Hiske raakt geconstipeerd van het lifestyle-getrut waarmee ze in culinaire boeken, programma’s en magazines wordt doodgegooid. Ze wil geen tuinfeest met vrienden in een appelboomgaard naast een rivier, en al helemaal geen witte tabouleh uit een strakke, maar sfeervolle keuken in het hippe East London. Ze wil gewoon een goed recept voor fucking kapucijners. Bij deze.
“[...] the real business of 'Food' – which was, they now recognized, actually about likable personalities, nonthreatening images, and making people feel better about themselves.”
Anthony Bourdain, Medium Raw
Twee maanden geleden kwam het nieuwe tijdschrift Sabor uit, “Culinair magazine voor bon vivants”. Op de voorkant staat een Italiaansig model met een platte pet dat een bordje eten tussen zijn benen geklemd houdt, terwijl hij de lezer broeierig aankijkt. Het openingsartikel begint (en ik denk hier een lichtschorre, geilige vrouwenstem bij): “Stel je voor: een heerlijke zomerse dag. Een goed gesprek, een drankje, hapje, goede sfeer en een mooi gedekte tafel. Dan komt er een lichtgerookt en gegaard hoofdgerecht op tafel dat door het bijzondere aroma iedereen in culinaire vervoering brengt.”
De reden voor dit middle class orgasm? Een rookoven. Van 33.500 euro. En nee, dit artikel was geen advertentie of ‘advertorial’ zoals reclames die op slinkse wijze in artikelen worden verstopt steeds vaker genoemd worden. Dit was gewoon een stukje praktische culinaire informatie. Alsof ze ons er even aan wilden laten snuiven: het perfecte leven. Als je lang genoeg door je wimperharen kijkt, is het net alsof je zelf de lichtgerookte kalkoen aansnijdt, of ook bent uitgenodigd op de dinnerparty van Jamie en zijn breed lachende vrienden, in een boomgaard, aan lange tafels, met rood-witte kleedjes en kek servies. Best plezierig, want dat ben je natuurlijk juist niet: je zit alleen voor de televisie met een halve liter bier en een magnetronmoussaka van de Albert Heijn, die van binnen nog een beetje koud is.
“Alles is marketing. Alles is lifestyle.” Sinds de dood van Steve Jobs worden we weer vrolijk doodgegooid met die inmiddels grondig afgelikte wijsheedjes, maar ik doe er met liefde nog een schepje bovenop. Jobs beloofde ons in zijn advertenties immers dat we een van de eigenzinnigen zouden worden, dat we nooit mainstream zouden zijn, een levenslang lidmaatschap van de rebellenclub kregen. Als we zijn apparaatjes maar zouden aanschaffen. En daar zitten we nu met zijn miljoenen, allemaal lekker alto met onze witte oordopjes en gloeiende appels. Ook de journalistiek om de iPhone-advertenties heen, die niets te verkopen heeft dan zichzelf, bedient zich steeds meer van wervend lifestyle-jargon. Modebladen promoten al decennialang schaamteloos een wereld die niet bestaat, vol heel lange mensen met een perfecte huid. Maar nu kan ook de innerlijke mens voor een paar euro afreizen naar een parallel universum zonder ziektes, crises, motregen en hondenpoep. Voor mensen die niet zo blij zijn met hun eigen karakter zijn er draken als Flow of Mind Magazine, vol gratuit psychologesk gebabbel over “dingen waar je blij van wordt” en “lekker authentiek in vijf simpele stappen”. En voor mensen die niet zo goed kunnen koken zijn er culinairige glossy’s als de Delicious.
"Wondere Wereld, Wervelende Wrapjes!"
Dit blad start bijvoorbeeld een typische receptenserie over zomerse picknickgerechten als volgt: “Omdat de lucht blauw is, de zon onafgebroken schijnt, je vrij en vrolijk bent en zo vaak mogelijk op je terras van de zomer wilt genieten. Pluk een bont boeket, haal al je kleurige servies uit de kast en maak wrapjes, krokante garnalen, kipkebab en zalmcrostini’s!”
Blauwe lucht, een bont boeket, en vrij, vrolijk lekker wrapjes maken. Wie kan zo veel brullend, poedelnakend zomergeluk weerstaan? Lifestyle is de oplossing voor een heleboel problemen in receptenland, zoals “wat als we geen vernieuwde ideeën, maar wel een heleboel felgekleurde pagina’s te vullen hebben rondom die reclames voor Blue Band Roombotersmaak en Knorr Kaassaus?” “Hoe zorgen we dat mensen ons blad blijven kopen, ook al zijn er ook 157.000 recepten voor tarte tatin gratis op het internet te vinden?” Net als in de reclames is het in de blaadjes daarom ook altijd mooi weer, de sfeer optimaal, de gastvrouw ontspannen, je geliefde sterk maar teder, en Italië één grote gepassioneerde en idyllische bende. Boeren, dieren, ambachtelijke kaasmakers en hoofdstedelijke foodies wandelen hand in hand in perfect racial harmony.
Dit perfecte leven ligt nu ook voor jou binnen handbereik, lijken Sabor, Elle Eten en Delicious te zeggen, als je maar die dure rookoven koopt. Of nee, het is eigenlijk al genoeg om een blaadje te kopen waar die rookoven in staat. Of weet je wat? Doe eens gek. Maak een wrapje. Op een gegeven moment ben je zo gewend aan die beloftevolle, prettige thema’s uit deze culinaire nepwereld dat je helemaal geen zin meer hebt in die irritante realiteit van het koken, met overkokende melk, schiftende mayonaise, spetters tegen de afzuigkap en afwas. Dat is mooi, we hoeven ook helemaal niet meer zelf te koken: de magnetronmoussaka van de Appie is echt helemaal niet zo slecht, als je neusverkouden bent.
"Retrolicious! Word ik blij van!"
Ik kocht laatst bij de kringloop voor een euro het jaren '70-standaardwerk Het Volkomen Kookboek van Wina Born. Een dikke pil met bijna alle recepten die je kunt bedenken. Lijstjes met “zoete versnaperingen”, lijstjes met “belangrijke voedingsstoffen en waarvoor wij ze nodig hebben”, een hoofdstuk “De plek van de keuken in het huis”. Ook: onnavolgbare tips als “de handmixer moet tijdens het gebruik in de hand worden gehouden”, een heel hoofdstuk over de Römertopf, en alle geheimen aangaande de augurkenwaaier en het gevulde ei.
Het hoofdstuk “Koken, wat is dat eigenlijk?” begint simpelweg met: “Koken is gebruik maken van kennis en ervaring.” En vervolgens wijdt het zich aan belangrijker zaken zoals het belang van warenkennis bij het kiezen, kopen, keuren en bewaren van producten, basisrecepten en smaakoefening. Dingen waar veel mensen waarschijnlijk best iets van zouden kunnen opsteken, maar waarvoor in veel kookboeken en magazines tussen het geneuzel door gewoon geen plaats is.
"Kapucijners: voor hitsige (raas-)donders!"
Raasdonders zijn vooral bekend uit het kinderboek Otje waarin Kapitein Strafport een restaurant overhoop schopt omdat ze hem daar keer op keer een nepgerecht voorschotelen. Hij stampt in de rondte, al brullend: “Ik Wil Kaapse Fucking Raasdonders!”. Het zijn eigenlijk gewoon kapucijners, typisch Hollandse peulvruchten die vroeger vooral aan boord van marineschepen veel werden gegeten. Tegenwoordig zie je ze meestal gekookt in pot, maar vers zijn ze eigenlijk het allerlekkerst. Helaas worden die alleen in juni verkocht, maar gedroogd smaken ze ook prima en zijn ze bij veel natuurwinkels te krijgen.
De ‘kapucijnertafel’ – of captains dinner - was helemaal de shit gedurende de jaren zeventig. Het bestaat uit een grote schaal kapucijners met daarnaast allerlei bakjes met bijgerechten, zoals uitgebakken spek, knakworstjes, gehaktballetjes en ananas uit blik. Hieronder een enigszins eigentijdse versie. Je kunt een kapucijnertafel ook heel goed vegetarisch maken, peulvruchten zijn prima vleesvervangers. Gebruik dan in plaats van de speklapjes bijvoorbeeld in ketjap en limoensap gemarineerde en daarna gegrilde tempeh. “Stel je voor: een winterse woensdag bij het haardvuur in je in warme aardetinten ingerichte lounge. Vrienden en familie zijn onder de indruk en scharen zich rond de dampende erwten op het Afghaanse vloerkleed. En het bijzondere is: net als bij een gourmetparty kun je gezellig eerst met z'n allen uit dezelfde aardewerken bakjes graaien, wat de bonding bij de onvermijdelijke partnerruil bespoedigt. Een unieke ervaring.”
Voor 6 personen
Kapucijners
500 g gedroogde kapucijners, gewassen en 12 uur geweekt in minimaal anderhalve liter water
zout
een scheut lekkere olijfolie
2 el rode wijnazijn
1 teen knoflook uit de knijper (extra retro!) of geraspt
Kook de kapucijners in het weekwater (zonder zout) tot ze bijna helemaal gaar zijn, dus echt zacht maar nog niet helemaal ontploft. Dat duurt ongeveer anderhalf uur. Zet het vuur uit, voeg een handje zout toe en roer. Laat in het vocht liggen tot gebruik, warm ze eventueel weer een beetje op, giet af en maak aan met olie, azijn, knoflook, peper en zout.
Speklapjes
6 speklapjes (liefst en lekkerst van een blij varken)
2 tenen knoflook
5 lepels olie
2 lepels ketjap
Verwarm de oven voor op 160 graden. Bak de speklapjes snel bruin in een heel klein beetje olie. Maak een marinade van de andere ingrediënten en smeer de gebakken lapjes er mee in. Laat op het rooster in de oven in iets van 20 minuten knapperig bakken (zet er iets onder om het vet op te vangen, anders gaat het heel erg roken).
Gehaktballetjes
400 g runder- of lamsgehakt
2 sneetjes witbrood zonder korst, geweekt in melk en uitgeknepen
1 fijngesnipperde ui
1 teen knoflook uit de knijper
mespunt sambal (of meer als je dat lekker vindt)
een mespunt nootmuskaat
peper en zout
1 ei
boter
Meng alle ingrediënten behalve de boter en draai balletjes, zoals Wina het in haar meesterwerk zo charmant zegt, “zo groot als een stuiter”. Bak in de boter op hoog vuur. Blijf de pan goed bewegen zodat ze niet plakken of uit elkaar vallen.
Zoetzure sjalotten
250 gram kleine sjalotten
olijfolie
1 eetlepel donkerbruine suiker (of gewone suiker, kan ook)
125 gram gele rozijnen
een flinke scheut rode wijnazijn
Pel de sjalotten en snijd ze in parten. Fruit heel langzaam aan in een beetje olie met wat zout. Laat helemaal zacht worden, maar niet bruin. Voeg dan de rozijnen toe en bak eventjes mee, vervolgens de suiker. Zet het vuur dan hoog en gooi direct de rodewijnazijn erbij. Een beetje van het zuur mag verdampen. Proef of er zout bij moet.
Doe de kapucijners in een grote schaal en omring die met de bijgerechten. En dan nog, afhankelijk van je smaak en de omvang van je serviesverzameling: gebakken uien, zilveruitjes, zoetzure augurkjes, komkommerschijfjes in azijn, piccalilly, chutney, grove mosterd, stukjes ananas, een gesnipperde rauwe ui. Wat ook echt niet op de kapucijnertafel mag ontbreken is een fles schenkstroop.