Welkom bij Mees Leest! Een rubriek waarin Mees een poging doet haar boekenkast te analyseren en de ongelezen exemplaren tracht door te ploeteren. Een eenmansboekenclub, met verhalen uit en over de werken die al dan niet per ongeluk op haar planken zijn terechtgekomen. Deze week aflevering 3:
George Orwell - 1984 of Waarom je nooit boeken moet uitlenen
Op de vraag "Uit welk jaar kom je?" antwoord ik nog wel eens met groots opgezette stem en armen dramatisch in de lucht geworpen: "NINETEEN EIGHTY-FOUR", en dan denk ik er een bombastisch strijkorkest bij. Het profetische jaar 1984, het jaar waarover George Orwell in zijn gelijknamige boek voorspelde hoe wij allen in de gaten zouden worden gehouden door Big Brother. Het jaar waarin ik het licht zag, en belangrijker nog, het jaar waarin Macintosh werd geïntroduceerd door Apple. In de beroemde commercial die op 22 januari 1984 werd vertoond tijdens de Super Bowl (het duurste reclameblok van het jaar) rent een jonge deerne door een willoze menigte en gooit een hamer door het scherm. De voice-over zegt: “On January 24th, Apple Computer will introduce Macintosh. And you’ll see why 1984 won’t be like 1984.”
Nee, 1984 was niet echt zoals 1984. Maar 2012 begint er steeds meer op te lijken. We zitten allemaal vastgekluisterd aan onze Apple-producten, en via Facebook geven we al onze informatie prijs. Deze week nog werd eenieders tijdlijn overspoeld met berichten over het behoud van copyright. Toen werden we weer doodgegooid met parodieën. En vervolgens kregen we honderd keer de verklaring te lezen waarom de eerdere verklaring niets uithaalde. Mensenkinderen, het was een slechte week om je door Facebook te laten vermaken. Maar de les was duidelijk: we zijn uiteindelijk allemaal weerloze schapen wiens informatie naar hartenlust wordt verzameld in ons onbekende databanken. En ik wist er alles van, want ik was Orwells 1984 dus aan het lezen.
Hoe kwam ik daar eigenlijk aan?
1984 heb ik geleend van een vriend. Of eigenlijk heeft hij hem hier laten liggen, waarna het boek minstens twee maanden op mijn bank heeft gebivakkeerd. “Hee, NINETEEN EIGHTY-FOUR (armen dramatisch in de lucht geworpen) ligt hier gewoon, voor mij, om te lezen!” dacht ik steeds toen ik het zag, waarna het arme ding toch weer werd bedolven onder boodschappentassen, jassen, truien, sokken, en soms, mijn billen. Uiteindelijk belandde het (uiteraard ongelezen) in de kast. Een kast die overigens waarschijnlijk zeker voor een kwart is gevuld met geleende boeken.
Een paar jaar geleden was ik bij mijn vader en plukte ik (zoals wel vaker) een boek van de plank om voor de kachel te lezen. Na het eten, toen ik weer naar huis ging, vroeg ik of ik het mocht lenen. “Nee”, zei hij. NEE?? Ik, zijn eigen bloedje? Ik kreeg een flashback naar een paar jaar eerder, toen mijn moeder met zwarte blokletters haar naam in haar boeken pende voordat ze ze aan me uitleende voor een vakantie. "ECHT TERUGGEVEN LIST", stond er nog net niet in. Als het menens is gebruikt ze altijd mijn achternaam. Die boeken staan natuurlijk nog steeds hier in mijn huis. “Nee”, zei mijn pa resoluut. “Ik leen geen boeken meer uit. Ik krijg ze nooit terug.”
Ik wist dat hij gelijk had. Ik krijg het niet eens voor elkaar boeken terug te brengen naar een officiële leeninstantie, waar ze met deurwaarders achter je broek aan zitten als je ze niet retourneert. Daarbij heb ik zelf meer dan genoeg boeken uitgeleend die ik nooit meer terug heb gezien. Ik stemde dus niet alleen in, ik nam zijn regel over. Niet onverbiddelijk - ik leen nog wel eens een boek uit, maar neem in mijn hart meteen afscheid, want het weerzien zal waarschijnlijk nooit geschieden.
Goed, George Orwell dus
Tja, 1984. Het moest er toch een keer van komen, dus waarom niet nu. De drukste periode op mijn werk was aangebroken en ik kon wel wat afleiding gebruiken voor het slapen gaan, om te voorkomen dat ik nog in mijn dromen drommen mensen moest voorzien van bier. Het begon goed, met een beeldige openingszin. Maar al na twee bladzijden werd duidelijk wat ik eigenlijk al wist: 1984 is een verschrikkelijk deprimerend boek, over een grijze dystopie, over totalitaire regimes, over onderdrukking, over Engeland, in mijn hoofd sowieso een grijs land. Die nacht lag ik woelend van nachtmerries in mijn bed.
Het was niet de eerste keer dat ik slecht sliep door ome Orwell. Vijftien jaar geleden zag ik de tekenfilm Animal Farm op televisie en nog nooit ben ik zo bang geweest voor varkens. Afijn, de volgende dag liet ik 1984 liggen en keek ik, laptop op mijn buik, drie afleveringen Downton Abbey. Liever wegdromen bij een hedendaagse verfilming van het verleden dan bij een verjaarde voorspelling van een toekomst die al is geweest. Toch kreeg ik last van schuldgevoel. Ik pakte het weer op, en zette door. Het zou toch wel beter worden? Met een omgedraaide maag las ik over de ministeries van Propaganda, over Big Brother, over de twee minuten haat. In de kroeg klampte ik een vriend die het al had gelezen aan. “Zeg me dat het beter wordt, zeg me dat er een goed eind aan zit!” Hij keek meelevend naar de kringen onder mijn overwerkte ogen en zuchtte verontschuldigend binnensmonds: “Sorry Mees.”
Wat een goed geschreven verschrikking. Ik heb het gelezen. Maar niet van harte. Mensen die van dit boek genieten, houden waarschijnlijk ook van Cormac McCarthys The Road, van de neerslachtige stem van Nick Cave, van films van David Lynch. Not me, no siree. Ik weiger mee te gaan in pessimisme en doemdenkerij, en zit waarschijnlijk nog liever een dag opgesloten met die hansworst van Extreme Home Makeover dan met iemand die gelooft dat de aarde over een maand ten einde komt.
Nou, staat er dan nog wat leuks te lezen naast?
Een Keukenmeidenroman – Kathryn Stockett
Weer een geleend boek waarvan de eigenaresse nu kan zien dat ik ‘m heb. Ik heb aan het eind van deze rubriek geen boek meer in de kast.
Less Than Zero – Brett Easton Ellis
Gekregen op mijn verjaardag van nog iemand die dacht dat ik een interesse had in cocaïne. En rijkeluiskinderen. En Los Angeles. En overgewaardeerde schrijvers. Ugh.
L’Esprit de Conversation – Chantal Thomas
Van de zomer stond ik in de boekenwinkel te dralen en besloot ik weer eens iets in het Frans te lezen om een beetje bij te blijven, onder het motto dat het toch niet kan dat mijn middelbare schooltijd mijn meest mondaine periode is geweest. Ik koos het dunste boek. Dat dan weer wel.
Symposion - Plato
Griekse verhalen zijn fantastisch en fantasierijk. Serieus, waar die gasten allemaal opkwamen tijdens zo’n bacchanaal, je houdt het niet voor mogelijk. En toch kun je er levenslessen uit halen.
-
Kijk uit naar de volgende aflevering van Mees leest:
Amsterdamse Wijsheden of Het fenomeen nutteloze kadoboekjes
Aflevering gemist? Klik hier voor Mees' behandeling van The Candy Machine of hier voor Nescio's Natuurdagboek.