Welkom bij Mees Leest! Een rubriek waarin Mees een poging doet haar boekenkast te analyseren en de ongelezen exemplaren tracht door te ploeteren. Een eenmansboekenclub, met verhalen uit en over de werken die al dan niet per ongeluk op haar planken zijn terechtgekomen. Deze week aflevering 2:
Tom Feiling - The Candy Machine: How Cocaine Took Over The World of Waarom cocaïne toch een ver-van-je-bedshow blijft
De beste les die ik ooit over cocaïnegebruik leerde, kwam op mijn vijftiende, ruim vier jaar voor ik het witte poeder zelf zou aanschouwen. Ik zat in de derde, en ik had net met een vriendinnetje gezien hoe John Travolta een naald in het hart van Uma Thurman had geramd. Nadat de videorecorder automatisch had teruggespoeld, zaten we met een kop thee aan de keukentafel. Haar moeder, een pittige Italiaanse dame, sprak ons toe. “Er kan met cocaïne niet zo veel mis gaan, als je maar al-tijd aan de volgende twee regels houdt: 1. Je betaalt er nooit voor, en 2. Mensen die volop aan de coke zijn, zijn niet je vrienden.” Ik knoopte het stevig in mijn tieneroren, en heb het bijna altijd nageleefd (op een korte periode na toen ik in San Francisco woonde).
Ach, coke. Na al die jaren weet ik nog steeds niet zo goed wat er nou de toegevoegde waarde van is. Van tien bier of een beetje mdma ga je elkaar tenminste nog de liefde verklaren. De enige conclusie die ik tot nu toe had getrokken over coke is dat het bij lange na de smak geld niet waard is. Tot ik afgelopen week met een makker aan de toog hing. “De enige drug die ik denk ik nooit zou gebruiken is coke, omdat daar gegarandeerd bloed aan kleeft.”
Ik viel van mijn spreekwoordelijke kruk. Achtentwintig jaar ben ik, en in al die jaren had ik hier nooit bij stilgestaan. Tuurlijk weet je ergens dat drugshandel een louche business is (hallo, Scarface) maar denk maar niet dat ook maar een moment door je heen gaat als je met een sleutel in je neus staat op de plee. Misschien draagt het op zo’n moment zelfs alleen maar bij aan de coolheidsfactor: mensen in Colombia knallen elkaar af, maar hey, wat kan het mij schelen, ik ben een motherfucking badass. Zoiets. Sjesus, wat bedroevend eigenlijk. En toen dacht ik: had ik niet nog ergens een boek over de cocaïnehandel staan?
Ja! Maar hoe kom ik daar eigenlijk aan?
“Dank je! Vet!” Toen ik het cadeaupapier openscheurde kwam The Candy Machine: How Cocaine Took Over The World tevoorschijn. Wat ik eigenlijk dacht was: “WTF? Is dit een hint? Wat moet ik hiermee?” Dat zei ik uiteraard niet. Een gegeven paard en al. Een paar serieuze vragen kwamen in me op. Hoezo had mijn vriendin het idee dat ik dit leuk zou vinden? Ik weet het aan het feit dat zij een grotere interesse had in ontwikkelingslanden dan ik (zo veel was al duidelijk uit onze compleet verschillende vakkenkeuze toen we beiden nog antropologie studeerden.) Een paar jaar later – vanochtend – vroeg ik haar of ze nog wist wat haar reden was geweest. “Ik weet niet meer waarom ik dat had gegeven, er was toen iets. Niet cocaïne, ofzo, maar iets met politiek en/of Amerika waar we het over gehad hadden. In combinatie met consumptie, geloof ik.”
Dat is het mooie aan boeken cadeau krijgen. Aan het gegeven exemplaar kan je een hoop aflezen. Wat iemand zelf leuk vindt, of wat ze denken dat jij leuk vindt. Maar meestal zijn het vooral momentopnames. Van het moment waarop je samen een discussie hebt over een onderwerp. Of het moment dat je in de Ako op het station een cadeau uitkiest uit de pocket top tien. Tot het moment waarop je uit je eigen boekenkast met je jas al aan nog snel een ongelezen boek grist om in aluminiumfolie gewikkeld mee te nemen naar een verjaardag van een veredelde kennis. En dit boek, met zijn mooie groene kaft, was het resultaat van een gesprek wat mijn vriendin en ik ooit hadden en waarvan we de strekking beiden al lang zijn vergeten. Tot ik het weer kon afstoffen om meer te leren over de bloederige achtergrond van mijn zeldzame cocaïnegebruik.
En, nog wat geleerd?
Twee weken lang heb ik dit boek overal mee naar toe gezeuld, het aan iedereen laten zien, en steeds maar weer probeerde ik mezelf er toe te zetten het te lezen. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen: ik ben niet verder gekomen dan het eerste hoofdstuk 'From Soft Drink to Hard Drug'. Het laatste ezelsoor is pas op pagina 25. Niet dat het onmogelijk moeilijke taal is, integendeel. Maar omdat de feiten je om de oren slaan.
Geconcentreerd een studieboek van kaft tot kaft lezen is nooit mijn sterkste punt geweest, ik zat liever in college of een werkgroep, en kreeg veel meer informatie mee uit discussies dan uit paragrafen. Uiteraard heb ik me door een hoop tekst heen geworsteld, maar aan het einde van mijn studie was ik vooral een meester in het scannen van belangrijke stukken. Dit boek heeft een enorme dichtheid aan informatie over de drugshandel, een onderwerp dat me voorheen nooit veel had geïnteresseerd en wat me nu nog steeds niet kon bekoren. Uiteraard kreeg ik de suggestie om misschien een gram te bestellen en het dan in een keer uit te lezen, maar als ik ergens geen zin in had was het in mijn eentje aan de sos een boek over de Pablo Escobars van deze wereld door te ploegen.
Dus echt helemaal niets van opgestoken?
Jawel. Cocaïnehandel is een ver-van-ons-bedshow. En legalisatie zou een goed idee zijn. Maar de beste cocaïneles blijft nog steeds die uit 1999, met de twee regels van de Italiaanse mama: niet betalen, geen gebruikers tot je vrienden rekenen.
En in welk gezelschap verkeert dit boek op de plank?
(Toen ik de grote foto schoot lag het boek een beetje hangend op de buren, maar inmiddels staat iedereen weer fier rechtop.)
Gstaad 95-98 - Marek van der Jagt
Boeken van Arnon Grunberg SORRY MAREK VAN DER JAGT doen het goed als cadeaus. Ik heb, schat ik, minstens vijf geschonken Grunbergs in de kast staan. Je begrijpt zelf ook wel dat dit een aparte aflevering van Mees Leest gaat worden. Dit exemplaar kreeg ik van Ilay den Boer, theatermaker en fervent Grunbergfan, die ik al jaren niet heb gesproken.
Het Volgende Verhaal - Cees Nooteboom
Ik heb geen idee hoe ik aan dit boekje kom, ik heb het in elk geval niet gelezen. Voorin staat een stempel: Bergensche Boekhandel. Tel 02208-12481. Ik heb nog nooit een telefoonnummer op die manier genoteerd gezien, maar als het uit Bergen kwam was het of van mijn moeder, maar waarschijnlijker van mijn opa.
De Keukenprinses: Kookboek voor bevrijde vrouwen - Sanderijn Cels
Als je een sloddervos bent, vinden mensen het grappig om je boeken te geven met titels als ‘De Keukenprinses’, ‘Hoe Maak Ik Schoon’, of ‘Goed Geregeld!’. Dit zijn allemaal boeken die ik nu dus bezit. Ik kijk ze uit protest niet in en leef nog altijd in een chaos, maar ik vermoed dat dit best een leuk boek is eigenlijk.
-
Kijk uit naar de volgende aflevering van Mees leest:
George Orwell - 1984 of Het boek dat iedereen uit mijn geboortejaar eigenlijk verplicht moet lezen
Vorige aflevering gemist? Klik hier voor Mees leest: Nescio