo’n tijdloze meermin waarvoor zeemannen zich op klippen te pletter varen. Dan leek het tot haar door te dringen dat ze hier al drie keer eerder keek, zette ze een stap achteruit en sloot ze de massieve deur. Nu zag hij opnieuw de lijnen rond haar mond en op haar voorhoofd, vandaag dieper dan gisteren.

"In de nevel leek ze zo’n tijdloze meermin waarvoor zeemannen zich op klippen te pletter varen."

‘Dromedaris dromegaaris!’ Geraldine glimlachte even om zijn flauwe grapje en zeilde vervolgens langs hem heen naar het tafeltje van de mollige fijnproever. Niet alledaags, dit gerecht, een dromedarisbiefstuk gegarneerd met carpaccio van capibara. Wonderlijk hoe twee dieren die zo geweldig smaakten samen niet eens op hetzelfde continent zouden voorkomen, als je de wereld zomaar liet doen. Vanuit de waterlanden van Argentinië en de Tunesische woestijn werden ze hier verenigd, in de navel van de Westerse beschaving, dankzij de Ark. ‘Te wapen citoyen,’ knikte ze de klant toe terwijl ze het bord neerzette en hem het steakmes aanreikte. Vanuit de keuken zag de kok hoe het corpulente mannetje eventjes de kans kreeg in haar decolleté te gluren, en bedacht dat ze er inderdaad nog steeds mocht wezen: een elegante, lokkende vuurtoren met haar rode haren en sterke benen, zeker als je haar enkel in het moment zag en niet keek met een blik die wist hoe het vroeger was.

De laatste jaren hadden ook van het restaurant hun tol geëist: de crisis had het clientèle ernstig uitgedund, exclusief eten was het eerste dat de elite schrapte toen ze haar aandelen de dieperik in zag gaan. Vanavond echter kwamen niemand minder dan de kersverse president en zijn entourage dineren in l’Arche de Noé. Als dat een succes werd, zou Geraldine de reserveringen voor het najaar zien verdubbelen, en had het restaurant weer financiële zuurstof voor enkele jaren. Die avond moest en zou de socialistische president het beroemde pièce de résistance van de Ark eten, een gerecht dat de kok misschien twee keer per jaar bereidde. Hij stond erop. Het vaandelstuk van Noé’s menukaart bestond uit niets minder dan emoe gevuld met kalkoen, gevuld met parelhoen, gevuld met woerd, gevuld met kwartel, gevuld met grasparkiet en, ten slotte, als een kostbare parel in het hart van een oester uit de diepste oceaan, een bijkolibrie – de kleinste van het geslacht helikoptervogeltjes, net geen twee gram zwaar, als een hemelse druppel nectar in de kern van het gerecht.

"Ze gaf hem de complimenten van de dikke Parisien door, de dromedaris was werkelijk excellent. Even verankerden hun blikken zich, dan verbrak ze het oogcontact en ging haar kantoor weer in."

En die was in het snikhete Parijs niet meer voorhanden. De hele week al zag de kok hoe zijn bazin zich steeds ongeruster liep te maken en zelf zag hij het ook behoorlijk somber in. Hij wist dat Geraldine hem in geen duizend jaar zou toestaan het gerecht klaar te maken zonder die essentiële kolibrie, dat ging tegen al haar beroepseer in. Maar het diner van de president afzeggen zou de reputatie van het restaurant een klap bezorgen die het in de huidige omstandigheden niet meer te boven zou komen. Geraldine was weer aangeland bij zijn fornuis, ze gaf hem de complimenten van de dikke Parisien door, de dromedaris was werkelijk excellent. Even verankerden hun blikken zich, dan verbrak ze het oogcontact en ging haar kantoor weer in. Ze liet de deur openstaan, de kok hoorde hoe ze de telefoon van de haak nam en wist dat ze een laatste poging ging plegen om een bijkolibrie te bemachtigen.

Voorzichtig informeren, vragen, aandringen, tieren en uiteindelijk smeken kan allemaal bepaald erotiserend werken uit de vochtige mond van een Française met vuurrode haren en zeeblauwe ogen, maar toen ze woest de hoorn op de haak smeet, voelde de kok zich enkel verkillen. Geraldine had een dierenspeciaalzaak uit het negende arrondissement gecontacteerd, maar deze herkende haar stem van de vorige keer, toen een ongelukkig misverstand was ontstaan over de bestemming van de stokstaartjes die ze er toen gekocht had.

Ze stormde het kantoor uit, waaide de keuken door. Raasde als een windhoos door de zaal en joeg de overgebleven klanten naar buiten. Verhief zich in haar volle lengte, drukte haar strakgespannen kuiten boven de hoge hakken het tapijt in en rukte met al haar kracht links en rechts de roodgeblokte tafellakens weg. Messen, vorken, lepels bonsden dof op de grond, de borden smakte ze kletterend tegen muren, net als de glazen. Ook de sterkedrank in de bar moest eraan geloven, de aperitiefglaasjes uitgestald op de toog maaide ze met één slag rinkelend en tinkelend weg, tot ook die met het geluid van honderd klokjes aan scherven vielen. Vervolgens ging de hele wijncollectie eraan, rosé, wit, en vooral rood, rood, rood …

Dan was het afgelopen. Geraldine zat ineengezakt in het midden van de restaurantzaal. Ze leek eensklaps twintig jaar verouderd, haar linkerhak afgeknakt, haar borsten leunend op haar buik, armen en dijen gevlekt met het donkerpaarse bordeaux van de wijn en het helderder bloedrood uit haar schrammen en sneeën. Eigenhandig had ze haar Ark geëxecuteerd.

De kok kwam behoedzaam de keuken uit. Langzaam naderde hij, hurkte neer en tilde haar op. Met haar in zijn armen keerde hij terug naar de keuken, en terwijl boven de Seine de hemels openscheurden en de laatavondzon openbaarden, terwijl verre koeien loeiden, terwijl Fochs standbeeld onbewogen voor zich uit bleef staren, terwijl auto’s opvlamden in de banlieue, capibara’s blaften in Argentinië en Europa kapseisde, maakte hij haar armen rond zijn nek los en spreidde haar lichaam uit op zijn magistrale grillfornuis.

--
Dit is een gastbijdrage van Julie Reniers (1987). Ze studeerde en werkte in Gent, Brussel, Olomouc en Tbilisi, spreekt vloeiend Russisch en werkt momenteel als freelance journalist. Noachs Ark is haar prozadebuut. Meer informatie over het project waar deze tekst uit voortvloeide vind je op de website van deBuren. Neem daarna vooral ook een duik het citybooks-archief.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Comme tu veux

Comme tu veux

In de bruisende souks van Marrakech leert Aisha Mansaray haar vader – de ultieme hosselaar, de praatjesmaker in zes talen, en de filosoof in een (illegale) taxi – beter begrijpen. Lees meer

:De kunst van vertrekken – Deel II: Macht en onmacht

De kunst van vertrekken – Deel II: Macht en onmacht

In het tweede deel van deze essayreeks over kunststakingen schrijft Lara den Hartog Jager over kunstenaars die worstelen met systemen van macht en de vraag of hun kunst verandering teweeg kan brengen. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

Marthe van Bronkhorst vraagt zich op 4 mei bij de herdenking af of we wel weten wat oorlog is en waar het begint. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

Beeldmakers gezocht voor papieren uitgave over seksueel consent

Beeldmakers gezocht voor papieren uitgave over seksueel consent

HALFNAAKT en Hard//hoofd zoeken acht beeldmakers (fotografie, illustratie, keramiek, textiel, etc.) die samen willen werken aan een publicatie over seksueel consent. Meedoen? Reageer vóór 20 mei. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Nog een keer: baas in eigen buik! 1

Nog een keer: baas in eigen buik!

Je zou zeggen dat het abortusrecht in Nederland vanzelfsprekend is, maar is dat eigenlijk wel zo? Een abortus is wettelijk gezien namelijk nog steeds strafbaar. Jihane Chaara neemt je mee in de politieke geschiedenis van het verworven abortusrecht in Nederland, die gepaard gaat met weerstand tegen dit recht op zelfbeschikking, maar ook met veel feministisch verzet en solidariteit. Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

'Ik verlang zo erg naar een inspirerend figuur die logica ontdekt in de willekeur van wat ons allemaal overkomt. Die tegen me zegt: "Marthe, zó is het, en de rest is bullshit".' Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Oproep: Reageer op de briefwisseling over seksueel consent! 1

Oproep: Reageer op de briefwisseling over seksueel consent!

Ben je vrij in je verlangen? Op welke manieren kunnen en willen we elkaar aanraken? Reageer vóór 2 juni op de brieven van Yousra Benfquih en Alara Adilow. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer